ECLI:NL:RBGEL:2014:7258

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 november 2014
Publicatiedatum
24 november 2014
Zaaknummer
05/860132-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 20-jarige man voor mensenhandel en bezit van kinderpornografisch materiaal

Op 24 november 2014 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 20-jarige man, die werd beschuldigd van mensenhandel en het bezit van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De man is schuldig bevonden aan het werven, vervoeren en overbrengen van een ander, in dit geval een vrouw met een licht verstandelijke beperking, met het oogmerk van seksuele uitbuiting. Gedurende de periode van 17 oktober 2013 tot en met 7 december 2013 heeft de verdachte de vrouw gedwongen om seksuele handelingen te verrichten voor geld, waarbij hij haar onder druk zette door te dreigen met het openbaar maken van een seksfilmpje van haar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten gebruik hebben gemaakt van de kwetsbare positie van het slachtoffer en dat er sprake was van afpersing en misleiding. Daarnaast is de man ook veroordeeld voor het in bezit hebben van een gegevensdrager met daarop afbeeldingen van seksuele gedragingen van een minderjarige, wat eveneens strafbaar is. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen, waarbij de verdachte een schadevergoeding van € 5.800,- moet betalen. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak om recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/860132-14
Data zittingen : 23 juni 2014, 8 september 2014 en 10 november 2014
Datum uitspraak : 24 november 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte],
geboren op : [geboortedatum 1] te [geboorteplaats],
wonende te : [woonplaats],
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Raadsvrouw : mr. W. Oosterbaan-van Veen, advocaat te Ede.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank op 10 november 2014 ter terechtzitting toegewezen wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 oktober 2013
tot en met 7 december 2013
te Ede en/of Renswoude en/of Tiel en/of Nijmegen en/of Huissen en/of
Wageningen en/of Arnhem, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A) een ander, te weten [slachtoffer 1],
telkens door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met
geweld of een andere feitelijkheid, door afpersing, misleiding dan wel door
misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door
misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht met het oogmerk van seksuele
uitbuiting van die [slachtoffer 1]
(sub 1°)
en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandigheden
enige handelingen heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes
mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1]
zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten van seksuele aard
(sub 4°)
en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachte(s) mededader(s) te
bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 1], seksuele handelingen met
of voor een derde tegen betaling
(sub 9°)
en/of
B)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van
[slachtoffer 1],
(sub 6°)
immers heeft/is verdachte en/of diens mededader(s)
- terwijl die [slachtoffer 1] een licht verstandelijke beperking heeft,
- die [slachtoffer 1] gechanteerd een seksfilmpje van haar openbaar te maken en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij een boete van 650 euro moest betalen
voor verdachte en/of diens mededader(s) en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij een boete, althans een bedrag van 100
euro aan een hotel moest betalen en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat het geld op was en/of de benzine op was
en/of
- die [slachtoffer 1] beloofd een woning voor haar te zoeken en/of
- die [slachtoffer 1] beloofd met haar leuke dingen te gaan doen als er eerst geld
werd gemaakt en/of
- die [slachtoffer 1] bedreigd en/of
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij, verdachte en/of diens mededader(s),
wisten waar die [slachtoffer 1] woonde en/of waar het stageadres van die [slachtoffer 1]
was en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen een medeverdachte, te pijpen en/of die [slachtoffer 1]
voor een goedkoper tarief en/of gratis seks laten hebben met een
medeverdachte en/of
- seksadvertenties gemaakt voor die [slachtoffer 1] en/of op internet geplaatst
en/of beheerd en/of omhoog geplaatst en/of
- klanten voor die [slachtoffer 1] geregeld en/of
- die [slachtoffer 1] naar klanten gebracht en/of gehaald en/of
- die [slachtoffer 1] laten werken als ze ongesteld was en/of
- die [slachtoffer 1] klanten laten pijpen zonder condoom en/of
- het door die [slachtoffer 1] verdiende geld ingenomen en/of beheerd en/of (deels)
aangewend voor eigen gebruik;
2.
hij in of omstreeks de periode van 26 augustus 2013 tot en met 25 maart
2014 te Ede, in elk geval in Nederland,
één of meermalen (telkens)
meerdere, althans (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
(telkens) van [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2]),
te weten
- een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (Iphone A.05.03.002)
bevattende 1 film, althans een afbeelding van die [slachtoffer 1] en/of
- een gegevensdrager, te weten een SD kaart (A.05.02.002.004) bevattende 1
film, althans een afbeelding van die [slachtoffer 1],
heeft verworven en/of in bezit gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, te weten (telkens) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2]
), was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit:
- vaginale penetratie met haar eigen vingers en/of
- poseren met de nadruk op haar geslachtsdelen en/of
- seksuele handelingen bij zichzelf verrichten
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of
strekt tot seksuele prikkeling.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 10 november 2014 ter terechtzitting onderzocht. Verdachte is verschenen en bijgestaan door zijn raadvrouw, mr. W. Oosterbaan-van Veen voornoemd.
Namens benadeelde partij [slachtoffer 1] is ter terechtzitting verschenen mr. A.C. Pool, advocaat te Arnhem.
De officier van justitie, mr. E.D.I. Martens, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 17 oktober 2013 tot en met 7 december 2013 heeft [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) seksuele handelingen verricht met diverse mannen die daarvoor geld betaalden. [2] Dit gebeurde in Ede, Tiel, Nijmegen, Wageningen [3] en Arnhem. [4] Verdachte heeft [slachtoffer 1] diverse malen naar klanten gebracht. Verdachte heeft geholpen met het online zetten van een advertentie, waarin seks met [slachtoffer 1] werd aangeboden tegen betaling. [5] [slachtoffer 1] had seks met verdachte en vond hem heel erg leuk. [6] [slachtoffer 1] woont in Renswoude. [7]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich tezamen en in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan het strafbaar gestelde in artikel 273f, eerste lid, sub 1, 4, 6 en 9, van het Wetboek van Strafrecht, in de periode van 17 oktober 2013 tot 7 december 2013 in de plaatsen Renswoude, Ede, Nijmegen, Tiel, Wageningen, Huissen, Arnhem en Beers.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft gepleit voor vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde feit.
