ECLI:NL:RBGEL:2014:6646

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 oktober 2014
Publicatiedatum
21 oktober 2014
Zaaknummer
05/740049-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot doodslag na sabotage van remsysteem

Op 21 oktober 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 38-jarige man, die werd verdacht van poging tot doodslag. De verdachte was beschuldigd van het saboteren van het remsysteem van de auto van [slachtoffer 1], met de intentie om deze persoon van het leven te beroven. De tenlastelegging omvatte het verwijderen van een vacuümslang van het remsysteem en andere handelingen die de remmen onklaar maakten. De zitting vond plaats op 7 oktober 2014, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. B.J. Driessen, en de officier van justitie, mr. A.E. Postma, pleitte voor vrijspraak.

Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de remvoorziening van de auto van [slachtoffer 1] niet meer functioneerde en dat de vacuümslang los was. Een monteur verklaarde dat de slang niet uit zichzelf los kon zijn geraakt, wat de verdenking wekte dat iemand deze opzettelijk had losgemaakt. Ondanks deze bevindingen oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte verantwoordelijk was voor de sabotage van de remmen. De rechtbank kon niet wettig en overtuigend bewijzen dat de verdachte de handelingen had verricht die tot de beschuldiging leidden.

Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit. Tevens verklaarde de rechtbank de benadeelde partij, [slachtoffer 1], niet-ontvankelijk in de vordering, aangezien er geen straf of maatregel was opgelegd aan de verdachte. Deze uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M.G.J. Post, en in aanwezigheid van de andere rechters en de griffier, E. Terlouw-Boeijink.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/740049-14
Datum zitting : 07 oktober 2014
Datum uitspraak : 21 oktober 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op :[geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres :[adres]
plaats : [woonplaats]
raadsman : mr. B.J. Driessen, advocaat te Nijmegen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2012 tot en met 28 maart 2012 te
Millingen aan de Rijn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven te
beroven, met dat opzet een vacuümslang/remslang (verbindt de motor met de
rembekrachtiging) van het remsysteem van de personenauto van die [slachtoffer 1] heeft
verwijderd en/of een vacuümslag/remslang op een ongebruikelijke plaats heeft
geklemd/geplaatst en/of een vacuümslang/remslang heeft ingesneden over een
lengte van circa 3 centimeter, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2012 tot en met 28 maart 2012 te
Millingen aan de Rijn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet een
vacuümslang/remslang (verbindt de motor met de rembekrachtiging) van het
remsysteem van de personenauto van die [slachtoffer 1] heeft verwijderd en/of een
vacuümslag/remslang op een ongebruikelijke plaats heeft geklemd/geplaatst
en/of een vacuümslang/remslang heeft ingesneden over een lengte van circa 3
centimeter, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 07 oktober 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. B.J. Driessen, advocaat te Nijmegen.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd en is ter terechtzitting verschenen: [slachtoffer 1], bijgestaan door mr. A.R. Mes en een medewerkster van Slachtofferhulp.
De officier van justitie, mr. A.E. Postma, heeft gerekwireerd tot vrijspraak.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd en gepleit tot vrijspraak.

3.De beslissing

Na onderzoek aan de auto van aangeefster [slachtoffer 1] is vastgesteld dat de remvoorziening van het voertuig niet meer werkte. De slang die aan de rembekrachtiger bevestigd hoort te zijn, was los. De monteur die de auto heeft onderzocht, heeft verklaard dat de slang onmogelijk uit zichzelf los heeft kunnen gaan. Het vermoeden is ontstaan dat de slang door een persoon los gemaakt moet zijn.
Vast staat dat de remmen van de auto van aangeefster bewust onklaar zijn gemaakt. De rechtbank is echter van oordeel dat op grond van het opsporingsdossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het verdachte is geweest die de remmen heeft gesaboteerd. De rechtbank zal verdachte vrijspreken.
De rechtbank:
Spreektverdachte vrij van het tenlastegelegde feit.
Verklaartde benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering, nu er geen straf of maatregel is opgelegd.
Aldus gewezen door:
mr. M.G.J. Post (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. J. Barrau, rechters,
in tegenwoordigheid van E. Terlouw-Boeijink, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 oktober 2014.