Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte niet als medepleger kan worden beschouwd aan de handel in verdovende middelen nu geen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met medeverdachten. Dat verdachte wel eens iemand heeft weggebracht levert geen opzet op in handel in cocaïne, ook niet in de zin van voorwaardelijk opzet. Verdachte heeft als gebruiker wel eens met vrienden en/of bekenden gebruikt die dan over en weer cocaïne aan elkaar gaven. Hij heeft hier echter niets aan verdiend.
Feit 1:Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2,
Feit 2:Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder C, van deOpiumwet gegeven verbod;
Feit 3:Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapensen munitie.Strafbaarheid van de verdachte
Beslissing
Feit 1:Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2,
Feit 2:Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder C, van deOpiumwet gegeven verbod;
Feit 3:Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapensen munitie.
gevangenisstrafvoor de duur van
545 (vijfhonderdvijfenveertig) dagen;
gedeeltevan de gevangenisstraf, groot
285 (tweehonderdvijfentachtig) niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
taakstraf, te weten:
werkstrafgedurende
200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
- 1.00 STK Telefoontoestel Kleur: wit, Apple Iphone, witte IPhone incl stoothoesje;
- 1. 1.00 STK Personenauto [kenteken], Mercedes-Benz, C200 Cdi 2000 Kleur: grijs,
heft ophet -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis;
wijst afde vordering tot gevangenneming.