Primair heeft zij daartoe aangevoerd dat uit de verklaringen van [slachtoffer 1] valt af te leiden dat zij vrijwillig als prostituee heeft gewerkt en dat, voor zover uit haar verklaringen wordt afgeleid dat geen sprake is van vrijwilligheid, deze verklaringen niet worden ondersteund door andere, op zichzelf staande bewijsmiddelen, maar slechts door ‘de auditu’ verklaringen. Subsidiair heeft de raadsvrouw van verdachte zich op het standpunt gesteld dat, indien sprake is geweest van seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1], deze uitbuiting door andere mannen heeft plaatsgevonden.
Meer subsidiair heeft de raadsvrouw van verdachte betoogd dat de rol van verdachte beperkt is gebleven tot die van chauffeur in een zeer beperkte periode.
Op deze standpunten en op hetgeen overigens nog naar voren is gebracht, wordt hieronder voor zover relevant ingegaan.
Beoordeling door de rechtbank
Vast staat dat [slachtoffer 1] in de periode van 17 oktober 2013 tot en met 7 december 2013 in de
prostitutie heeft gewerkt. De vraag is of zij daartoe door verdachte en (een) ander(en), met het oogmerk van uitbuiting en door toepassing van dwang- en drukmiddelen, is gedwongen.
De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. [slachtoffer 1] heeft daarover uitgebreid verklaard en haar verklaringen worden bovendien op belangrijke onderdelen ondersteund door andere (op zichzelf staande) bewijsmiddelen. De rechtbank heeft aldus geen reden te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van haar verklaringen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De verklaring van [slachtoffer 1]
Toen [slachtoffer 1] net 18 jaar werd, kreeg zij (opnieuw) contact met [verdachte]
(is verdachte; hierna: [verdachte]). [verdachte] had een boete gekregen en had geld nodig. [slachtoffer 1] moest seks met klanten hebben zodat hij de boete kon betalen. [8]
Ook moest een bedrag worden betaald aan een hotel. [slachtoffer 1] heeft daarover verklaard: ‘(..) ik [heb] met [verdachte] en [medeverdachte 1]
(is medeverdachte [medeverdachte 2]; hierna [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2])een hotel genomen. Dat was hotel [hotel] in Ede of Wageningen.(..) [verdachte] boekte voor ons twee. (..) [medeverdachte 1] had hij stiekem binnen gelaten. (..) Na deze boeking kwam het gezeur. (..) De receptie had via camera beelden gezien dat [medeverdachte 1] ook naar binnen was gegaan en daarom moest er nog voor [medeverdachte 1] worden betaald. [verdachte] en [medeverdachte 1] zeiden tegen mij dat ze een probleem hadden en dat er nog betaald moest worden. (..) Ze vertelden mij dat er over een paar dagen betaald zou moeten worden anders zou de politie bij ons aan de deur komen. (..) Ik dacht, ik ga het maar regelen want ik wil geen gezeur met mijn ouders en straks mag ik niet weg. (..) [verdachte] had een Turkse kapper gebeld en ik kon het gesprek niet volgen omdat het in het Turks was. (..) De bedoeling was dat ik seks met hem moest hebben en het geld aan [medeverdachte 1] en [verdachte] moest geven. (..) Ik had geen andere opties op dat moment. Als zij de politie en mijn ouders er niet bij hadden gehaald dan had ik het zeker niet gedaan. (..)
We zijn naar Ede gereden. (..) Deze kapper werd een vaste klant van mij. (..) Toen we binnenkwamen hadden wij meteen seks. (..) Ik dacht ik moet van mijn boete af en dan ben ik daar vanaf. De Turkse man gaf het geld aan [medeverdachte 1], niet aan mij. (..) Ik zei dan wel tegen [medeverdachte 1] en [verdachte] dat ik ook geld wilde hebben. Ik zei dat we het geld eerlijk moesten delen. Zij zeiden dat als ik het geld mee zou nemen naar huis mijn ouders erachter zouden komen. (..)
[verdachte] heeft tegen mij gezegd dat als we leuke dingen wilden doen ik eerst geld moest maken.
Ik ben toen vaker naar deze Turkse kapper gegaan en ik heb nog meer klanten gehad om aan geld te komen. (..) Ik gaf altijd al het geld aan hun af dat ik had verdiend.’ [9]
Eenmaal zou [slachtoffer 1] de helft van het geld zelf hebben gehouden. [verdachte] en [medeverdachte 1] zeiden vervolgens dat ze haar niet meer naar huis toe zouden brengen, omdat de benzine op was.
Ze hadden geld nodig om te tanken. Daarop gaf [slachtoffer 1] alsnog het geld af omdat ze anders haar vader moest bellen. [10] [slachtoffer 1] moest het geld dat zij van klanten kreeg, afgeven aan [verdachte]. Pijpen deed ze zonder condoom en ze moest ook doorwerken als zij ongesteld was. [11] Op enig moment vroeg [slachtoffer 1] waar het geld bleef. [verdachte] zei daarop dat hij niet genoeg geld had, omdat er ook onkosten werden gemaakt zoals bijvoorbeeld aan benzine. [12]
[slachtoffer 1] heeft voorts verklaard dat ze bedreigd werd door de twee jongens. ‘Ze vertelden mij dat ze wisten waar ik woonde. Ik wilde op een gegeven moment geen klanten meer en ik wilde geen telefoon meer opnemen waar klanten op belden. Ze vertelden ook dat ze wisten waar mijn stage adres was. Ik heb ze nooit verteld waar ik woonde. Maar ik heb ze later wel door mijn straat zien rijden. Ze omschreven mijn huis en vertelden op welk adres ik woonde. Die avond reden ze ook samen met mij langs mijn huis en vroegen ze aan mij “moeten we je niet thuis afzetten?” Ik wilde niet dat ze mijn familie lastig gingen vallen. [13]
In de zomer van 2013 had [slachtoffer 1] een seksueel getint filmpje van zichzelf opgenomen en naar haar ex-vriendje verstuurd. Op de beelden was zij - herkenbaar - naakt te zien. Ook was te zien dat zij zichzelf vingerde en met haar borsten speelde. [14] [verdachte] [15] en [medeverdachte 1] hadden dit filmpje in hun bezit. Ze lieten dat zien aan [slachtoffer 1]. [verdachte] zei dat hij het ex-vriendje van [slachtoffer 1] had gewaarschuwd dat hij het niet aan iemand anders mocht laten zien. [verdachte] vond dat [slachtoffer 1] daar wel wat voor terug moest doen. [verdachte] zei dat hij anders het filmpje bij [slachtoffer 1] ouders en opa en oma zou laten zien. Hij zou het door heel Nederland sturen. [16]
Klanten kwamen met [slachtoffer 1] in contact via [site 1] en [site 2]. [17] Volgens [slachtoffer 1] had [verdachte] een seksadvertentie met zijn iPhone gemaakt. [18] [verdachte] had een plek waar hij gebruik kon maken van Wi-Fi. [verdachte] belde dan naar zijn vriend en vroeg om de Wi-Fi code. Vanuit de auto werden dan klanten geregeld en werd de advertentie omhoog gebeld. [19] De naam in de advertentie was “[alias]”. [20]
[slachtoffer 1] ging met de auto naar klanten toe: ‘[verdachte] reed altijd. [medeverdachte 1] zat er naast. [verdachte] bracht mij ook wel eens alleen naar klanten toe.’ [21] [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij in Arnhem, Ede en Nijmegen naar klanten ging. In Nijmegen was [betrokkene 1] haar vaste klant. [22] [betrokkene 1] betaalde € 90,- of € 75,-. [slachtoffer 1] kreeg het geld en gaf alles aan [medeverdachte 1] en [verdachte]. [23] Een andere klant zat in Veenendaal. Hij betaalde aan [slachtoffer 1] en zij gaf het geld af. ‘Het geld heb ik aan [medeverdachte 1] en [verdachte] gegeven. Ik heb nog geprobeerd om het zelf te houden. Maar toen ik de auto in kwam vroegen zij daar gelijk naar. Ik heb toen het geld aan hun gegeven.’ [24] Ook in Arnhem had [slachtoffer 1] een klant. Deze was eerder klaar dan het vooraf afgesproken uur en wilde daarom € 20,- terug: ‘Ik belde [medeverdachte 1] op om te vragen of dit kon. (..) Dat was omdat [medeverdachte 1] de afspraak had geregeld met deze klant. [medeverdachte 1] zei tegen mij dat dit niet kon.’ [25] Een andere klant was een man in Arnhem. Dat betrof een Marokkaans/Surinaams of Marokkaans/Antilliaanse man. [26]
De cardates waren bij het Horapark in Ede en in Nijmegen op de Dijkgraaf van Wijckweg. [27]
Over medeverdachte [medeverdachte 3] heeft [slachtoffer 1] verklaard: ‘Als [betrokkene 2] kwam moesten we de hele nacht doorgaan. (..) Hij reageerde via Seksjobs. [medeverdachte 1], [verdachte] en ik moesten naar een plek komen.
(..) [betrokkene 2] kwam met zijn eigen auto. Dat was volgens mij een Audi A6. Een hele mooie dure auto, een witte. [28] Ik had hem eerst als klant. (..) Hij deed vrouwen wegbrengen en daar verdiende hij heel veel geld mee. (..) Ik heb hem toen alleen gepijpt. Toen was het klaar en toen vroeg hij aan mij dingen over het werk wat ik deed. Hij zei dat hij wist hoe hij ons kon helpen. Hij zou het er ook nog met mijn jongens over hebben. Met mijn jongens bedoel ik [verdachte] en [medeverdachte 1]. (..) Ik hoorde [betrokkene 2] zeggen dat wij het anders aan moesten pakken. Hij zei klanten geloven jullie niet en jullie jagen klanten weg. (..) Ze spraken met elkaar af dat [verdachte] en [medeverdachte 1] soms zijn meisjes weg zouden brengen en [betrokkene 2] zou mij dan wegbrengen. (..) [betrokkene 2] ging voor ons klanten regelen via zijn laptop. Dat deed hij bij ons in de auto. (..) Hij wilde elke keer na een bespreking een pijpbeurt. Dat deed ik ook. Ik vond dat erg om te doen. (..) Ik kreeg er geen geld voor. (..) Als ik [betrokkene 2] moest pijpen vroeg hij aan [verdachte] en [medeverdachte 1] of hij nog een rondje van de zaak mocht.’ [29]
[slachtoffer 1] wilde het liefst klanten pijpen met condoom: ‘(..) Toen zei [betrokkene 2] dat ik voor in bij een jongen moest knijpen en er komt spul uit dan heeft hij een soa. [30] Ik heb hem ook verteld dat ik dit werk niet vrijwillig deed.’ [31]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij speciaal onderwijs heeft gevolgd en een licht verstandelijke beperking heeft. [32]
In het hiernavolgende zal worden ingegaan op de bewijsmiddelen die voornoemde verklaringen van [slachtoffer 1] op belangrijke punten ondersteunen.
