Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
Procesverloop
mr. drs. W. van Dijk en J.A. Baarsen.
Overwegingen
7. Eiseres heeft in totaal 41 ha grasland, onderverdeeld in:
perceel 2: Italiaans raaigras, rietzwenk, gekruist raaigras
perceel 3: Engels raaigras, timothee
perceel 4: oud weiland (kweekgras, kropaar, veldbeemd, straatgras) en Engels raaigras
perceel 5: Engels raaigras
perceel 6: Havera 4 en oud weiland (kweekgras, kropaar, veldbeemd, straatgras)
perceel 7-8-9: oud weiland (kweekgras, kropaar, veldbeemd, straatgras)
€ 3.598 toegekend als tegemoetkoming in de schade.
23 november 2013 als ter zitting, op het taxatierapport van 20 mei 2013 blijkt dat voor de berekening van de schade aan percelen 2 tot en met 6, die is getaxeerd op 30 april 2013, gebruik is gemaakt van één referentielocatie. Deze locatie bevindt zich op perceel 3. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het weliswaar niet gebruikelijk is om voor meerdere percelen slechts één referentielocatie te gebruiken, maar dat hiervoor is gekozen omdat op de andere percelen geen geschikte referentielocatie te vinden was. Deze percelen waren volledig afgevreten. De taxateur had derhalve geen andere mogelijkheden om de schade te berekenen en in dat geval is het voldoende zorgvuldig om van slechts één referentielocatie gebruik te maken.
Eiseres heeft betoogd dat deze wijze van meten en berekenen onzorgvuldig is. Zij heeft op
2 mei 2013 een taxatie laten uitvoeren door DLV Rundvee, welke is neergelegd in een taxatierapport van 6 mei 2013. Dit taxatierapport is opgesteld volgens het protocol van ‘Meten is weten’.
Ook door verweerder is erkend dat de taxateurs van Taxatiebureau 2000 hun conclusie, dat er geen referentielocaties zouden zijn en dat kon worden volstaan met een enkel referentiepunt, hebben getrokken terwijl van contact met eiseres voor of tijdens de taxatie nauwelijks sprake is geweest. Zeker nu volgens het rapport ‘Meten is weten’ in nagenoeg alle situaties op het schadeperceel het verschil tussen onbeschadigd en beschadigd kan worden vastgesteld, kon van de taxateurs worden verwacht dat zij met eiseres contact zouden hebben alvorens de conclusie te trekken dat dit verschil voor deze percelen niet kon worden vastgesteld. Ook had het op de weg van de taxateur van verweerder gelegen om op een andere wijze aan aanvullende informatie te komen, als in afwijking van de gangbare praktijk, zoals neergelegd in het protocol van ‘Meten is weten’, moest worden volstaan met het hanteren van slechts één referentielocatie voor meerdere, onderling verschillende, percelen. Contact met de beheerder van de percelen is ook daar bij uitstek geschikt voor.
perceel 3: 5 ha x 5 cm x 150 kg droge stof per ha x € 0,27 = € 1.012,50
€ 7.128.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 10 december 2013;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- herroept het primaire besluit;
- stelt de door eiseres geleden en door verweerder te vergoeden schade vast op een bedrag van € 6.878;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ad € 1.544,44;
- bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht ad € 318 aan eiseres vergoedt.