Uitspraak
[verdachte]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 8 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een hulpverlener die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een cliënt. De verdachte, werkzaam in de maatschappelijke zorg, werd verweten dat hij tussen 1 oktober 2009 en 4 september 2013 in Arnhem seksuele handelingen had verricht met zijn cliënt, die volledig afhankelijk was van hem voor lichamelijke verzorging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen de cliënt op de wang en mond heeft gezoend, en dat hij ook seksuele handelingen heeft verricht die in strijd zijn met de sociaal-ethische normen binnen de hulpverlenersrelatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van de cliënt, die zich in een kwetsbare positie bevond.
Tijdens de zitting op 24 september 2014 heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De verdediging pleitte voor een lichtere straf, stellende dat de cliënt ook instemde met de handelingen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de handelingen van de verdachte ontuchtig waren, gezien de afhankelijkheid van de cliënt en de professionele verantwoordelijkheid van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 dag, een werkstraf van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 5 jaren, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en behandeling.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de gevolgen voor het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van de bescherming van kwetsbare cliënten in de zorg en de noodzaak voor hulpverleners om professionele grenzen te respecteren.