In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 juni 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eisers, [eiser sub 1] en de besloten vennootschap [eiser sub 2], en gedaagden, [gedaagde sub 1] en ELTA BV. De eisers hebben gesteld dat zij een lening van € 20.000,00 hebben terugbetaald aan [gedaagde sub 1] door middel van huurbetalingen van Oostendorp aan ELTA BV. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers in staat zijn geweest te bewijzen dat de lening is terugbetaald en dat de daarover verschuldigde rente, in totaal € 28.000,00, is voldaan. De rechtbank heeft de verklaring voor recht toegewezen dat [eiser sub 2] het bedrag dat verschuldigd is uit hoofde van de notariële akte van 22 december 2008 aan [gedaagde sub 1] is voldaan en dat zij derhalve is gekweten. Tevens is [gedaagde sub 1] bevolen het hypotheekrecht dat ten behoeve van hem rust op het bouwterrein te Tiel door te halen. De rechtbank heeft de vordering tot opheffing van conservatoire beslagen afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De vordering tot terugbetaling van een bedrag van € 6.239,50 is toegewezen, terwijl de vorderingen in reconventie zijn afgewezen. De proceskosten zijn aan de zijde van eisers begroot op € 3.447,41 en aan de zijde van gedaagden op € 4.263,00.