ECLI:NL:RBGEL:2014:4372

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 juli 2014
Publicatiedatum
14 juli 2014
Zaaknummer
AWB-13_8031
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag doorstroming van generalist GGP naar senior GGP op basis van geschiktheidseisen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 juli 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam als generalist Gebieds Gebonden Politie (GGP), en de korpschef van politie als verweerder. De eiser had op 11 april 2013 een aanvraag ingediend om door te stromen naar de functie van senior GGP, maar deze aanvraag werd afgewezen. De korpschef verklaarde het bezwaar van de eiser ongegrond, waarna de eiser beroep instelde tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 27 mei 2014 werd het onderzoek geschorst en later doorverwezen naar de meervoudige kamer. De rechtbank sloot het onderzoek op 11 juli 2014.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag van de eiser is gebaseerd op de eis van 'verwachte geschiktheid' voor de functie van senior GGP, zoals vastgelegd in de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie tweede tranche (HAP II). De rechtbank oordeelt dat de korpschef beoordelingsruimte heeft bij de invulling van deze geschiktheidseisen, en dat de toetsing door de rechter terughoudend moet zijn. De rechtbank concludeert dat de korpschef op goede gronden heeft geoordeeld dat de eiser niet voldeed aan de gestelde eisen, met name op het gebied van relevante competenties zoals resultaatgerichtheid, samenwerken, integriteit, coachingsvaardigheden en vakkennis.

De rechtbank komt tot de conclusie dat de korpschef de aanvraag van de eiser om door te stromen naar senior GGP terecht heeft afgewezen, en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor politieambtenaren om aan specifieke geschiktheidseisen te voldoen voordat zij kunnen doorstromen naar hogere functies binnen de organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: 13/8031

uitspraak van de meervoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiser], eiser

(gemachtigde: mr. W.J. Dammingh),
en

de korpschef van politie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 11 april 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers aanvraag om door te stromen van generalist Gebieds Gebonden Politie (GGP) naar senior GGP afgewezen.
Bij besluit van 6 november 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 mei 2014. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door
[namen].
Ter zitting is het onderzoek geschorst en is de verdere behandeling van de zaak verwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank. Ter zitting hebben partijen toestemming gegeven om een nadere zitting achterwege te laten.
De rechtbank heeft het onderzoek op 11 juli 2014 gesloten.

