ECLI:NL:RBGEL:2014:5850

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 september 2014
Publicatiedatum
16 september 2014
Zaaknummer
05/720129-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal met geweld en bedreiging, vrijspraak voor gijzeling en bedreiging met vuurwapen

Op 16 september 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 42-jarige man, die werd beschuldigd van diefstal met geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. De man werd echter vrijgesproken van de beschuldigingen van gijzeling en bedreiging met een vuurwapen. Daarnaast werd de dagvaarding van zijn 33-jarige broer, die ook als medeverdachte werd aangemerkt, nietig verklaard voor een deel van de bedreiging wegens tegenstrijdigheden in de tenlastelegging. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding ten aanzien van de bedreiging met brandstichting innerlijk tegenstrijdig was, wat leidde tot nietigheid van de dagvaarding voor bepaalde feiten. De rechtbank concludeerde dat de bewijsvoering voor de tenlastegelegde feiten onvoldoende was, met name omdat de camerabeelden geen ondersteuning boden voor de aangiften. De benadeelde partij, [slachtoffer 1], die zich had gevoegd in het strafproces, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer bestaande uit drie rechters, met mr. S. Brinkhoff als voorzitter.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/720129-14
Datum zitting : 02 september 2014
Datum uitspraak : 16 september 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
raadsvrouw : mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat te Maastricht.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 24 mei 2014 tot en met 25 mei 2014, te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk één of meer personen, genaamd [slachtoffer 1], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten [slachtoffer 2], te dwingen iets te doen of niet te doen, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 1] gedwongen in een voertuig te stappen en/of
- die [slachtoffer 1] in/tegen het gezicht geslagen en/of
- een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp tegen, althans in de richting van een been, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] gehouden/gericht en/of
- tegen die [slachtoffer 1] de woorden: "ik schiet je door je knie" en/of "ik maak je kapot", althans woorden van dergelijke dreigende aard of strekking gebruikt en/of
- ( via de telefoon) tegen die [slachtoffer 2] de woorden (zakelijk weergegeven) dat hij ([slachtoffer 2]) direct moest komen en dat hij ([slachtoffer 2]) 500 euro moest betalen, omdat ze anders hem ([slachtoffer 1]) dood zouden maken, althans woorden van dergelijke dreigende aard of strekking, gebruikt en/of gezegd dat hij/zij de tablet/computer (terug) wilde(n) hebben;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks 24 mei 2014 tot en met 25 mei 2014, te Nijmegen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een
hoeveelheid geld en/of een tablet, in elk geval van enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen in een voertuig te stappen en/of
- die [slachtoffer 1] in/tegen het gezicht heeft/hebben geslagen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen, althans in de richting van een been, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gehouden/gericht en/of
- tegen die [slachtoffer 1] de woorden: "ik schiet je door je knie" en/of "ik maak je kapot" althans woorden van dergelijke dreigende aard of strekking heeft/hebben gebruikt en/of
- ( via de telefoon) tegen die [slachtoffer 2] de woorden (zakelijk weergegeven) dat hij ([slachtoffer 2]) direct moest komen en dat hij ([slachtoffer 2]) 500 euro moest betalen, omdat ze anders hem ([slachtoffer 1]) dood zouden maken, althans woorden van dergelijke dreigende aard of strekking heeft/hebben gebruikt en/of gezegd dat hij/zij de tablet/computer (terug) wilde(n) hebben, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 mei 2014 tot en met 25 mei 2014, te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas en/of een hoeveelheid geld (ongeveer 40 euro) en/of een telefoon (I Phone) en/of een paspoort en/of een kentekenbewijs en/of een bankpas en/of een
zorgpas en/of een ROC-pas en/of sleutel(s), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of diens mededader(s) die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of (vervolgens) die tas met geweld van de nek/schouder van die [slachtoffer 1] heeft/hebben getrokken;
3.
hij op of omstreeks 29 oktober 2013, in de gemeente Nijmegen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte en/of verdachte's mededader(s) (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd :"ik steek je huis in de fik en/of "we gaan je huis in de fik steken", althans woorden van
gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 29 oktober 2013, in de gemeente Nijmegen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte en/of verdachte's mededader(s) opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd :"Wij willen
geld van je moeder hebben anders schiet ik jou dood" en/of "we steken jullie huis in de fik" en/of "we komen terug voor jou [slachtoffer 4], we gaan je huis in de fik steken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 02 september 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat te Maastricht.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoeg dhr. [slachtoffer 1].
De officier van justitie, mr. M.A.J.H. Muurmans, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
2a. De geldigheid van de dagvaarding
De tenlastelegging onder 3 en 4 behelst - kort gezegd - de beschuldiging dat verdachte op 29 oktober 2013 zowel [slachtoffer 3] als [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, danwel met zware mishandeling door te dreigen dat hij, verdachte, het huis van aangevers voornoemd in de fik zou gaan zetten.
De rechtbank komt ambtshalve tot het oordeel dat deze tenlastelegging ten aanzien van feit 4 geheel en ten aanzien van feit 4 voor wat betreft de woorden
“we steken jullie huis in de fik” en/of “we komen terug voor jou [slachtoffer 4], we gaan je huis in de fik steken”innerlijk tegenstrijdig is en overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding ten aanzien van genoemde feiten toegeschreven is op het feit ‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht’ danwel ‘bedreiging met zware mishandeling’. Dat is feitelijk uitgewerkt met de woorden:
‘immers’waarna de uitwerking van een bedreiging met brandstichting volgt. De wetgever heeft uitdrukkelijk gekozen om naast andere vormen van bedreiging, zoals die tegen het leven gericht en die met zware mishandeling, een bedreiging met brandstichting als aparte bedreiging op te nemen. De steller van de tenlastelegging heeft in het kwalificerende gedeelte bedreiging met brandstichting echter niet opgenomen. Omdat dit niet gebeurd is, is de tenlastelegging (gedeeltelijk) innerlijk tegenstrijdig en derhalve nietig voor wat betreft feit 3 en feit 4 gedeeltelijk.

3.De beslissing inzake het bewijs

Vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair en het onder 2 tenlastegelegde
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat feit 1 primair en feit 2 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. [slachtoffer 1] is door verdachte en zijn medeverdachte gedwongen om in de auto te stappen omdat [slachtoffer 2] geld moest betalen. Ook hebben verdachte en zijn medeverdachte de tas van [slachtoffer 1] met geweld afhandig gemaakt.
Beoordeling door de rechtbank
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat feit 1 primair en subsidiair en feit 2 niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Uit het dossier komen twee lezingen naar voren die op essentiële punten haaks op elkaar staan. Het enige objectieve bewijsmiddel in deze zaak bestaat uit de camerabeelden. In de screenshots van deze beelden ziet de rechtbank geen ondersteuning van de aangiften. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken voor de hem tenlastegelegde feiten
Vrijspraak van het onder 4 tenlastegelegde
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte en zijn medeverdachte zich schuldig hebben gemaakt aan de bedreiging van [slachtoffer 4].
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte enige bedreiging heeft geuit richting [slachtoffer 4]. Aangevers heeft verklaard over bedreigingen die door de broer van verdachte zouden zijn geuit. Niet wordt gesproken over bedreigingen die door verdachte zouden zijn geuit. Van een nauwe en bewuste samenwerking is niet gebleken. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het hem onder 4 tenlastegelegde feit.

4.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, nu aan verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en geen toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.

5.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart de dagvaarding nietig ten aanzien van feit 3 in zijn geheel en feit 4 voor zover inhoudende:
“we steken jullie huis in de fik” en/of “we komen terug voor jou [slachtoffer 4], we gaan je huis in de fik steken”;
Spreekt verdachte vrijvan de overige hem tenlastegelegde feiten.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. S. Brinkhoff (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. C. van Linschoten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. Miedema, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 september 2014.