Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 april 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 16 juli 2014 en de daaraan gehechte aantekeningen van mrs. Viëtor en Commijs (die eerste tevens houdende de conclusie van antwoord in reconventie) alsmede de daaraan gehechte brief van mr. Viëtor van 22 juli 2014
- de akte na comparitie van [naam 2 Holding BV]
- de antwoordakte van [bouwbedrijf naam 1BV].
2.De feiten
“Definitieve opdracht wordt verstrekt door de aannemer met e.v.t. op- aanmerkingen, van de zijde van de aannemer. Dit mag niet van invloed zijn op de prijs”. Ook is opgenomen dat de planning door de aannemer zal worden verstrekt, dat de bouw van de 1e fase zal beginnen op
“[…] Aannemer kan instemmen met de namen en opdrachtverslagen blad 01 t/m 04 d.d. 28 juni 2012. […]”.
“geen fabricaat SAB maar gelijkwaardig Brucha o.d.”. Op 2 juli 2012 heeft [naam 3 BV] een nieuwe offerte uitgebracht (productie 6 van [bouwbedrijf naam 1BV]), waarin de omschrijving van de toe te passen gevelplaten op verzoek van [naam 2 Holding BV]/[architect] is gewijzigd in
“geen fabricaat SAB, betrekken bij [bedrijf 4], zoals besproken”.
Na de bouwvergadering is er overleg geweest met de leverancier van de wandplaten i.v.m. oneffenheden in steenwol wandplaten. Begin volgende week zal er op de bouw worden besloten hoe we verder gaan en wat aanvaardbaar is. [naam A] neem a.s. maandag
“de geconstateerde gebreken binnen de MDG tolerantie vallen en dat de geboden oplossing puur uit coulance is van de leverancier en [naam 3 BV] en gezien de relatie met de architect wordt aangeboden”en doet zij een voorstel met een aantal opties. In een antwoordmail van [bouwbedrijf naam 1BV] aan [naam 3 BV] (met cc aan [architect]) d.d. 8 november 2012 staat onder meer het volgende:
- Achterconstructie is hier en daar niet vlak genoeg (2 tot 3 mm verschil is met dit type panelen al fataal) dit had [naam 3 BV] echter moeten melden maar heeft dit niet gedaan.
- De montage laat hier en daar te wensen over.
- Het type paneel is voor deze toepassing zeer lastig te monteren en eigenlijk niet geschikt om aan een esthetisch hoogwaardige gevel te voldoen.
“[…] Tevens zijn wij later begonnen door oorzaken als fouten in beton en staalkonstruktie […]”.
- Onderaannemer metaalconstructie [bedrijf 6] […]
- Onderaannemer wandplaten en goten [naam 3 BV] […]
- Leverancier wandpanelen Cladding Point […]
- Ondergetekende [naam D] namens hoofdaannemer […]
- Gemonteerde steenwolpanelen aan de voorgevel demonteren en afvoeren
- Gemonteerde steenwolpanelen 1e gedeelte rechter zijgevel demonteren en afvoeren. (stramien 1A tot C)
- In verband met de werking van de panelen extra verticale stalen kokers aanbrengen om de maximale overspanning van de nieuwe sandwichpanelen te reduceren. […]
- Het leveren en monteren van nieuwe pur panelen zoals reeds gemonteerd op o.a. de achtergevel. […]
- […]
- De onkosten van genoemde werkzaamheden zullen worden verdeeld onder de hoofdaannemer, leverancier beplating, onderaannemer beplating en onderaannemer staalconstructie.
- Alle partijen incl. opdrachtgever en directievoerder schriftelijk instemmen met de voorgestelde werkwijze en daarmee ook aangeven dat genoemd voorstel zeer redelijk is gezien de situatie.
- De opleverdatum en de daarmee samenhangende boeteclausule voor te late oplevering hiermee definitief vervalt.
- Er uiterlijk 12-12-2012 een getekende overeenkomst is […]
- Overig geleverde en gemonteerde beplating van dit project geaccepteerd wordt zoals deze nu gemonteerd is. Overigens moeten hier natuurlijk nog wel een aantal zetwerken voor gemonteerd worden.
en [naam A] van [naam 3 BV] om samen exact te bekijken en definitief vast te leggen welke punten redelijkerwijs aangepakt gaan worden en op welke wijze. Wij zullen echter alleen overeenstemming kunnen bereiken als definitief af wordt gezien van de boeteclausule. Mondeling heeft u hiermee ingestemd echter schriftelijk niet bevestigd. […]”.Verder stelt [bouwbedrijf naam 1BV] achterstallige betalingen aan de orde.
3.De vordering in conventie
4.Het verweer in conventie
5.De vordering in (voorwaardelijke) reconventie
6.Het verweer in (voorwaardelijke) reconventie
7.De beoordeling in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
€ 159.709,--toewijsbaar is. [bouwbedrijf naam 1BV] maakt aanspraak op de wettelijke handelsrente over de door haar gefactureerde bedragen met ingang van 31 januari 2014 en heeft – onbetwist – gesteld dat de betalingstermijnen van de facturen afliepen op respectievelijk 5 juni en
€ 2.372,09ter vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar. Het feit dat de buitengerechtelijke incassokosten niet zijn aangezegd staat hieraan niet in de weg, nu de onderhavige vordering voortvloeit uit een handelsovereenkomst en een verplichting tot aanzeggen van kosten in dergelijke gevallen niet bestaat.
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
1.776,25(2,5 punten × factor 0,5 × tarief € 1.421,00)