40inch) en/of een televisie (Samsung,46 inch),
in elk geval een of meer goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan
(respectievelijk)
- [benadeelde 1] en/of
- [benadeelde 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- onverhoeds de caravan, waar die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] op dat moment
verbleven/verbleef (camping [camping], [adres 2], caravannummer [nummer])
heeft/hebben betreden en/of vervolgens
- die [benadeelde 1] heeft/hebben tegengehouden, toen deze die caravan wilde verlaten,
en/of
- ( nadat die [benadeelde 1] toestemming van verdachte(n) kreeg om de caravan te
verlaten) op dreigende toon tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd:
" Maak geen slapende honden wakker" en/of
- op dreigende toon tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: "Ik wil geld " en/of
"Ik krijg nog geld van je", althans woorden van gelijke aard of strekking,
en/of "Je gaat toch geen gekke dingen doen?" en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp/puntig voorwerp op die [benadeelde 2] heeft/hebben
gericht en/of (daarbij)
- tegen die [benadeelde 2] (met stemverheffing) heeft/hebben gezegd: "Je gaat toch geen
gekke dingen doen, anders steek ik je", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking en/of
- die [benadeelde 2] heeft/hebben bevolen/gezegd in een hoek van de caravan te gaan
en/of te blijven staan en/of diens hond bij zich te houden en/of
- die [benadeelde 2] heeft/hebben teruggeduwd (toen deze langs (een) verdachte(n) en/of
naar de voordeur wilde lopen) en/of tegen deze heeft/hebben gezegd:
"Naar binnen "en/of
- ( nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die caravan had(den) verlaten
tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben geroepen/gezegd:
"Met het kenteken ga je niets doen, he?" en/of
"Als je de politie belt, dan kom ik terug om je op te zoeken en dan weet je
wat je te wachten staat",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking ;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 21 juli 2013 te Hulshorst, gemeente Nunspeet, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
opzettelijk dreigend
de caravan, waar die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] op dat moment verbleven (camping [camping]
, [adres 2], caravannummer [nummer]) onverhoeds betreden en/of
vervolgens
- die [benadeelde 1] tegengehouden, toen deze die caravan wilde verlaten en/of
- ( nadat die [benadeelde 1] toestemming van verdachte(n) kreeg om de caravan te
verlaten) op dreigende toon tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd:
" Maak geen slapende honden wakker" en/of
- op dreigende toon tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd: "Ik wil geld " en/of
"Ik krijg nog geld van je", althans woorden van gelijke aard of strekking,
en/of "Je gaat toch geen gekke dingen doen?" en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp/puntig voorwerp op die [benadeelde 2] heeft/hebben
gericht en/of (daarbij)
- tegen die [benadeelde 2] (met stemverheffing) heeft/hebben gezegd: "Je gaat toch geen
gekke dingen doen, anders steek ik je", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking en/of
- die [benadeelde 2] heeft/hebben bevolen/gezegd in een hoek van de caravan te gaan
en/of te blijven staan en/of diens hond bij zich te houden en/of
- die [benadeelde 2] heeft/hebben teruggeduwd (toen deze langs (een) verdachte(n) en/of
naar de voordeur wilde lopen) en/of tegen deze heeft/hebben gezegd:
"Naar binnen "en/of
- ( nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die caravan had(den) verlaten
tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben geroepen/gezegd:
"Met het kenteken ga je niets doen, he?" en/of
"Als je de politie belt, dan kom ik terug om je op te zoeken en dan weet je
wat je te wachten staat",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking ;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Aanleiding tot het onderzoek
Aanleiding voor het onderzoek was een melding op zondag 21 juli 2013 omstreeks 06.17 uur bij de meldkamer van de politie dat er een diefstal was gepleegd in een caravan op het perceel [adres 2] te Hulshorst, waarbij de melder was bedreigd met een mes en met een zwart voorwerp. De daders waren weggereden in een knalgele Volkswagen Polo met het kenteken [kenteken].
Op 21 juli 2013 is verdachte in verband daarmee aangehouden, samen met [verdachte] en [medeverdachte 1]. De personenauto, de gele VW Polo, waarin de drie verdachten werden aangehouden, werd in beslag genomen. In de auto werden door de politie diverse goederen aangetroffen, onder andere een laptop, een Ipad, twee flatscreen-tv’s en een mes met een zwart heft.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde. De raadsman heeft onder meer aangevoerd dat
– kort gezegd – van een vooropgezet plan of een bewuste samenwerking om onder dreiging van geweld danwel onder het gebruik van geweld aangever spullen afhandig te maken, terwijl voorts het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in het geheel heeft ontbroken. De in de tenlastelegging opgenomen feitelijke gewelds- of dreigingshandelingen zijn onvoldoende concreet en louter gebaseerd op de lezing die aangever [benadeelde 2] over het gebeurde heeft afgelegd. Bij gebrek aan concreet steunbewijs en tegenstrijdigheden in de verklaringen kan het feitencomplex niet worden bewezen.
