In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 12 juni 2014 een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoeker, die betrokken was bij een familierechtelijke procedure betreffende de omgangsregeling van zijn minderjarig kind. Verzoeker had de rechter, mr. M.M. Moolenburgh, gewraakt na een mondelinge behandeling op 30 april 2014, waarin hij vond dat de rechter niet onpartijdig was geweest. De wrakingskamer heeft het verzoek om heropening van de behandeling van het wrakingsverzoek afgewezen, maar heeft het verzoek tot wraking van de rechter toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de rechter zich niet lijdelijk had opgesteld en dat er geen sprake was van vooringenomenheid, behalve in de uitlatingen die de rechter had gedaan tijdens de mondelinge behandeling. De wrakingskamer concludeerde dat de woorden van de rechter, zoals 'superslecht', de indruk wekten dat zij vooringenomen was, wat leidde tot de toewijzing van het wrakingsverzoek. De behandeling van de onderliggende procedure zal worden overgenomen door een andere rechter. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.