ECLI:NL:RBGEL:2014:5329

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 augustus 2014
Publicatiedatum
22 augustus 2014
Zaaknummer
05/900860-10
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel van een 53-jarige man uit Arnhem na positieve ontwikkeling

Op 22 augustus 2014 heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak van een 53-jarige man uit Arnhem, wiens terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden met één jaar werd verlengd. Deze beslissing volgde op een vordering van de officier van justitie, die de verlenging aanvroeg vanwege de kwetsbaarheid van de betrokkene, ondanks zijn positieve ontwikkeling in de behandeling. De TBS-maatregel was oorspronkelijk opgelegd in juni 2011, na een veroordeling voor het veroorzaken van een ontploffing in een appartementencomplex in Huissen in augustus 2010.

Tijdens de zitting op 8 augustus 2014 werd de betrokkene gehoord, evenals zijn raadsman, de deskundige reclasseringswerker en de officier van justitie. De raadsman pleitte voor beëindiging van de TBS-maatregel, maar subsidiair voor een kortere verlenging dan één jaar. De officier van justitie benadrukte echter dat de huidige kwetsbaarheid van de betrokkene, in combinatie met zijn persoonlijkheidsproblematiek, een voortzetting van de maatregel noodzakelijk maakte.

De rechtbank heeft de processtukken en rapportages van deskundigen, waaronder IrisZorg en een psychiater, in overweging genomen. De deskundigen gaven aan dat de betrokkene een positieve ontwikkeling had doorgemaakt, maar dat hij nog steeds kwetsbaar was. De rechtbank concludeerde dat, gezien de ernst van het delict en de risico's voor de samenleving, een verlenging van de TBS-maatregel met één jaar gerechtvaardigd was. De rechtbank benadrukte dat de wet niet voorziet in een kortere verlenging dan één jaar en dat de betrokkene de kans moet krijgen om zijn positieve ontwikkeling voort te zetten onder toezicht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/900860-10
Datum zitting : 8 augustus 2014
Datum uitspraak : 22 augustus 2014
Beslissing van de meervoudige kamer naar aanleiding van de vordering tot verlenging van de TBS met voorwaarden, ingediend door

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

betreffende de terbeschikkinggestelde

naam: [betrokkene], hierna: betrokkene,

geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te : [adres], [woonplaats].
Raadsman : mr. W. Vahl, advocaat te Barneveld.

Procedure

Betrokkene is op 30 juni 2011 bij vonnis van de rechtbank te Arnhem veroordeeld tot onder meer terbeschikkingstelling met voorwaarden ter zake van opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
De vordering van de officier van justitie d.d. 8 juli 2014, ter griffie van deze rechtbank ingekomen op diezelfde datum, strekt tot verlenging van de bij laatstgenoemd vonnis opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden met betrekking tot betrokkene voor de duur van één jaar.
De rechtbank heeft kennis genomen van de processtukken, waaronder het adviesrapport van IrisZorg d.d. 20 mei 2014, alsmede de aanvullende brief van Kairos,
d.d. 5 augustus 2014.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van een psychiatrische rapportage van
[psychiater], d.d. 6 juni 2014.
Ter openbare zitting van 8 augustus 2014 zijn gehoord:
- betrokkene;
- de raadsman mr. W. Vahl;
- de deskundige [deskundige], reclasseringswerker;
- de officier van justitie, mr. M.R. van Nes.
De deskundige heeft het verlengingsadvies toegelicht.
De officier van justitie heeft ter zitting de vordering toegelicht en daarbij gepersisteerd.
In de visie van de officier van justitie is het wegens de huidige kwetsbaarheid van betrokkene, in combinatie met zijn persoonlijkheidsproblematiek, op dit moment nog te vroeg om de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden de beëindigen.
De raadsman van betrokkene heeft het woord gevoerd en primair gepleit voor
beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Subsidiair heeft de raadsman van betrokkene gepleit voor verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden voor een kortere periode dan één jaar, mogelijk voor een periode van zes maanden. Aangevoerd is dat het delictgevaar als hoog wordt ingeschat op voornamelijk historische gronden. Betrokkene kan zijn verleden niet meer veranderen, wat met zich brengt dat het delictgevaar blijvend als hoog zal worden ingeschat. Betrokkene heeft echter laten zien dat hij zijn verleden achter zich heeft gelaten; de controles verlopen positief, hij heeft geen misstap begaan en hij heeft de verlofregels niet overtreden. Het delictgevaar kan daarom als aanvaardbaar worden aangemerkt.

