ECLI:NL:RBGEL:2014:5184

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 augustus 2014
Publicatiedatum
13 augustus 2014
Zaaknummer
06/950358-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Gerbranda
  • mr. Kleinrensink
  • mr. Jansen-van Leeuwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal met geweld en inbraak, veroordeling voor heling van een Iphone

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1990 en wonende in Deventer. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld en inbraak, maar de rechtbank sprak hem vrij van deze beschuldigingen. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte werd echter wel veroordeeld voor heling van een mobiele telefoon, een Apple Iphone-4, die hij had verworven, terwijl hij wist dat deze telefoon door misdrijf verkregen was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 12 maart 2012 tot en met 14 maart 2012 te Zutphen deze telefoon had verworven en voorhanden had gehad. De rechtbank heeft de verdachte een geldboete van € 500,00 opgelegd, met de mogelijkheid om deze in termijnen te betalen. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn eerdere contacten met politie en justitie. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de op te leggen straf lager moest zijn, gezien de vrijspraak voor de ernstiger beschuldigingen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer in Zutphen, waarbij mr. Gerbranda als voorzitter fungeerde. De rechtbank heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften genoemd, waaronder artikelen uit het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

team strafrecht
zittingsplaats Zutphen
meervoudige kamer
parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]06/950358-12
uitspraak d.d.: 12 augustus 2014
tegenspraak

VERKORT VONNIS (art. 138b Wetboek van Strafvordering)

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te Deventer op [geboortedatum] 1990,
wonende te [adres].
Raadsman mr. Boersma, advocaat te Almere.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
29 juli 2014.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Hij op of omstreeks 12 maart 2012 te Zutphen tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele
telefoon (Apple Iphone-4), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn/haar mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging
met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) die[slachtoffer]
tot stoppen heeft/hebben bewogen/gedwongen en/of (vervolgens) die [slachtoffer]
eenmaal of meermalen met de vuist(en) in het gezicht, althans tegen het
hoofd heeft/hebben geslagen/gestompt en/of (vervolgens) tegen die [slachtoffer]
heeft/hebben gezegd: "Ik zou maar gaan rennen" en/of "Hier die telefoon",
althans woorden van gelijke strekking of aard;
(incident 2)
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 12 maart 2012 tot en met 14 maart 2012 te
Zutphen en/of te Deventer, in elk geval in Nederland, een mobiele telefoon
(Apple Iphone-4) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die mobiele telefoon wist dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 23 maart 2012 te Zutphen tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de Deventerweg nr. 103) heeft
weggenomen een spelcomputer (Playstation 3) en/of één of meer spellen (voor
Playstation) en/of een televisie (LG full HD) en/of één of meer
(huis)telefoons (Motorola) en/of een computer (Compaq) en/of een digitale
fotolijst en/of een geluidssysteem (subwoofer met 5 boxen) en/of een
geldbedrag van ongeveer 20 EURO, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn/haar mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn/haar
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een
valse sleutel (het forceren van het deurslot met een mes);
(incident 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding van verdachte geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewijsbeslissing
Vrijspraak
Hetgeen aan verdachte onder feit 1 primair en 2 is tenlastegelegd is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewijs
De rechtbank grondt haar beslissing dat de verdachte het onder 1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat.
(uitwerken bij appel)
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan, te weten dat:
hij in de periode van 12 maart 2012 tot en met 14 maart 2012 te Zutphen, een mobiele telefoon, Apple Iphone-4, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die mobiele telefoon wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat onder 1 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:

Feit 1 subsidiair: Opzetheling

Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder feit 1 primair en feit 2 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 dagen, met aftrek van het voorarrest, een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen.
De raadsman heeft aangevoerd dat gezien zijn bepleite vrijspraak voor het onder feit 1 primair en feit 2 tenlastegelegde een geheel voorwaardelijke taakstraf, in de vorm van een werkstraf, met aftrek van het voorarrest, voor het onder feit 1 subsidiair tenlastegelegde op zijn plaats is. De raadsman heeft daarbij aangevoerd dat rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, schending van de redelijke termijn en artikel 63 Sr.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft bekend een mobiele Apple I-Phone 4 in zijn bezit te hebben gekregen terwijl hij wist dat deze telefoon een door misdrijf verkregen goed betrof. Verdachte heeft deze telefoon verkocht en aldus geprofiteerd van de baten van een misdrijf.
De rechtbank heeft verder in aanmerking genomen dat verdachte vaker met politie en justitie in aanraking is geweest en dat artikel 63 Sr van toepassing is.
Nu de rechtbank verdachte voor de tenlastegelegde afpersing en de inbraak zal vrijspreken, is de op te leggen straf lager dan door de officier van justitie is geëist. Voor de opzetheling acht de rechtbank een geldboete van € 500,00, met aftrek van de 3 dagen voorarrest à € 50,00 per dag, passend. Gezien de financiële situatie van verdachte zal de rechtbank deze geldboete in termijnen opleggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 23, 24, 24a, 24c, 27, 63 en 416
van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en 2 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Opzetheling
 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis;
 bepaalt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde geldboete in mindering zal worden gebracht volgens de maatstaf van € 50,00 per dag;
 bepaalt dat de resterende geldboete van € 350,00 mag worden voldaan in
7 maandelijkse termijnenvan telkens
€ 50,00;

heft ophet -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis;
Aldus gewezen door:
mr. Gerbranda, voorzitter,
mr. Kleinrensink en mr. Jansen-van Leeuwen, rechters,
in tegenwoordigheid van De Badts griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 augustus 2014.
Mr. Jansen-van Leeuwen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

RECHTBANK GELDERLAND

team strafrecht
zittingsplaats Zutphen
meervoudige kamer
parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/950538-12
uitspraak d.d.: 12 augustus 2014
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van
12 augustus 2014.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
en , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte,
[verdachte],
geboren te Deventer op [geboortedatum]1990,
wonende te [adres],
is wel / niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De raadsman mr. Boersma, advocaat te Almere, is wel / niet verschenen.
De rechter spreekt het vonnis uit
en wijst verdachte op de mogelijkheid om binnen veertien dagen na heden hoger beroep tegen dit vonnis in te stellen.
Waarvan proces-verbaal,