ECLI:NL:RBGEL:2014:5971
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de kantonrechter door verzoekster op grond van vermeende partijdigheid
Op 15 september 2014 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, die de kantonrechter mr. I.C.J.I.M. van Dorp had gewraakt. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een procedure tussen Menzis Zorgverzekeraar N.V. en verzoekster, waarbij verzoekster op 6 augustus 2014 de kantonrechter had gewraakt. De procedure was daarop geschorst. De kantonrechter had in een brief van 2 september 2014 laten weten niet in de wraking te berusten. Tijdens de zitting op 15 september 2014 was verzoekster niet verschenen, noch de kantonrechter. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster haar wrakingsverzoek had gegrond op de stelling dat zij de rechtbank niet erkent en dat er voor haar maar één rechter is, namelijk God. De rechtbank oordeelde dat deze stelling geen concrete feiten of omstandigheden bevatte die objectief de vrees voor partijdigheid van de kantonrechter konden onderbouwen. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingsgrond van verzoekster werd afgewezen, en de rechtbank besloot dat de procedure tussen Menzis en verzoekster hervat zou worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van het wrakingsverzoek. Tevens werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in deze procedure niet in behandeling zou worden genomen.