Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 oktober 2013
- de akte van eiswijziging en aanvulling gronden van de curator met producties
- de antwoordakte inzake eiswijziging en aanvulling gronden van Enwee Beheer, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3].
2.De verdere beoordeling
Subsidiair vordert de curator dat de rechtbank voor recht verklaart dat Enwee Beheer, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] op grond van art. 6:162 BW jo. art. 2:11 BW hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens de gezamenlijke schuldeisers in het faillissement van [gefaillieerde] vanwege hun onrechtmatig handelen jegens de gezamenlijke schuldeisers.
Meer subsidiair vordert hij dat de rechtbank voor recht verklaart dat [gedaagde sub 2] op grond van art. 6:162 BW hoofdelijk aansprakelijk is jegens de gezamenlijke schuldeisers in het faillissement van [gefaillieerde] vanwege zijn onrechtmatig handelen jegens de gezamenlijke schuldeisers.
Primair, subsidiair en meer subsidiair vordert de curator dat gedaagde(n) hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling aan de curator van het bedrag van de schulden voor zover deze niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, althans de schade die de gezamenlijke schuldeisers hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente, welke schade nader is op te maken bij staat.
- De kolommenbalans (c.q. boekhouding) is niet in evenwicht, het verschil bedraagt € 3.193.
- De bruto marge ontwikkeling laat over de jaren 2009 tot en met 2012 een volatiele ontwikkeling zien van 73% over 2009, naar 53% over 2010 en negatief 2,8% over 2011. De cijfers over 2012 zijn (slechts) bijgewerkt tot en met 23 april 2012. De hogere bruto marge van bijna 76% kan waarschijnlijk verklaard worden door het gegeven dat de kostprijs verkopen niet of niet volledig is verantwoord in de financiële administratie. De volatiele ontwikkeling in de bruto marge wordt naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt door onjuiste voorradboekingen.
- De volatiliteit in de bruto marge, de negatieve marges en hetgeen in hooofdstuk 5 wordt uiteengezet ten aanzien van het controlerapport van de Stichting Belastingaccountantsbureau Curaçao over de jaren 2007 en 2008 geven twijfels omtrent de volledigheid van de omzetverantwoording over de jaren 2009 tot en met 2012. Met andere woorden zijn dit signalen om te kunnen veronderstellen dat er sprake zou kunnen zijn van verkoop van boeken en studiemateriaal waarvan de opbrengsten niet ten gunste van de vennootschap zijn verantwoord. In accountantsjargon wordt dit ook wel beschreven als ‘een winkel in een winkel’.
- (…)
- Bovenstaande in ogenschouw genomen lijkt het erop dat er sprake is geweest van onvoldoende financiële toezicht vanuit Nederland op deze vennootschap.”
3.De beslissing
26 maart 2014voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage,