Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 25 juni 2014
- de antwoordakte van de gemeente van 20 augustus 2014
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 1 oktober 2014, hebben eisers, wonende te [plaats], een vordering ingesteld tegen de gemeente Wijchen. De kern van het geschil betreft de zichtbaarheid van een sporthal, die door de aanleg van een wal met daarop struikgewas nauwelijks zichtbaar is. Eisers stellen dat de gemeente de overeenkomst niet nakomt, omdat het zicht op de sporthal onvoldoende wordt doorbroken door het aangelegde groen. De rechtbank heeft in haar vonnis van 1 oktober 2014 vastgesteld dat de dichtheid van het struikgewas in de toekomst nog zal toenemen, waardoor het zicht op de sporthal verder beperkt zal worden. Dit betekent dat de gemeente voldoende heeft voldaan aan de verplichtingen uit de overeenkomst.
De procedure omvatte verschillende stappen, waaronder een tussenvonnis van 19 maart 2014 en een comparitie van partijen op 25 juni 2014. Tijdens deze comparitie zijn er verschillende producties overgelegd, maar de rechtbank heeft bepaald dat sommige producties niet relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen aanvullend proces-verbaal is opgemaakt, wat in strijd is met eerdere verwachtingen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de vorderingen van eisers worden afgewezen. Als de in het ongelijk gestelde partij zijn eisers veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn vastgesteld op € 3.715,- voor griffierecht en € 4.973,- voor het salaris van de advocaat. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.