Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 mei 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 25 september 2014
- de brieven van mrs. Veenstra en Verdoorn van 2 oktober 20140.
2.De feiten
Artikel 11. Geheimhouding
Het verlenen van een aanstelling aan[naam verzekeringskantoor] zou een flinke bekoeling van de relatie tussen [naam B.V.] als gevolg hebben, omdat hiermee een directe zeer grote concurrent ontstaat voor [naam B.V.]. Zoals uitvoerig besproken tijdens de bijeenkomst zijn er een aantal overwegingen waarom de Goudse uiteindelijk heeft besloten om[naam verzekeringskantoor] een aanstelling te verlenen.
[plaats ], 01 augustus 2013
WIE ZIJN WIJ?
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
het kan per zendings- en ontwikkelingswerker honderden euro’s per jaar verschil maken’. [gedaagde] heeft ter comparitie toegelicht dat, omdat hij geen provisies rekent en hetzelfde pakket had genomen bij De Goudse Verzekeringen, hij wist dat de netto premies voor de klanten lager zouden zijn. De e-mail van [gedaagde] valt dan ook niet aan te merken als toevallig en licht wervend handelen, zoals hij zelf aanvoert, maar als een aanbod waarin klanten van [naam B.V.] gezien de lagere prijs logischerwijze geïnteresseerd zouden zijn (
an offer you can’t refuse). Daarmee heeft [gedaagde] doelgericht klanten van [naam B.V.] benaderd. Dat [gedaagde] bij deze e-mail ook andere zendingsorganisaties benaderde die geen klant van [naam B.V.] waren, maakt het benaderen van de klanten van [naam B.V.] niet minder doelgericht. Hij wist immers dat tot die groep aangeschrevenen meerdere klanten en in ieder geval de tien grote klanten van [naam B.V.] behoorden. Dat [gedaagde] na het versturen van de e-mail een afwachtende houding kon innemen, is gezien het uitnodigende aanbod niet onlogisch. Hij kon er immers op vertrouwen dat klanten gelet op het prijsverschil zich tot hem zouden wenden. Dat [gedaagde] slechts één e-mail heeft gestuurd, maakt zijn handelen gelet daarop niet minder doelgericht en systematisch. Daarbij heeft hij overigens ook bij de publicatie op 16 augustus 2013 op het Christelijk Informatie Platform laten uitvaardigen dat hij de goedkoopste dienstverlener is voor de doelgroep zendelingen en ontwikkelingswerkers. Het versturen van de e-mail valt niet los te zien van de inhoud en strekking ervan en de voorbereiding die daaraan vooraf is gegaan. Die inhoud en strekking zijn immers systematisch en doelgericht tot stand gekomen met de kennis van de specifieke doelgroep van de in het buitenland verblijvende zendingswerker, de kennis van het expat pakket van De Goudse waarvoor specialistische kennis is vereist, de kennis omtrent de provisies en de kunde, namelijk de ruime ervaringen, opgedaan tijdens zijn dienstverband bij [naam B.V.], waar onder ook de contacten vallen die hij enerzijds met klanten had en anderzijds met De Goudse Verzekeringen. Die kennis en kunde hebben [gedaagde] in staat gesteld om na zijn dienstverband bij [naam B.V.] een aanstelling als intermediair voor De Goudse Verzekeringen te verkrijgen, zijn [naam verzekeringskantoor] Expat Pakket te ontwikkelen, een verdienmodel te creëren en vervolgens klanten te werven. [gedaagde] heeft er bewust voor gekozen om zich te begeven in dezelfde markt als die waarin [naam B.V.] zich begeeft. [gedaagde] wist dat hij zich niet hoefde te richten tot verzekeraar AON, omdat hij uit de voorwaardenvergelijking zoals hij die tijdens zijn dienstverband had gemaakt, wist dat De Goudse Verzekeringen de beste voorwaarden bood. [gedaagde] heeft er, gelet op zijn jarenlange ervaring op het gebied van assurantie, niet voor gekozen om zich te richten op een andere markt of een ander product aan dezelfde doelgroep van [naam B.V.] aan te bieden, maar heeft zich bewust gemanifesteerd als directe concurrent van [naam B.V.]. Er is dan ook sprake van onrechtmatige concurrentie.
6.De beslissing
17 december 2014voor het nemen van een akte door [naam B.V.] over hetgeen is vermeld onder 5.10, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,