(Licht) verstandelijke beperking [slachtoffer 1]
In oktober 2013 is uit een IQ-onderzoek gebleken dat [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) een beneden gemiddeld IQ heeft van 87 [33] en vijf dagen per week stage loopt bij [bedrijf], zijnde een instelling die een dagbesteding biedt aan personen met een beperking. [34] Gezien deze informatie concludeert de rechtbank dat [slachtoffer 1] een (licht) verstandelijke beperking heeft.
Het seksfilmpje
Op de iPhone die (op 25 maart 2014) onder verdachte in beslag is genomen [35] zijn
videobestanden aangetroffen van [slachtoffer 1], waarop te zien is dat zij seksuele handelingen verricht bij zichzelf. [36] Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op [site 1] een advertentie zag met de naam [alias] en dat hij een afspraak maakte. [37] Toen hij de vrouw (waarvan hij vermoedt dat ze “[slachtoffer 1]” heet, omdat zij die naam een paar keer noemde) vroeg waarom zij dit werk deed, vertelde ze dat haar ex-vriend een keer een seksfilmpje van haar had gemaakt en hij, als zij dit werk niet zou doen, hij het seksfilmpje zou verspreiden. [38]
Boetes
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [alias] hem heeft verteld dat zij het met de prostitutiewerkzaam-heden verdiende geld niet mocht houden, omdat [verdachte] bekeuringen moest betalen. [39]
Hotel [hotel]
Door hotel [hotel] te Ede is een (extra) bedrag van € 47,50 bij [verdachte] in rekening gebracht vanwege het feit dat hij in de nacht van 25 op 26 oktober 2013 – terwijl hij een boeking voor twee personen had gemaakt – met een andere man voor geluidsoverlast heeft gezorgd en een derde persoon (een vrouw) op de kamer heeft gehad. [40]
Het stageadres
Op 16 december 2013 is met telefoonnummer [nummer 1], zijnde een telefoonnummer dat bij seksadvertenties van de persoon “[alias]” staat vermeld, naar “[bedrijf]” gebeld door een persoon die zich voordeed als de neef van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 1] aan de telefoon wilde. [41]
Telefoonnummer [nummer 1]
De rechtbank acht bewezen dat telefoonnummer [nummer 1] in gebruik was bij verdachte.
In de slaapkamer van [verdachte] is immers verpakkingsmateriaal aangetroffen van de telefoon met nummer [nummer 1]. [42]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft voorts verklaard dat hij dacht dat dit nummer van [verdachte] was. [43]
Het telefoonnummer is ook afgeluisterd. Op 5 en 10 februari 2014 zijn telefoongesprekken opgenomen met een bank en een woningcorporatie, waarbij de gebruiker van dit nummer zich [verdachte] noemt, waarbij op 5 februari 2014 ook nog verdachtes GBA-adres wordt opgegeven. [44] Dat het nummer van [slachtoffer 1] zou zijn en hij haar telefoon voor die laatstgenoemde gesprekken een paar keer zou hebben geleend acht de rechtbank niet aannemelijk, temeer niet nu verdachte verklaard heeft dat sinds december 2013 het contact met [slachtoffer 1] was verbroken. [45]
Seksuele handelingen met medeverdachte [medeverdachte 3]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat “[alias]” hem kende als “[betrokkene 2]” [46] , dat hij via [site 1] met haar in contact is gekomen en zij in de periode november/december 2013 met twee (volgens hem Turkse) jongens naar Ede is gekomen waar zij hem – tegen voorafgaande betaling van € 25,- aan de kleinste jongen “[verdachte]”, de bestuurder – zou hebben gepijpt. [47]
[alias] zou hem, bij de eerste keer rijden in het kader van de escort, ook hebben gepijpt. Hij zou daarvoor niets of € 25,- hebben betaald. [verdachte] had hem gevraagd of hij nog wat van [alias] wilde en hij had gereageerd “je bedoelt een rondje van de zaak”. [48] Volgens [medeverdachte 3] wordt geadverteerd met een prijs van € 75,- voor een half uur, maar is € 50,- gebruikelijk. [49]
Klanten en betalingen
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij reageerde op de advertentie van [slachtoffer 1], die hij bij een fotoconfrontatie heeft herkend als “[alias]”, op [site 1]. Ze kwam bij hem met een jongen tussen de 25-30 jaar, type Marokkaan. De jongen voerde het woord en [getuige 3] betaalde hem vooraf € 150,-. [50]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij heeft gereageerd op de advertentie van [slachtoffer 1] op [site 3]. Toen [slachtoffer 1] bij [getuige 2] kwam, was er een Turkse of Marokkaanse jongen bij haar. De jongen vroeg om het geld en [getuige 2] overhandigde het aan hem. [51]
Uit de historische gegevens van telefoonnummer [nummer 2] is gebleken dat er op 17 novem-ber 2013 vijf maal contact is geweest met het telefoonnummer dat op naam stond van getuige [getuige 2] in Huissen. Gebleken is voorts dat het telefoonnummer [nummer 3] dat bij [verdachte] in gebruik [52] was, op 17 november 2013 om 04.40 uur en 5.03 uur een zendmast in Huissen aanstraalt. [53]
Getuige [betrokkene 3] was eveneens een klant van [slachtoffer 1]. Hij had haar advertentie gezien op [site 1]. [54] [slachtoffer 1] is zo’n twee of drie keer bij hem geweest.
Alleen de eerste keer was er een jongen bij. Deze jongen was Turks of Marokkaans. [betrokkene 3] betaalde de eerste keer aan de jongen. [55]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op een advertentie op [site 1] heeft gereageerd en zijn bericht werd beantwoord vanaf het e-mailadres “[emailadres 1]”, met daarbij als telefoonnummer [nummer 4]. Hij sprak met “[alias]” af aan de Dijkgraaf van Wijkweg in Arnhem (rechtbank: bedoeld zal zijn Dijkgraaf van Wijckweg te Nijmegen).
