De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan gijzeling, afpersing en het voorhanden hebben van een op een echt vuurwapen gelijkend wapen.
Verdachte heeft geprobeerd om, nadat hij was afgereisd naar iemand van wie hij dacht dat het een oplichter was, deze persoon onder bedreiging van een (op een echt vuurwapen gelijkend) pistool af te persen, door hem te dwingen €1700,- te betalen. Verdachte heeft daarnaast, omdat een en ander plaatsvond in een auto, de man en zijn bijrijder gegijzeld, doordat hij hen onder dreiging van het vuurwapen verbood de auto te verlaten. Zowel de bestuurder als de bijrijder hebben hierdoor doodsangsten uitgestaan.
Verdachte had geen enkel recht om eigen rechter te spelen. Los van het feit dat nog maar de vraag is of de man echt een oplichter was (wat juist de reden is waarom een onafhankelijke rechter naar een dergelijke zaak zou moeten kijken en waarom ‘eigen rechter spelen’, nooit gerechtvaardigd is), heeft verdachte de compleet onschuldige bijrijder mede slachtoffer gemaakt van zijn handelen.
Dit soort feiten zorgen daarnaast voor veel onrust in de maatschappij. De rechtbank neemt verdachte dit zeer kwalijk.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur passend en geboden zou zijn.
De rechtbank houdt ook rekening met het feit dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest, dat de gijzeling slechts van zeer korte duur was en dat verdachtes handelen ingegeven lijkt door naïviteit en rigiditeit en hij hulp heeft gezocht.
Verdachte is inmiddels al enige tijd vrij en hij heeft hulp gezocht bij een psychiater. Hij wil beginnen aan een HBO-opleiding en is bereid er alles aan te doen om zijn leven goed op de rit te krijgen. De rechtbank is dan ook, net als de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat een gevangenisstraf op dit moment en onder de huidige omstandigheden meer kwaad dan goed zal doen. Door het volgen van een opleiding wordt de kans op recidive meer teruggedrongen dan door het opsluiten van verdachte.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden is.