Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek en de beoordeling
U geeft een tipje van de sluier, maar dat kan niet zo zijn.’
Het wrakingsverzoek zal daarom als onvoldoende gemotiveerd worden afgewezen.
Rechtbank Gelderland
Op 6 augustus 2014 heeft de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure die was aangespannen door de besloten vennootschap HYGIENA B.V. tegen een rechter die betrokken was bij een onderliggende civiele procedure. Het wrakingsverzoek werd ingediend naar aanleiding van een mondelinge behandeling op 3 juli 2014, waarin de bestuurder van HYGIENA B.V. de rechter had gewraakt. De bestuurder uitte zijn onvrede over de gang van zaken in de procedure en stelde dat de rechter niet op de juiste wijze met de door hem aangevoerde punten omging. De rechter had in een brief aan de wrakingskamer aangegeven niet in te stemmen met de wraking en was niet verschenen op de zitting van de wrakingskamer op 31 juli 2014.
De wrakingskamer heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat er feiten of omstandigheden moeten zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. In dit geval kon de wrakingskamer niet vaststellen dat er sprake was van dergelijke uitzonderlijke omstandigheden. Het wrakingsverzoek werd als onvoldoende gemotiveerd afgewezen, omdat de argumenten van de verzoekster niet overtuigend genoeg waren om aan te tonen dat de rechter vooringenomen was.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen, en deze beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.J. Daggenvoorde.