Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het proces-verbaal van comparitie van 20 juni 2014
- de conclusie van antwoord in reconventie.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee buren over de bouw van een schuur door eiser, die een vergunning heeft verkregen van de gemeente Rheden. Eiser, eigenaar van een woning, heeft een vergunning gekregen om een schuur te bouwen die de lichtinval van een raam in de zijgevel van de woning van gedaagden zou belemmeren. Gedaagden, die bezwaar maken tegen de bouw, stellen dat het raam als een 'verboden' venster moet worden aangemerkt en dat de bouw van de schuur onrechtmatige hinder oplevert. De rechtbank heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Eiser heeft aangevoerd dat de bouwvergunning is verleend met inachtneming van het raam van gedaagden en dat de hinder die gedaagden ondervinden niet onrechtmatig is. Gedaagden hebben echter betoogd dat de hinder die door de bouw van de schuur ontstaat, in strijd is met artikel 5:37 BW, dat onrechtmatige hinder regelt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van gedaagden bij het behoud van lichtinval door het raam zwaarder wegen dan de belangen van eiser bij de bouw van de schuur. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen en eiser veroordeeld in de proceskosten. In reconventie heeft de rechtbank geoordeeld dat de piepschuim platen die de ventilatie van de kruipruimte van gedaagden belemmeren, verwijderd moeten worden, maar dat de rest van de fundering mag blijven liggen. De proceskosten zijn gecompenseerd.