Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
beschikking gezag en omgangsregeling
[Naam vader]
Het verloop van de procedure
De feiten
- [Naam minderjarige 1];
- [Naam minderjarige 2]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 oktober 2014 uitspraak gedaan in een verzoek van ouders om het ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen te herstellen. De ouders, die sinds 15 augustus 1996 met elkaar zijn gehuwd, waren op 15 juni 2011 ontheven van het gezag over hun kinderen, waarna Bureau Jeugdzorg Gelderland (BJZ) als voogd was aangesteld. De minderjarigen verblijven sinds 29 november 2004 in een pleeggezin. De ouders hebben op 3 juli 2014 een verzoekschrift ingediend om hun gezag te herstellen, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die een andere beslissing rechtvaardigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders zich vooral hebben beroepen op een rapport van een orthopedagoog, maar dit rapport bevatte geen nieuwe inzichten die de eerdere rechterlijke beslissingen konden ondermijnen. De rechtbank concludeerde dat de feitelijke situatie niet was veranderd ten opzichte van de eerdere ontheffingsbeschikkingen, en dat de minderjarigen niet aan de ouders konden worden toevertrouwd. De rechtbank heeft het verzoek van de ouders dan ook afgewezen, en de beschikking is openbaar uitgesproken. De ouders kunnen binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep instellen, indien zij dat wensen.