Ze kwam aanrijden in een hele luxe witte auto. Dit was een Audi, Mercedes of BMW. [56] Een aantal dagen later zag getuige [getuige 1] dezelfde advertentie, alleen nu met het telefoonnummer [nummer 5]. [57]
Het telefoonnummer [nummer 4] staat op naam van (medeverdachte) [medeverdachte 3]. [58] In de periode van 21 december 2011 tot en met 17 januari 2014 had [medeverdachte 3] een witte Audi A5 op zijn naam staan. [59] Verder heeft [medeverdachte 3] het emailadres “[emailadres 1]” aangemaakt voor onder de seksadvertentie van [alias]. [60]
Het telefoonnummer [nummer 5] staat op naam van (medeverdachte) [medeverdachte 2]. [61]
Op de sites [site 3] en www.sexxjobs.nl zijn, door een adverteerder die het emailadres “[emailadres 2]” gebruikt, advertenties aangemaakt waarin de naam “[alias]” wordt gebruikt en waarbij het telefoonnummer [nummer 1], waarvan de rechtbank heeft vastgesteld dat het werd gebruikt door verdachte, staat vermeld. Het IP-adres staat op naam van [verdachte]. [62]
[verdachte] heeft erkend dat hij het emailadres “[emailadres 2]” gebruikt. Hij heeft ook verklaard dat hij [slachtoffer 1] enkele keren naar klanten heeft gebracht en daarvoor een benzinevergoeding kreeg. Hij heeft verklaard dat [slachtoffer 1] via seksadvertenties aan klanten kwam en dat hij met [slachtoffer 1] in de woning van zijn ouders seksadvertenties heeft gemaakt. [63]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] op een foto herkent als “[alias]”, verdachte als “[verdachte]” en medeverdachte [medeverdachte 2] als de andere, wat zachtaardige knul. [64]
Een week nadat [medeverdachte 3] seks met “[alias]” had gehad, werd hij benaderd of wilde rijden voor de escort. [medeverdachte 3] zou voor zowel een ritje naar Arnhem als een ritje naar Nijmegen € 15,- hebben ontvangen. [65] Volgens [medeverdachte 3] had [verdachte] altijd het geld, gaf [verdachte] hem € 30,- en zei hij dat ze de rest met z’n drieën moesten verdelen. [66]
De jongens vertelden hem dat ze, toen [medeverdachte 3] er nog niet bij was, [alias] altijd bij de deur afzetten of bij de auto van de klant, en de klanten dan aan de jongens moesten betalen. Toen [medeverdachte 3] erbij kwam, gaf hij aan dat dit niet discreet was en werd door de klanten rechtstreeks aan [alias] betaald. [alias] gaf het geld als ze terug kwam aan [verdachte]. [alias] deed in Nijmegen bij het gemaal cardates en dan stonden de twee jongens, [medeverdachte 3] en [alias] bij het gemaal. [67] [medeverdachte 3] zou [alias] naar klanten in Arnhem, Nijmegen en Tiel hebben gereden. [68] [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij mogelijk tegen [alias] heeft gezegd dat als er rommel uit een piemel komt, je een soa hebt en je dan moet wegwezen. [69]
De twee jongens zouden [medeverdachte 3] hebben gevraagd om te adverteren op [site 1]. [70] [medeverdachte 3] heeft verklaard dat [verdachte] een advertentie heeft gezet en dat [medeverdachte 3] zelf een advertentie heeft gezet voor cardates in Nijmegen. [71] [medeverdachte 3] heeft ook verklaard dat [verdachte] onderweg in de auto de laptop van [medeverdachte 3] gebruikte. [medeverdachte 3] had de laptop bij zich, zodat ze de prijs in de advertentie konden aanpassen om meer reacties te krijgen. [medeverdachte 3] heeft weleens de advertentie van internet gehaald om deze er opnieuw op te plaatsen, zodat deze weer bovenaan kwam te staan. [72] [verdachte] belde ook in op het account om de advertentie weer bovenaan te krijgen. [73]
Reeds is vastgesteld dat [slachtoffer 1] in de periode van 17 oktober 2013 tot en met 7 december 2013 tegen betaling seksuele handelingen heeft verricht met diverse mannen in Ede, Tiel, Nijmegen, Wageningen en Arnhem.
De rechtbank is voorts van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat [verdachte] [slachtoffer 1] heeft afgeperst door onder meer te dreigen een seksfilmpje van haar openbaar te maken, haar heeft misleid door te zeggen dat geld nodig was voor de betaling van een boete, het betalen van de overnachting van een extra persoon in hotel [hotel], het betalen van benzine en geld om leuke dingen te doen. Ook heeft [verdachte] naar het oordeel van de rechtbank misbruik gemaakt van de verstandelijke beperking van [slachtoffer 1] en van het feit dat zij kennelijk verliefd op hem was. [verdachte] heeft [slachtoffer 1] aangezet zich beschikbaar te stellen voor seksuele diensten tegen betaling, en haar haar opbrengsten aan hem laten afstaan en daar dus voordeel uitgetrokken. Naar het oordeel van de rechtbank bestond daartoe een nauwe en bewuste samenwerking met zijn medeverdachten.
De stelling van de verdediging dat [slachtoffer 1] vrijwillig als prostituee zou hebben gewerkt, wordt naar het oordeel van de rechtbank niet slechts door de verklaring van [slachtoffer 1] zelf maar ook door andere bewijsmiddelen (niet zijnde louter “de auditu” verklaringen) weersproken. Uit het dossier volgt, immers zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, dat sprake was van afpersing, misleiding en het misbruik maken van de kwetsbare positie van [slachtoffer 1]. Overigens is instemming/vrijwilligheid van een slachtoffer met de beoogde of bestaande mensenhandel volstrekt niet relevant, indien één van de in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht genoemde dwangmiddelen is gebruikt en dat is in deze het geval.
