Uitspraak
[verdachte]
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.De beslissing inzake het bewijs
5.De beslissing
vrijvan het tenlastegelegde.
Rechtbank Gelderland
In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van diefstal met geweld, heeft de rechtbank Gelderland op 26 juni 2014 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, waaronder de diefstal van een aanzienlijke hoeveelheid geld en sieraden uit een kluis, en de bedreiging en mishandeling van de benadeelde partij, [benadeelde 1]. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De zaak was complex, met tegenstrijdige verklaringen van de betrokken partijen. De rechtbank vond dat de verklaring van de aangever niet voldoende werd ondersteund door ander bewijs, en dat de alternatieve lezing van medeverdachte [medeverdachte 1] plausibel was. De rechtbank concludeerde dat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte of zijn medeverdachten geweld hadden gebruikt of de aangever hadden gedwongen. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De benadeelde partijen, [benadeelde 1] en [benadeelde 2], die schadevergoeding eisten, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de gestelde schade niet rechtstreeks was toegebracht door enig bewezenverklaard feit.