Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 9 september 2014
[X] B.V., te [Z], eiseres,
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
“3.1 Aangifte
- Dient eiseres in het onderhavige tijdvak als ondernemer voor de omzetbelasting te worden aangemerkt?
- Indien de voorgaande vraag bevestigend dient te worden beantwoord: is eiseres afnemer van de prestaties van [b]?
- een moeiende holding voor de omzetbelasting als ondernemer moet worden aangemerkt;
- daarbij slechts van beperkt belang is of een vergoeding in rekening is gebracht;
- eiseres gelet op haar positie binnen het concern bij uitstek geschikt was om een sturende en coördinerende rol te gaan spelen en aldus als moeiende holding op te treden;
- zij door verweerder als ondernemer voor de omzetbelasting is erkend en dat haar aangiften omzetbelasting altijd zijn gevolgd. Verweerder heeft dan de bewijslast om aan te tonen dat eiseres geen ondernemer is;
- verweerder, door eiseres als ondernemer voor de omzetbelasting aan te merken en de aangiften omzetbelasting jarenlang te volgen, het vertrouwen heeft gewekt dat eiseres een moeiende holding was en recht had op aftrek van voorbelasting;
- het gelijkheidsbeginsel ertoe noopt eiseres voor wat betreft het ondernemerschap voor de omzetbelasting gelijk te behandelen als de vier topholdings, omdat sprake is van dezelfde werkzaamheden;
- nu [b] aan eiseres heeft gefactureerd het, behoudens tegenbewijs door verweerder, ervoor moet worden gehouden dat eiseres de afnemer van de prestaties is;
- verweerder in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, en meer in het bijzonder het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, heeft gehandeld door eiseres niet als afnemer van de prestaties van [b] aan te merken.
- door eiseres vanaf 2005 in de aangiften omzetbelasting geen omzet is aangegeven, doch slechts voorbelasting in aftrek is gebracht;
- eiseres geen moeiende holding is, en indien er wel sprake zou zijn van inmenging in het beheer van de dochteronderneming, deze inmenging niet als een economische activiteit kan worden aangemerkt;
- eiseres niet de afnemer van de prestaties is, omdat de werkzaamheden van [b] betrekking hebben op andere vennootschappen van het concern;
- niet duidelijk is wie de facturen heeft betaald;
- voor de aftrek van voorbelasting de bewijslast bij eiseres ligt;
- de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet zijn geschonden.
:
Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;