Op 31 oktober 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 december 2013 te Ewijk, gemeente Beuningen, als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was bij een verkeersongeval. De verdachte reed met zijn Fiat over de van Heemstraweg en naderde een rotonde zonder de voorrang te verlenen aan een fietser, [slachtoffer], die op het parallel aan de rotonde lopende fietspad reed. Ondanks dat er duidelijke verkeersborden en haaientanden op de weg aanwezig waren, heeft de verdachte de fietser te laat opgemerkt en is hij met de fietser in aanrijding gekomen. Het gevolg was dat de fietser zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder een trombosebeen.
Tijdens de zitting op 17 oktober 2014 heeft de officier van justitie, M. Rasing, gerekwireerd en de verdachte heeft zijn verdediging gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het zicht van de verdachte niet belemmerd was en dat hij onvoldoende op het verkeer heeft gelet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich aanmerkelijk onoplettend heeft gedragen, wat leidde tot de conclusie dat hij schuld had aan het ongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,- en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van het letsel van het slachtoffer. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is gepubliceerd op 31 oktober 2014.