Ter zitting heeft de raadsman het standpunt van de verdediging toegelicht aan de hand van zijn pleitnotities.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten uit van de volgende feiten en omstandigheden.
In het dossier zijn onder meer voorhanden verklaringen van aangever [benadeelde 2], aangeefster [benadeelde 1] en van de verdachten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte]. Duidelijk is dat de sfeer waarin een en ander heeft plaatsgevonden niet ontspannen was te noemen. Voor zover die verklaringen zien op het geweld of de bedreigingen waaronder de vermeende diefstal zou hebben plaatsgevonden zijn de verklaringen zo divers en op onderdelen zo afwijkend, dat voor de rechtbank onvoldoende duidelijk is geworden wat zich nu precies op die 21e juli 2013 in de caravan van aangever [benadeelde 2] heeft afgespeeld.
De rechtbank zal verdachte dan ook bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs vrijspreken van de strafverzwarende omstandigheden zoals ten laste gelegd in het primair tenlastegelegde, ziende op het (de bedreiging met) geweld dat/die is aangewend als middel om de diefstal mogelijk of succesvol te maken.
Wat het gronddelict betreft (de diefstal) geldt die onduidelijkheid evenzeer voor zover dit ziet op het als dan niet met toestemming wegnemen van de goederen van aangever [benadeelde 2], zodat de rechtbank om die reden verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging zal vrijspreken.
Aangeefster [benadeelde 1] heeft onder meer verklaarddat zij op 21 juli 2013 ’s ochtends vroeg met [benadeelde 2] in de keuken aan het praten was toen er opeens drie mannen de caravan binnenkwamen. De eerste man kwam naar de keuken gelopen en zij hoorde hem zeggen: “Ik krijg nog geld van je” of iets in de trant van “Je bent me nog iets verschuldigd”. Zij zag dat Haddy gebaarde dat zij weg moest gaan. Zij is opgestaan en is, nadat de derde persoon toestemming had gevraagd aan de eerste persoon om haar te mogen laten gaan en bij de deur was weg gestapt, naar buiten gelopen. Zij is vervolgens de eigenaar van het campingpark gaan bellen. Ondertussen zag zij de drie mannen voorbij lopen. De achterste man droeg een televisie die zij herkende als de televisie uit de woonkamer van Haddy. Zij begreep van Haddy dat er goederen waren weggenomen, waaronder haar groen-zwarte laptoptas en haar mobiele telefoon van het merk Nokia. De laptoptas lag op de bank bij de eettafel en de telefoon op de eetkamertafel.
Bij de aangifte van [benadeelde 1] is een bijlage van weggenomen goederen gevoegd, waarop als gestolen zijn vermeld: een Nokia telefoon en een laptop-tas, eigenaar [benadeelde 1].
[benadeelde 2] heeft verklaard dat hij op 21 juli 2013 omstreeks 06.30 uur samen met een vriendin, [benadeelde 1], in zijn caravan nummer [nummer] op camping “[camping]” aan de [adres 2] in Hulshorst zat en dat er een manspersoon de caravan binnenkwam, die hij herkende als [naam 1]. Hij hoorde [naam 1] zeggen: “Ik wil geld”. Hij antwoordde dat hij geen geld had. Hij zag dat er nog twee mannen de caravan binnen kwamen. [benadeelde 1] was nog steeds in de caravan. Hij wilde [benadeelde 1] uit de caravan hebben.
Hij zag dat [benadeelde 1] opstond en weg wilde lopen via de voordeur. Zij heeft de caravan verlaten. [naam 1] vroeg nogmaals of hij geld had, waarop hij antwoordde dat hij geen geld had. Hij zag vervolgens dat [naam 1] spullen pakte die aan hem – aangever – toebehoorden. Hierna werd het chaotisch en werden door de drie manspersonen verschillende spullen gepakt. Vanaf de eettafel werden goederen van [benadeelde 1] weggenomen.
[verdachte] heeft hierover verklaardhet niet de bedoeling was dat het zo uit de hand liep. [medeverdachte 1] kreeg nog geld van diegene. Die persoon had geen geld. Toen hebben zij in plaats van geld, spullen meegenomen. [medeverdachte 1] begon binnen te sprokkelen, laptop en andere spullen.
Ter zitting heeft [verdachte] nog verklaarddat hij geen zicht had op hetgeen de anderen aan goederen hebben meegenomen.
Kornelis [medeverdachte 2] heeft in dit verband verklaarddat hem werd gevraagd om spullen op te halen bij iemand in Hulshorst. [medeverdachte 1] wist waar hij moest wezen. Ze hebben spullen gepakt en in de auto gelegd. De man was het er niet helemaal mee eens. [medeverdachte 2] heeft de man wel iets horen zeggen in de trant van “het moet dan maar”.