Ook het betoog dat [slachtoffer 1] niet door [verdachte] en/of zijn medeverdachten zou zijn uitgebuit maar voor onbekende andere Marokkaanse mannen zou werken, dan wel dat de rol van verdachte beperkt is gebleven tot die van chauffeur gedurende een zeer beperkte periode, wordt door de aangehaalde bewijsmiddelen weerlegd. Hetgeen verdachte daaromtrent heeft verklaard, acht de rechtbank volstrekte nonsens.
Ten aanzien van het onder feit 2 ten laste gelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op de telefoon die onder [verdachte] in Ede in beslag is genomen, (te weten een iPhone A.05.03.002) [74] , is een videobestand aangetroffen waarop te zien is dat [slachtoffer 1] seksuele handelingen verricht bij zichzelf. [75] Ook op een SD kaart, die in de woning van [verdachte] in Ede in beslag is genomen, (te weten een SD kaart A.05.02.002.004) [76] is een videobestand aangetroffen waarop te zien is dat [slachtoffer 1] seksuele handelingen verricht bij zichzelf. [77]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 ten laste gelegde feit. De telefoon en de SD kaart zijn onder verdachte in beslag genomen.
Ten aanzien van de minderjarigheid heeft de wetgever de leeftijd geobjectiveerd. Verdachte had het materiaal in zijn bezit en is derhalve strafbaar.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich onder meer op het standpunt gesteld dat, hoewel verdachte het filmpje in zijn bezit had, dit direct van aangeefster afkomstig was. Zij heeft het verspreid. Verdachte heeft niet gedreigd met verspreiden van het filmpje.
Beoordeling door de rechtbank
De film op de in de woning van [verdachte] aangetroffen SD kaart heeft als bestandsnaam [naam]. [78] De rechtbank gaat er - gelet op de naam van het bestand - vanuit dat de film op de inbeslaggenomen SD kaart op 26 augustus 2013 om 17.09 uur gemaakt is. Dit sluit aan bij de verklaring van [slachtoffer 1] dat zij het filmpje in de zomer van 2013 had opgenomen voor haar ex-vriendje, zoals reeds onder feit 1 is besproken. [slachtoffer 1] was derhalve minderjarig ten tijde van het opnemen van het filmpje. Op het filmpje is te zien dat [slachtoffer 1] zichzelf vingert en met haar borsten speelt. Ze is naakt op het filmpje. [79] Met betrekking tot het filmpje van [slachtoffer 1] op de iPhone van [verdachte], heeft [verdachte] toegegeven dat hij dit in zijn bezit had. De verklaring van [verdachte] dat [slachtoffer 1] het filmpje zelf naar hem verzonden heeft, acht de rechtbank gelet op hetgeen onder feit 1 is overwogen, niet aannemelijk geworden. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat, zelfs wanneer dit wel aannemelijk was geworden, dit niet af doet aan het feit dat [verdachte] opzettelijk kinderporno onder zich had. Met betrekking tot de SD kaart heeft [verdachte] verklaard dat [slachtoffer 1] deze kaart in zijn auto had laten liggen. De rechtbank acht dit verhaal evenmin aannemelijk. Wederom merkt de rechtbank ten overvloede op dat zelfs wanneer dit het geval is, dit onverlet laat dat [verdachte] het filmpje (bewust) onder zich had.
ConclusieDe rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 17 oktober 2013 tot en met 7 december 2013
te Ede en Renswoude en Tiel en Nijmegen en Huissen en Wageningen en Arnhem,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
A) een ander, te weten [slachtoffer 1],
telkens door dreiging met een andere feitelijkheid, door afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 1°)
en
- heeft gedwongen en bewogen zich beschikbaar te stellen tot diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandigheden enige handelingen heeft ondernomen waarvan verdachte en verdachtes mededader(s) wist(en) dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard (sub 4°)
en
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en verdachte(s) mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 1], seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (sub 9°)
en
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1],
(sub 6°)
immers heeft verdachte en/of diens mededader(s)
- terwijl die [slachtoffer 1] een licht verstandelijke beperking heeft,
- die [slachtoffer 1] gechanteerd een seksfilmpje van haar openbaar te maken en
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij een boete moest betalen voor verdachte en/of diens mededader(s) en
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij een bedrag aan een hotel moest betalen en
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat het geld op was en/of de benzine op was en
- die [slachtoffer 1] beloofd met haar leuke dingen te gaan doen als er eerst geld werd gemaakt en
- tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij, verdachte en/of diens mededader(s), wisten waar die [slachtoffer 1] woonde en waar het stageadres van die [slachtoffer 1] was en
- die [slachtoffer 1] gedwongen een medeverdachte, te pijpen en die [slachtoffer 1] voor een goedkoper tarief en/of gratis seks laten hebben met een medeverdachte en
- seksadvertenties gemaakt voor die [slachtoffer 1] en op internet geplaatst en beheerd en omhoog geplaatst en
- klanten voor die [slachtoffer 1] geregeld en
- die [slachtoffer 1] naar klanten gebracht en gehaald en
- die [slachtoffer 1] laten werken als ze ongesteld was en
- die [slachtoffer 1] klanten laten pijpen zonder condoom en
- het door die [slachtoffer 1] verdiende geld ingenomen;
2.