Overwegingen

In bovengenoemd adviesrapport van IrisZorg d.d. 20 mei 2014 staat -onder meer- het volgende vermeld:
“(…)
Behandeling
Op 22 oktober 2012 wordt de heer [betrokkene] in [kliniek], geplaatst. (…) Op 13 januari 2014 heeft hij zijn klinische behandeling met succes afgerond. In dit proces heeft hij constructief met zijn therapeuten, behandelaars en sociotherapie samengewerkt. Sinds eind februari 2014 is de heer [betrokkene] met zijn ambulante behandeling bij Kairos begonnen. Hier krijgt hij vanaf maart 2014 zijn psychotherapie/schematherapie en vanaf april psychosociale hulp/begeleiding. In het behandelplan van 01-04-2014 schrijft mevrouw [psycholoog 1] (psychotherapeut GZ/psycholoog) het volgende: “dhr. heeft een klinische behandeling bij [kliniek] ondergaan. Gelet op de progressie die in de behandeling geboekt is, zijn de behandelende kliniek en reclassering van mening dat een volgende stap in de resocialisatie van toepassing is. Patiënt is gemotiveerd om zijn behandeling buiten een klinische setting verder vorm te geven, dit met betrekking tot schematherapie en zijn wil om verder absent van alcohol en drugs te blijven. Patiënt wil graag zijn leven verder vormgeven, maar ziet in dat hij hier een vorm van ambulante hulpverlening bij nodig heeft. Hij geeft aan vanuit het verleden geleerd te hebben zich afwachtend op te stellen en anderen te wantrouwen. Hij wil leren meer vertrouwen in mensen te krijgen.”
In het behandelplan van Kairos van 01-04-2014 staat de volgende diagnostiek:
“AS 1: Stoornis in de impulsbeheersing NAO. Misbruik van alcohol, in detentie in remissie. Misbruik van amfetamine, in detentie in remissie.
AS 2: Persoonlijkheidsstoornis nao (hoofdas)
AS 3: Geen
AS 4: Probleem binnen de primaire steungroep, werkproblemen, woonproblemen, financiële problemen en problemen met justitie/politie of met de misdaad
As 5: GAF: 31-40
Er lijkt sprake te zijn van een affectief en pedagogisch verwaarloosde man. Patiënt groeit op in een omgeving waar sprake was van veel onveiligheid, onvoorspelbaarheid en vernedering. Op basis van deze vroege ervaringen heeft patiënt geleerd de wereld en anderen als onbetrouwbaar en onveilig te ervaren. Het delict lijkt samen te hangen met een opeenstapeling van spanningen t.g.v. negatieve life-events in combinatie met beperkte copingvaardigheden waarover patiënt beschikt (o.a. drugs en alcohol misbruik).” (…)
In het zorgplan van 12-12-2013, van [kliniek], schrijft de heer [psycholoog 2] (GZ psycholoog/behandelaar) het volgende: “De persoonlijke problematiek van dhr. [betrokkene] gaat om weinig vertrouwen in anderen, angst gekwetst te worden, laag zelfwaarde gevoel en zich alleen voelen. (…) Ik gun hem dat hij zichzelf in de toekomst meer laat zien aan de ander. Het zou zonde zijn als zijn wantrouwen hem in de weg staat om al zijn goede eigenschappen met de ander te delen (betrouwbaarheid, gezond verstand etc.). Cliënt heeft enorm hard gewerkt en we zijn heel erg trots op hem! (…)”

Vooruitzichten vervolg

De heer [betrokkene] heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt, maar reclassering IrisZorg is van mening dat hij nog zeer kwetsbaar is (wegens zijn persoonlijke problematiek: weinig vertrouwen in anderen, angst gekwetst te worden, laag zelfwaarde gevoel en zich alleen voelen, een historie van middelengebruik/misbruik en zijn maatschappelijke inbedding) en dat hij nog niet klaar is met deze ontwikkeling, want:

  • De heer [betrokkene] heeft in de [kliniek] een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Daar heeft hij diverse behandelingen en Psycho-educatie gehad. Sinds maart 2014 is hij daadwerkelijk gestart met zijn ambulante behandeling bij Kairos. Reclassering IrisZorg is van mening dat hij juist nu het geleerde in de praktijk kan brengen.
  • De heer [betrokkene] denkt dat zijn indexdelict vooral te maken heeft met het gebruiken van drugs en alcohol. Omdat hij geen middelen meer wil gaan gebruiken, loopt hij naar zijn mening geen risico op herhaling van het indexdelict. Reclassering IrisZorg is van mening dat het middelengebruik/misbruik voort komt uit zijn persoonlijkheidsproblematiek (“Er lijkt sprake te zijn van een affectief en pedagogisch verwaarloosde man. Patiënt groeit op in een omgeving waar sprake was van veel onveiligheid, onvoorspelbaarheid en vernedering”). De heer [betrokkene] is nog niet in staat om zijn persoonlijkheidsproblematiek te hanteren. Hij volgt hier momenteel behandeling voor.
  • De heer [betrokkene] heeft een gering sociaal netwerk. Reclassering IrisZorg is van mening dat dit hem zeer kwetsbaar maakt. Een sociaal netwerk zal er voor zorgen dat hij niet in een isolement terechtkomt, dat hij anderen leert te vertrouwen en zichzelf te uiten. Kairos zal in hun behandeling hier aandacht voor hebben.
  • Financieel gezien is de heer [betrokkene] kwetsbaar (verhouding tussen inkomsten en schulden). Indien hij gemotiveerd is om vrijwillig zijn behandeling bij Kairos voort te zetten, dan moet hij nog een eigen bijdrage te betalen.