Overwegingen

1.1 De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.
1.2 Eiser is sinds 1 april 1994 werkzaam in de functie van medewerker basispolitiezorg A. Dit is een functie op het niveau van generalist GGP.
1.3 Op 1 november 2010 is, als uitwerking van het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector politie 2005-2007, de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie tweede tranche of - kortweg - de circulaire HAP II (Stcrt. 2010, nr. 19782) in werking getreden. In bijlage 6 van de circulaire HAP II is het Loopbaanbeleid van assistent A tot en met senior binnen de GGP opgenomen. In het kader van dit loopbaanbeleid zijn binnen de politie collectieve afspraken gemaakt en eisen gesteld aan de mogelijkheden tot doorstroming van ambtenaren binnen de GGP naar een volgend niveau of volgende functie.
Voor doorstroming van de generalist GGP (schaal 7) naar senior GGP (schaal 8) gelden op grond van de circulaire HAP II de volgende eisen:
• een met goed gevolg afgeronde functiegerichte aangewezen opleiding op niveau 4;
• relevante werkervaring als generalist GGP;
• vakmanschap blijkend uit een recente beoordeling boven de norm met daarin opgenomen verwachte geschiktheid voor senior GGP;
• een eventueel door het korps te stellen geografische stap en/of werkterrein c.q. aandachtsgebied als aanvullende voorwaarde.
1.4 In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden Politie 2012-2014 is afgesproken om het Loopbaanbeleid van schaal 7 naar schaal 8 met ingang van 1 januari 2013 te laten vervallen.
1.5 Eiser heeft bij brief van 15 november 2012 verzocht om in aanmerking te komen voor doorstroming naar senior GGP (schaal 8).
1.6 Bij brief van 25 november 2012 heeft het unithoofd van eiser, [unithoofd], een advies uitgebracht, inhoudende dat eiser nog te beperkt inhoud heeft gegeven aan de door hem relevant geachte competenties resultaatgerichtheid, samenwerken en integriteit.
1.7 Bij e-mailbericht van 25 februari 2013 heeft genoemd unithoofd een aanvullend advies gegeven. Hierin is aangegeven dat de toekomstige senior GGP op dezelfde wijze zal worden ingezet als de Mentor Coördinator. Gelet hierop is de verwachte geschiktheid beoordeeld aan de hand van de competenties resultaatgerichtheid, samenwerken, integriteit, coachingsvaardigheden en vakkennis. Op basis van concrete voorbeelden is geoordeeld dat eiser nog onvoldoende heeft laten zien dat hij over deze competenties beschikt.
1.8 De CGOP-Adviescommissie Loopbaanbeleid GGP, waarin vakorganisaties en werkgever zitting hebben, heeft zich in maart 2013 gebogen over nadere uitvoeringsafspraken met betrekking tot HAP II Loopbaanbeleid GGP. In een van de uitvoeringsafspraken staat:
”De beoordeling bestaat uit enerzijds een regulier deel dat betrekking heeft op tot de GGP-functie schaal 7 behorende competenties en taken, en anderzijds een potentieel deel dat betrekking heeft op de competenties en taken van de naasthogere GGP-functie schaal 8 én een uitspraak bevat over de verwachte geschiktheid. De geschiktheid kan ontwikkelpunten bevatten.”
2.
Verweerder heeft aan de afwijzing ten grondslag gelegd dat eiser niet voldoet aan de aan doorstroming gestelde eis van ‘verwachte geschiktheid’ voor senior GGP, omdat hij op 31 december 2012 nog niet geschikt werd geacht voor senior GGP.
3.
Eiser kan zich hiermee niet verenigen en stelt dat hij wel aan die eis voldoet.
4.1
De rechtbank stelt voorop dat de circulaire HAP II invulling geeft aan verweerders beleidsvrijheid bij de uitoefening van zijn discretionaire bevoegdheid om tot bevordering over te gaan, met als doel om het loopbaanbeleid van de politie landelijk te harmoniseren. Daarbij is uitdrukkelijk onderkend dat er regionaal uiteenlopende beoordelingsnormeringen bestaan waarop het oordeel moet worden gebaseerd of de betrokken politieambtenaar ‘boven de norm’ functioneert. Dit brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat verweerder op dit aspect beoordelingsruimte toekomt en dat die per (voormalige) politieregio anders kan worden ingevuld. In het verlengde daarvan ligt het oordeel over ‘verwachte geschiktheid’ voor senior GGP. Daarbij betrekt de rechtbank dat noch in de circulaire HAP II noch in de nadere afspraken is toegelicht wat onder ’verwachte geschiktheid’ moet worden verstaan. Dit betekent dat de toetsing door de rechter terughoudend is. Zij is, naast de overigens in aanmerking komende toetsing van het bestreden besluit aan regels van geschreven en ongeschreven recht en algemene rechtsbeginselen, beperkt tot de vraag of gezegd moet worden dat verweerder niet in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen.
4.2
Verweerder heeft in dit geval de ‘verwachte geschiktheid’ van eiser beoordeeld aan de hand van de competenties resultaatgerichtheid, samenwerken, integriteit, coachingsvaardig-heden en vakkennis. Het gaat hier om competenties van de voor eiser naast hogere senior GGP-functie schaal 8. Volgens verweerder heeft eiser onvoldoende laten zien dat hij over deze competenties beschikt.
4.3
Eiser heeft aangevoerd dat verweerder niet bevoegd is om naast de criteria uit de circulaire HAP II aanvullende voorwaarden te stellen en dat ten onrechte van belang is geacht of hij al heeft laten zien dat hij over die competenties beschikt. Eiser is verder van mening dat uit zijn beoordeling blijkt dat hij wel degelijk over die competenties beschikt.
4.4
De rechtbank is van oordeel dat het hier niet om aanvullende voorwaarden gaat, maar om een invulling door verweerder van het begrip ’verwachte geschiktheid’. Verweerder heeft aldus zijn oordeel over de ‘verwachte geschiktheid’ onderbouwd. Tussen partijen is niet in geschil dat de door verweerder genoemde competenties voor senior GGP binnen de voormalige politieregio Gelderland-Midden relevant zijn, zij het dat eiser van mening is dat de competentie resultaatgerichtheid niet als zodanig de geschiktheid voor senior GGP aantoont. Anders dan eiser heeft gesteld, is de rechtbank van oordeel dat eiser in de uitoefening van zijn huidige functie heeft kunnen laten zien dat hij over deze competenties beschikt. Op grond van de door verweerder gegeven concrete voorbeelden, die eiser onvoldoende heeft betwist, is de rechtbank van oordeel dat niet gezegd kan worden dat verweerder niet in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen. Hieraan doet eisers uitstekende beoordeling niet af, omdat die ziet op eisers functioneren op het niveau van generalist GGP. Ook het feit dat in eisers beoordeling staat vermeld dat competenties voor veel functies zonder meer voldoende aanwezig zijn, leidt niet tot een ander oordeel, aangezien het hier ook om functies van gelijk schaalniveau kan gaan of om functies met een hoger schaalniveau anders dan als senior GGP, zoals bijvoorbeeld de functie van beleidsmedewerker waarvoor hij in de personeelsschouw ook is aanbevolen.
4.5
De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat uiterlijk op 31 december 2012, de laatste dag waarop het doorstroombeleid van kracht was, de verwachting moest bestaan dat eiser op dat moment geschikt was voor senior GGP, wil zijn voldaan aan het vereiste van ‘verwachte geschiktheid’. Gelet op de aard en het niveau van de senior GGP is de rechtbank van oordeel dat van verweerder in redelijkheid niet kan worden verlangd om functies op niveau van senior GGP op te dragen aan ambtenaren die verweerder (nog) niet in staat acht die naar behoren te vervullen, ook niet als de verwachting bestaat dat de betrokken ambtenaar op redelijke termijn wel geschikt zal zijn. Dat het hebben van ontwikkelpunten of het gebrek aan de vereiste diploma’s niet aan doorstromen in de weg staat, doet daaraan onvoldoende af. Verweerder heeft voldoende toegelicht dat de generalist GGP eerst geschikt is voor senior GGP indien hij voldoende basis heeft om de kerntaken van senior GGP naar behoren te kunnen uitoefenen en dat ontwikkelpunten van ondergeschikte aard zijn. De op de hoorzitting gemaakte opmerkingen van de zijde van verweerder, dat eiser wellicht wel potentie heeft, maar dat nog niet heeft laten zien, en dat de indruk bestaat dat eiser het wel kan,is onvoldoende om aan te nemen dat eiser ten tijde van de besluitvorming aan de eis van ‘verwachte geschiktheid’ voldeed.
4.6
De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat verweerder de aanvraag van eiser om door te stromen van generalist GGP naar senior GGP op goede gronden heeft afgewezen.
5.
Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, voorzitter,
mr. M.J.P. Heijmans en mr. E.M. Vermeulen, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. G.A. Kajim-Panjer, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.