hij in de periode van 26 augustus 2013 tot en met 13 december 2013 te Ede
één of meermalen (telkens) meerdere, althans (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) (telkens) van [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2]), te weten
- een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (iPhone A.05.03.002) bevattende 1 film, van die [slachtoffer 1] en
- een gegevensdrager, te weten een SD kaart (A.05.02.002.004) bevattende 1 film, van die [slachtoffer 1], in bezit gehad,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 2]), was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- vaginale penetratie met haar eigen vingers en
- poseren met de nadruk op haar geslachtsdelen en
- seksuele handelingen bij zichzelf verrichten waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad. Verder is hetgeen meer of anders ten laste is gelegd, niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Mensenhandel, door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 2:
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die de kennelijke leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in het bezit hebben, meermalen gepleegd
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. De officier van justitie is hiertoe gekomen gelet op de ernst van de feiten alsmede de richtlijnen ter zake van seksuele uitbuiting.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van feit 1 verzocht om rekening te houden met de korte periode waarin aangeefster als prostituee werkzaam was. Voorts heeft de verdediging verzocht om rekening te houden met de beperkte rol van verdachte. Met betrekking tot feit 2 heeft verdediging verzocht om geen straf op te leggen aan verdachte omdat aangeefster het filmpje zelf aan verdachte verstuurd zou hebben toen zij meerderjarig was.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij mede is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 8 oktober 2014; en
 een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, d.d. 17 juni 2014, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan mensenhandel van een net 18-jarige, licht verstandelijk beperkte vrouw, waarbij hij het slachtoffer ertoe dwong om zich te prostitueren en vrijwel al het geld dat zij verdiende aan hem te geven. Verdachte heeft zijn persoonlijk gewin uitdrukkelijk gesteld boven de lichamelijke integriteit en vrijheid van deze jonge vrouw. Verdachte heeft gewacht tot aangeefster 18 was en heeft haar vervolgens benaderd. Verdachte chanteerde aangeefster met een seksueel getint filmpje van haar dat hij in zijn bezit had gekregen. Hij dreigde dat hij wist waar zij woonde en stage liep. Ook maakte hij misbruik van haar beperkte verstandelijke vermogens en haar drang naar het krijgen van (zijn) aandacht. Door zijn handelen heeft verdachte de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer geschonden en heeft hij inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en geestelijke integriteit.
Mensenhandel is een ernstige vorm van criminaliteit. Het leed en de gevolgen voor de slachtoffers zijn groot.
Ten voordele van verdachte weegt de rechtbank mee dat het bewezen geachte in vergelijking tot andere zaken een relatief korte periode beslaat, er sprake is van één slachtoffer en verdachte geen fysiek geweld heeft gepleegd tegen het slachtoffer. Om misverstanden te voorkomen, merkt de rechtbank op dat het met woordkeuze niet tot uitdrukking wil brengen, dat deze mensenhandelzaak ‘minder erg’ is als een andere. Zij heeft slechts deze zaak willen afzetten tegen andere zaken.
Verdachte is voorts betrekkelijk jong en is een first offender op dit gebied. De rechtbank houdt ten slotte rekening met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De rechtbank overweegt dat zij ter voorkoming van recidive een voorwaardelijk strafdeel met een proeftijd van 3 jaren noodzakelijk acht, gelet op het feit dat uit het dossier aanwijzingen volgen dat verdachte blijkbaar ook bemoeienis heeft of wil hebben met prostitutiewerkzaamheden door andere meisjes.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur, passend en geboden is.
Ten aanzien van het beslag
De na te melden inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zijnde:
  • een Apple iPhone, nr. A.05.03.002;
  • een SD kaart, nr. A.05.02.002.004;
zijn voorwerpen met behulp waarvan het onder 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan en die aan verdachte toebehoren. Deze voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
6A. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit.
Gevorderd wordt een bedrag van € 5.800,-, bestaande uit een bedrag van € 2.800,- aan materiële schade, vanwege het afstaan van de inkomsten uit haar prostitutiewerkzaamheden, gebaseerd op een forfaitaire vergoeding van € 400,- per week, en een bedrag van € 3.000,- aan immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht om de vordering van € 5.800,- hoofdelijk toe te wijzen, met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht om de vordering van de benadeelde partij af te wijzen omdat geen sprake is van seksuele uitbuiting. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de vordering te matigen in verband met de beperkte rol van verdachte alsmede de verkorte periode.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van de immateriële schade
Aan de benadeelde partij is door het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit
rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte en zijn mededaders toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade begroot op het gevorderde bedrag van € 3.000,-.
Ten aanzien van de materiële schade
De rechtbank zal de civiele vordering tot een bedrag van € 2.800,- aan materiële schade toewijzen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overlegde stukken is vastgesteld.
De totale toe te wijzen vergoeding van € 5.800,00 wordt hoofdelijk opgelegd in die zin dat verdachte niet meer tot vergoeding is gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn medeverdachte(n) is of wordt voldaan. Aan het verzoek van de verdediging om de vordering, ingeval van toewijzing, niet hoofdelijk toe te wijzen, kan niet worden voldaan. Hoofdelijkheid vloeit eenvoudigweg voort uit de wet.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 7 december 2013.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36b, 36c, 36f, 57, 240b en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaartbewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaartniet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaatdat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten als vermeld onder punt 4.
Verklaartverdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeeltverdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Bepaaltdat van deze gevangenisstraf 8 (acht) maanden niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveeltovereenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van het beslag
Beveeltde onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een Apple iPhone, nr. A.05.03.002;
- een SD kaart, nr. A.05.02.002.004;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover medeverdachte [medeverdachte 3] of een andere medeverdachte betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer 1], te betalen € 5.800,- (zegge: vijfduizend achthonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover medeverdachte [medeverdachte 3] of een andere medeverdachte betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer 1], te betalen € 5.800,- (zegge: vijfduizend achthonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2013 tot aan de dag der algehele voldoening bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 64 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. M.J. Ouweneel, voorzitter, mr. T.P.E.E. van Groeningen en mr. S. Kropman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.W.M. Heutinck en mr. H.L. Miedema, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 november 2014.
