Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 februari 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 24 maart 2014
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de brieven namens Tangent, ingekomen op 31 maart 2014 en 1 april 2014.
2.De feiten
“voor het ongemak dat uw organisatie ervaart doordat nog niet alle functionaliteiten op de juiste wijze zijn ingeregeld.
”
- Creditering van de facturering AFAS Insite voor het eerste kwartaal van 2013.
- Creditering van de implementatiefactuur met 25%.
- Het om niet aanbieden van de financiële rapportages behorende bij de management tool Metris.
3.De vordering in conventie
4.De vordering in reconventie
5.De beoordeling
in conventie en in reconventie
- ten aanzien van welke onderdelen van de dienstverleningsovereenkomst is OSG tekortgeschoten?
- in hoeverre is de correcte en tijdige uitvoering van die onderdelen van belang voor de voortgang van de dagelijkse gang van zaken van de bedrijfsvoering van Tangent?
- wanneer waren Tangent en OSG ervan op de hoogte dat de desbetreffende onderdelen van de dienstverlening niet naar behoren functioneerden/werden uitgevoerd?
- welke hinder heeft Tangent hiervan gehad en was dit kenbaar voor OSG?
- welke afspraken hebben partijen per niet of onvoldoende functionerend onderdeel van de dienstverleningsovereenkomst gemaakt?
- wie van partijen moest daartoe actie ondernemen?
- zijn die afspraken nagekomen en zo ja, wanneer? en zo nee, waarom niet?
- wat functioneerde er wel en wat niet op respectievelijk 20 maart 2013, 15 april 2013, 1 mei 2013, 17 mei 2013 en 5 juni 2013?
- welke contacten zijn er tussen partijen geweest tussen 17 mei 2013 en 5 juni 2013?