ECLI:NL:RBGEL:2014:7327

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 november 2014
Publicatiedatum
26 november 2014
Zaaknummer
273678 KG RK 14-963
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet gericht tegen specifieke rechter; verzoek niet-ontvankelijk verklaard

Op 26 november 2014 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoekster. Het verzoek was ingediend op 31 oktober 2014, maar was niet gericht tegen een specifieke rechter. De rechtbank had verzoekster eerder verzocht om de naam van de rechter en het bijbehorende zaaknummer te verstrekken, maar verzoekster gaf aan dat beslissingen door de afdeling bewind worden genomen zonder dat er een zaaknummer of een specifieke rechter wordt vermeld.

De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen wrakingsverzoeken alleen gericht zijn tegen rechters die een bepaalde zaak behandelen. Aangezien het verzoek niet tegen een specifieke rechter was gericht en er geen concrete feiten of omstandigheden waren aangevoerd die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel zouden kunnen trekken, heeft de rechtbank het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling, gezien de omstandigheden van de zaak. Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat er in het schrijven van verzoekster ook een klacht is geuit, welke doorgeleid zal worden naar de president van de rechtbank Gelderland. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beschikking.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

144469 / KG ZA 06-51919 september 2006
Wrakingskamer
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer: 273678 KG RK 14-963
Beschikking van 26 november 2014
inzake het verzoek van
[verzoekster]
gevestigd te [plaats],
verzoekster tot wraking,
tot wraking van
(een rechter van) de afdeling bewind,
van deze rechtbank, zittingsplaats Zutphen, in de zaak met nummer 3436193.

1.De procedure

1.1.
Bij schrijven van 31 oktober 2014 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend, waarna de rechtbank verzoekster bij brief van 10 november 2014 heeft verzocht om de naam van de rechter waartegen de wraking is gericht door te geven, alsook om aan te geven in welke juridische procedure, onder vermelding van het zaaknummer, het wrakingsverzoek wordt ingediend. Verzoekster heeft bij brief van 11 november 2014 hierop gereageerd en meegedeeld dat door de afdeling bewind beslissingen worden genomen zonder dat er aan de zaak een zaaknummer wordt toegekend en dat er evenmin wordt aangegeven welke rechter het besluit heeft genomen. Verzoekster heeft de rechtbank in haar brief verwezen naar de afdeling bewind.

2.De beoordeling

2.1.
Uit het ingediende wrakingsverzoek blijkt dat het verzoek niet tegen een bepaalde rechter is gericht. Voorts blijkt dat het verzoek daarop is gebaseerd dat verzoekster onvoldoende vertrouwen heeft in de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van (de rechters bij) de afdeling bewind in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen.
2.2.
Voor een dergelijk verzoek biedt de wet geen grondslag. Wrakingsverzoeken kunnen alleen gericht zijn tegen rechters die een bepaalde zaak behandelen (artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) en niet tegen de rechters van of tegen een afdeling van een rechtbank. Bovendien kan het verzoek alleen gebaseerd worden op concrete feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Dergelijke feiten en omstandigheden zijn niet aangevoerd. De brief van de griffier van 24 oktober 2014, die bij het wrakingsverzoek was gevoegd, en de stelling van verzoekster dat zij naar aanleiding van die brief een voor beroep vatbare beslissing heeft gevraagd, maken dit niet anders.
2.3.
Bij deze stand van zaken moet verzoekster niet-ontvankelijk worden verklaard in haar wrakingsverzoek. Daarom is afgezien van een mondelinge behandeling.
2.4.
De wrakingskamer leest in het schrijven van verzoekster van 31 oktober 2014 ook een klacht, die zij zal doorgeleiden naar de president van de rechtbank Gelderland.

3.De beslissing

De rechtbank
verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek om wraking.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.P.M. Kester-Bik, als voorzitter, en mrs. P.J. Wiegman en M.J. van Lee als rechters in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2014.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.