ECLI:NL:RBGEL:2014:4341

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 april 2014
Publicatiedatum
14 juli 2014
Zaaknummer
ARN/2014/17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • R.J. Jue
  • G. Noordraven
  • M.J. van Lee
  • M.C.G.J. van Well
  • C. van Linschoten
  • J.T. van Belzen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechters van de Rechtbank Gelderland afgewezen

Op 28 april 2014 heeft de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure (zaaknummer ARN/2014/17). Verzoeker, wonende te [plaats], had verzocht om wraking van de rechters R.J. Jue, G. Noordraven en M.J. van Lee, omdat hij geen vertrouwen had in hun onafhankelijkheid. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen.

De procedure begon op 25 maart 2014, toen verzoeker een wrakingsverzoek indiende tegen mr. H.C. Leemreize. Tijdens deze zitting heeft verzoeker ook de rechters van de wrakingskamer gewraakt, wat resulteerde in een proces-verbaal. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat wrakingsverzoeken alleen gericht kunnen zijn tegen rechters die een specifieke zaak behandelen, en niet tegen alle rechters van een rechtbank.

De rechtbank concludeerde dat verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden had aangevoerd die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zouden kunnen brengen. Het enkele feit dat verzoeker geen vertrouwen heeft in de rechters van de rechtbank Gelderland, is onvoldoende grond voor wraking. Daarom werd verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 28 april 2014, en tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Wrakingskamer
Locatie Arnhem
zaaknummer: ARN/2014/17
Beschikking van 28 april 2014
inzake het verzoek van
[verzoeker],
wonende te [plaats],
verzoeker tot wraking,
tot wraking van
mrs. R.J. Jue, G. Noordraven en M.J. van Lee,
in hun hoedanigheid van rechters van deze rechtbank.

1.De procedure

1.1.
Op 25 maart 2014 is ter zitting het wrakingsverzoek (zaaknummer ARN/2014/13) van verzoeker tegen mr. H.C. Leemreize behandeld. Ter zitting van de wrakingskamer heeft verzoeker de rechters van de wrakingskamer gewraakt. Hiervan is een proces-verbaal opgemaakt.

2.De beoordeling

2.1
Uit het proces-verbaal van de zitting van 25 maart 2014 blijkt dat verzoeker op de vraag of hij de wrakingskamer wraakt, heeft geantwoord dat hij de hele rechtbank Arnhem wraakt en dat zijn wrakingsgrond is dat hij al jaren door deze rechtbank is bedrogen.
2.2
In een wrakingsprocedure dient te worden beslist of er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Wrakingsverzoeken kunnen alleen gericht zijn tegen rechters die een bepaalde zaak behandelen (artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) en niet, zoals in dit geval, tegen alle rechters die bij een rechtbank werken. Bovendien kan het verzoek alleen gebaseerd worden op concrete feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.3
Dergelijke feiten en omstandigheden zijn niet aangevoerd, ook niet voor zover het de rechters betreft die het verzoek tot wraking van verzoeker behandelen. Het enkele feit dat de rechters in de rechtbank Gelderland (voorheen rechtbank Arnhem en Zutphen) werkzaam zijn en verzoeker geen vertrouwen heeft in de onafhankelijkheid van de rechters in deze rechtbank, levert geen grond op voor wraking.
2.4
Bij deze stand van zaken moet verzoeker niet-ontvankelijk worden verklaard. Aan de inhoudelijke behandeling kan dus niet worden toegekomen, zodat er voor een mondelinge behandeling ter terechtzitting geen grond is.

3.De beslissing

De rechtbank
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek om wraking.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C.G.J. van Well, als voorzitter, en mrs. C. van Linschoten en J.T. van Belzen als rechters in tegenwoordigheid van de griffier
mr. J.M.M.B. van Eeten en in openbaar uitgesproken 28 april 2014. .
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.