Op de vraag van verbalisanten waarom de man – doelend op aangever [benadeelde 2] – de politie zou hebben gebeld, heeft [medeverdachte 2] geantwoord dat er wel spullen zullen hebben bijgezeten die niet van [naam 1] waren
[medeverdachte 1] heeft in dit kader op 21 juli 2013 verklaarddat hij alleen heeft opgehaald wat van hem was. Die man was hem ongeveer 4000 euro verschuldigd. Hij had die ochtend vervoer geregeld en is er naar toe gegaan. Hij heeft aangeklopt en heeft de deur geopend. Hij heeft naar zijn geld gevraagd. De man zei dat hij z’n geld niet kreeg. Hij heeft toen tegen de man gezegd dat hij dan maar wat spullen mee zou nemen en hij ze terug kreeg als hij hem een deel betaald had. De man was daar met een vrouwtje. Hij zei tegen haar dat het beter was dat ze wegging, hetgeen ze ook meteen deed.
[medeverdachte 1] heeft verder nog verklaarddat de andere twee zijn meegegaan om de televisies te dragen.
De rechtbank komt op basis van voormelde verklaringen tot een bewezenverklaring van de aan verdachte onder 1 primair tenlastegelegde diefstal in vereniging. Uit de verklaringen van de verdachten kan worden opgemaakt dat het de intentie is geweest om spullen op te halen bij [benadeelde 2] en dat [medeverdachte 2] en [verdachte] in dat kader zijn meegegaan met [medeverdachte 1]. Dat daarbij vervolgens ook spullen zijn weggenomen die aan een ander toebehoorden is, ook gelet op de context waarbinnen dit zich heeft afgespeeld, naar het oordeel van de rechtbank voor risico van de verdachten. In de gegeven situatie hebben zij op zijn minst de aanmerkelijk kans aanvaard dat er ook goederen van een ander dan [benadeelde 2] zouden worden weggenomen.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 21 juli 2013 te Hulshorst, gemeente Nunspeet, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen - een mobiele telefoon(Nokia) en een laptoptas toebehorende aan - [benadeelde 1].
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert het navolgende strafbare feit op: diefstal gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake het door haar bewezen geachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De officier heeft in haar afweging betrokken de ernst van het gepleegde feit, de rol die verdachte in het geheel heeft gespeeld en de eerdere contacten die verdachte met justitie heeft gehad blijkens zijn strafblad. Als initiator geldt de medeverdachte [medeverdachte 1], waarbij verdachte dan weer mogelijk een iets grotere rol heeft vervuld dan de medeverdachte [medeverdachte 2].
De raadsman heeft gevraagd, in het geval de rechtbank tot enige bewezenverklaring mocht komen, bij het bepaling van een straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals omschreven in het door de reclassering uitgebrachte advies en de beperkte rol die verdachte in het geheel heeft vervuld.
De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft verder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met twee kompanen in de vroege ochtend van de 21e juli 2013 in Hulshorst aangediend bij een caravan op camping “[camping]” in verband met een vermeende uitstaande schuld van de eigenaar van die caravan, de heer [benadeelde 2]. Duidelijk is dat de daarop volgende confrontatie in een gespannen sfeer is verlopen, waarbij uiteindelijk ook spullen zijn meegenomen die toebehoorden aan de eveneens in de caravan aanwezige [benadeelde 1]. Verdachte heeft door zich in te laten met de medeverdachte [medeverdachte 1] – de initiator in dit geheel – min of meer het recht in eigen hand genomen en de verdachten zijn daarbij in de ogen van de rechtbank duidelijk over de schreef gegaan. Het slachtoffer [benadeelde 1] was, zo blijkt uit het dossier, ook behoorlijk ontdaan over wat haar was overkomen. Door dit soort strafbare feiten wordt het toenemende gevoel van onveiligheid in de samenleving nog eens extra aangewakkerd.
In het nadeel van verdachte weegt dat hij eerder met justitie in aanraking is geweest.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij in het recente verleden niet meer zo vaak met justitie in aanraking is gekomen. Op 16 april 2003 is hij laatstelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, onder meer terzake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zware mishandeling, vernieling en wederspannigheid.
Door de reclassering is indien verdachte schuldig wordt bevonden geadviseerd een
(gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daaraan gekoppeld een aantal bijzondere voorwaarden.
Nu de rechtbank evenwel tot een heel andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie voor ogen heeft gestaan, zal zij volstaan met het opleggen van een taakstraf van 240 uur. Een dergelijk straf past bij de aard van het delict en de omstandigheden waaronder het is begaan, ook bezien vanuit de oriëntatiepunten die voor dit soort delicten plegen te worden gehanteerd.
Door de officier is voorts de verbeurd verklaring gevorderd van een in het kader van dit onderzoek inbeslaggenomen mes. Aangezien dit mes niet onder verdachte [verdachte] in beslag is genomen en uit het dossier genoegzaam naar voren is gekomen dat dit mes toebehoort aan de medeverdachte [medeverdachte 1], zal de rechtbank in de zaak van de medeverdachte daarover een beslissing geven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 22c, 22d, 27, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.