ECLI:NL:RBGEL:2014:6877
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens onvoldoende specifieke volmacht en discrepantie in handtekeningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 oktober 2014 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser had een verzoek om informatie ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en was in beroep gegaan tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de door de gemachtigde overgelegde volmacht niet specifiek genoeg was en de handtekening van eiser op de volmacht niet overeenkwam met de handtekening op het Wob-verzoek. Ondanks dat de rechtbank de gemachtigde schriftelijk had gewezen op dit gebrek, werd het niet hersteld. Eiser is niet ter zitting verschenen, wat de situatie verder compliceerde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op basis van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor het in behandeling nemen van het beroep. De gemachtigde had een machtiging overgelegd, maar de rechtbank kon niet vaststellen dat deze volmacht voldoende was om namens eiser op te treden. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de gemachtigde niet tijdig een nieuwe volmacht heeft overgelegd, ondanks een verzoek daartoe. De discrepantie in handtekeningen en het ontbreken van een duidelijke machtiging leidden tot de conclusie dat de gemachtigde niet bevoegd was om het beroep in te stellen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.