Mrs. Ouweneel en Kropman zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, Team mensenhandel, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek Mare, 07DMH13009, BVH nr. (pl0700)2013132158, gesloten op d.d. 5 juni 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van intake, p. 65, vierde alinea en p. 66, zesde alinea;
3.Het proces-verbaal van intake, p. 66, eerste regel.
4.Het proces-verbaal verhoor aangeefster p. 82, eerste alinea; proces-verbaal verhoor aangeefster p. 85, eerste alinea.
5.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting, d.d. 10 november 2014.
6.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 november 2014, het proces-verbaal van verhoor van aangeefster, p. 74, derde alinea, het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4], p. 133, achtste alinea, en het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1136, eerste alinea.
7.Het proces-verbaal van intake p. 64, vijfde alinea.
8.Het proces-verbaal van intake, p. 65, vierde alinea.
9.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 72-76, voor zover hiervoor weergegeven.
10.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 76, tiende alinea.
11.Het proces-verbaal van intake, p. 66, eerste, tweede en vierde alinea.
12.Het proces-verbaal van intake, p. 64-66.
13.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 77, derde alinea.
14.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 88, laatste alinea.
15.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting, d.d. 10 november 2014.
16.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 89, tweede alinea.
17.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 77, vijfde alinea.
18.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 77, zesde alinea.
19.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 78, vijfde alinea.
20.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 79, eerste alinea.
21.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 80, voor zover hiervoor weergegeven.
22.Het proces-verbaal van aangifte, p. 80, achtste en negende alinea.
23.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 81, derde alinea.
24.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 81, laatste alinea.
25.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 82, eerste alinea.
26.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 85, eerste alinea.
27.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 87, eerste en vijfde alinea.
28.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 87 zesde alinea.
29.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 86, negende alinea.
30.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 86, negende alinea.
31.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 87-88, voor zover hiervoor weergegeven.
32.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 73, derde en vierde alinea.
33.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 5], p. 108, zevende alinea en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 6], p. 127, derde alinea.
34.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 7], p. 111, vierde alinea, p. 112, tweede alinea en
35.De kennisgeving van inbeslagneming, p. 1758.
36.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 353, vijfde alinea en de verklaring van verdachte ter terechtzitting, d.d. 10 november 2014.
37.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], p. 188, eerste en derde alinea.
38.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], p. 189, eerste alinea.
39.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1133, vierde alinea en p. 1136, eerste alinea.
40.Het proces-verbaal van bevindingen (hotel [hotel] Ede), p. 158, een nota van hotel [hotel] in Ede, p. 163 en een email van een medewerker van hotel [hotel] in Ede van 26 oktober 2013, p. 173.
41.Het proces-verbaal van bevindingen (n.a.v. telefoongesprek met [betrokkene 4] van “[bedrijf]” te Barneveld), p. 115.
42.Het proces-verbaal van bevindingen (betreffende gefotografeerde goederen [adres] te Ede),
43.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3], p. 1142, tiende alinea.
44.Het proces-verbaal van bevindingen p. 522.
45.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 10 november 2014.
46.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1137, vijfde alinea.
47.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1133, tweede, vierde, vijfde, zesde en negende alinea en p. 1134, eerste, derde, vierde, vijfde en twaalfde alinea.
48.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1146, zevende, achtste, negende en twaalfde alinea (vijfde regel).
49.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1144, twaalfde alinea.
50.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3], p. 720, derde, vierde, achtste en tiende alinea.
51.Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2], p. 708, achtste en tiende alinea.
52.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte p. 1095 alinea zeven-twaalf.
53.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 650, laatste alinea.
54.Het proces-verbaal verhoor getuige M. Dighadouini, p. 714, vijfde alinea.
55.Het proces-verbaal verhoor getuige M. Dighadouini, p. 714, zesde alinea.
56.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], p. 188.
57.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], p. 189, zesde alinea.
58.Het proces-verbaal van bevindingen (identiteit [betrokkene 2]), p. 195, vierde alinea en p. 196, eerste alinea en het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1134, twaalfde alinea.
59.Het proces-verbaal van bevindingen (identiteit [betrokkene 2]), p. 196, tweede alinea.
60.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1143, vierde, vijfde en zesde alinea.
61.Het proces-verbaal van bevindingen (identiteit [betrokkene 2]), p. 195, vierde alinea en p. 196, eerste alinea.
62.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek gevorderde gegevens sekssites), p. 254 en 255.
63.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte p. 1105 regel 21, de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 november 2014.
64.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1139, achtste, negende en tiende alinea, gelezen in samenhang met p. 1825, 1826, 1828 en 1829.
65.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1135, tweede tot en met zesde alinea en de achtste tot en met tiende alinea.
66.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1141, eerste en tweede alinea.
67.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1135, tweede tot en met zesde alinea en de achtste tot en met tiende alinea.
68.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1145, tweede alinea.
69.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1150, derde en vierde alinea.
70.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1133, tweede alinea en p. 1134, twaalfde alinea.
71.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1135, twaalfde en dertiende alinea.
72.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1145, tiende, twaalfde en dertiende alinea en p. 1146, eerste alinea.
73.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3], p. 1136, tiende alinea.
74.De kennisgeving van inbeslagneming, p. 1758.
75.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 353, vijfde alinea; de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 10 november 2014.
76.De kennisgeving van inbeslagneming, p. 1756.
77.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 380, vierde alinea, en p. 381, zevende alinea.
78.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek in beslag genomen goed, p. 1163, laatste alinea.
79.Het proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 88, laatste alinea; het proces-verbaal verhoor [getuige 4], p. 137, vierde alinea.