Advies reclassering

Bovenstaande vormt de kern van risico factoren voor de herhaling van de indexdelict. Ondanks het feit dat de heer [betrokkene] het afgelopen jaar een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, is hij nog zeer kwetsbaar. Reclassering IrisZorg adviseert de rechtbank om de huidige Tbs-maatregel met één jaar te verlengen om de huidige positieve ontwikkeling verder te stabiliseren en om stapsgewijs toe te werken richting afronden van het toezicht. (…)”

In bovengenoemde psychiatrische rapportage van [psychiater], d.d. 6 juni 2014 staat -onder meer- het volgende vermeld:
“(…)
Bespreking
(…) Er is ten tijde van dit onderzoek naar de mening van ondergetekende, door
betrokkene nog een te beperkte mate van maatschappelijke ervaring opgedaan om zijn nieuwe plaats in de maatschappij voldoende waar te kunnen maken, om tot een verantwoorde risico-inschatting te kunnen komen. Betrokkene weet weliswaar wat de risico’s zijn en kent ook zijn persoonlijke zwakheden, maar om het psychosociale evenwicht beter te consolideren en te versterken heeft voortzetting van het toezicht nog een toegevoegde waarde. Dat is zeker van belang zolang het nog onduidelijk blijft in hoeverre de dynamiek van de persoonlijkheidsstoornis van betrokkene zoals die was ten tijde van het indexdelict daadwerkelijk is veranderd in de huidige situatie met relatief veel vrijheid. De verbeterde copingmechanismen van betrokkene dienen ook getoetst te worden nu de gestructureerde setting van de kliniek is weggevallen. Om dat te testen geeft ondergetekende in overweging de controles van de urine te verminderen evenals de contactfrequentie. Maar het blijft een
doelstelling voor het komende jaar om meer ervaring over betrokkenes stabiliteit te kunnen
opdoen. Ondergetekende adviseert daarom de terbeschikkingstelling onder voorwaarden met één jaar te verlengen.”
Ter zitting heeft de deskundige het rapport aangevuld in die zin dat het delictgevaar op hoog/gemiddeld wordt ingeschat vanwege de historie van drugs- en alcoholmisbruik. Ondanks de persoonlijkheidsstoornis van betrokkene blijft hij zich ontwikkelen en dat zal ook van invloed zijn op het delictgevaar. Als betrokkene zijn doelen wat betreft het sociale netwerk en de financiële situatie behaald, zal het delictgevaar afnemen. Door de urinecontroles en de contactfrequentie af te bouwen, zal worden getoetst of betrokkene de positieve ontwikkeling kan voortzetten. Op dit moment vindt wekelijks contact plaats en het is de bedoeling om het contact terug te brengen naar één keer in de twee weken. Het delictgevaar zal naar een aanvaardbaar niveau moeten worden teruggebracht.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de rapportages en het verhandelde ter zitting, betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Daarbij wordt wel de kanttekening geplaatst dat betrokkene nog kwetsbaar is en dat het delictgevaar hoog/gemiddeld is. De behandeling bij Kairos is feitelijk pas in maart 2014 begonnen. De rechtbank deelt dan ook de mening van IrisZorg en de psychiater dat eerst de contactfrequentie en het toezicht moeten worden afgebouwd, zodat over één jaar kan worden getoetst of betrokkene zijn positieve ontwikkeling heeft voortgezet.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van hetgeen hiervoor is overwogen en op grond van de omstandigheid dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer perso(o)n(en), de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen een verlenging van de maatregel vereist en wel, anders dan door de raadsman bepleit, met een periode van 1 (één) jaar. Daarbij merkt de rechtbank op dat artikel 38d, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht niet in de mogelijkheid voorziet om de maatregel van terbeschikkingstelling met een kortere periode dan één jaar te verlengen.
De rechtbank zal dan ook beslissen als hierna te melden en neemt daarbij de desbetreffende wetsartikelen in aanmerking.

BESLISSING:

Verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene]met
1 (één) jaar.
Aldus gegeven door mr. W.L.J.M. Duijst, voorzitter, mr. P.C. Quak en mr. K.A.M. van Hoof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 22 augustus 2014.