Uitspraak
Vereniging van basisonderwijs op Refomatorische Grondslag
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die op 30 juli 2014 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, vorderde eiser, een leerkracht, een immateriële schadevergoeding van € 25.000,- en volledige rehabilitatie van de Vereniging van Basisonderwijs op Reformatorische Grondslag, waar hij werkzaam was. Eiser was sinds 1 augustus 1994 in dienst en was op 22 februari 2014 geschorst. De schorsing werd door de school bevestigd en eiser stelde dat deze onterecht was en zijn reputatie had geschaad. De school voerde verweer en betwistte de verwijten van eiser, stellende dat de schorsing een ordermaatregel was en niet onterecht. De kantonrechter oordeelde dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn vorderingen en wees deze af. De rechter benadrukte dat er geen grond was voor de vordering tot rehabilitatie en dat de school niet onrechtmatig had gehandeld. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van de school, die op € 400,- werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in procedures en de noodzaak voor partijen om tot een oplossing te komen.