Uitspraak
[verdachte]
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.De beslissing inzake het bewijs
(verdachte)de loods later nog weer onderverhuurd’.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 juli 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die beschuldigd werd van witwassen en het aanwezig hebben van hennep. De verdachte werd beschuldigd van het verwerven en voorhanden hebben van een aanzienlijk bedrag van ongeveer € 176.149,82, dat afkomstig zou zijn uit misdrijven, en van het opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten en hennep in een loods in Zevenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 1 januari 2007 tot en met 11 juli 2011, zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voldoende gelegenheid had om de herkomst van het geld te verklaren, maar dat zijn verklaringen onvoldoende concreet en verifieerbaar waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De medeverdachte, de vrouw van de verdachte, werd vrijgesproken van witwassen, omdat niet bewezen kon worden dat zij op de hoogte was van de criminele herkomst van het geld. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen, waaronder twee flatscreens en twee auto’s, verbeurd verklaard.