1.poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
2, 3 en 4 telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
verklaart verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
8 (acht) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, groot
4 (vier) maanden,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende voorwaarden niet heeft nageleefd;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich vóór het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen
van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de reclassering, Reclassering Nederland, [adres 4]. Hierna moet veroordeelde zich bij de reclassering blijven melden, zo frequent en zolang als de reclassering dit nodig acht;
- zal verblijven in de begeleide woonvorm van [instelling] te Epe, voor maximaal een jaar en zich zal houden aan het (dag)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering noodzakelijk acht. De veroordeelde dient zich dan ook te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van het begeleid wonen en de behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 3], rekeningnummer [nummer 1], van een bedrag van
€ 149,84, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verstaat dat de verdachte niet meer tot vergoeding is gehouden indien en voorzover het gevorderde door zijn mededader is of wordt voldaan;
veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 7], rekeningnummer [nummer 2], van een bedrag van
€ 168,40, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 7] voor het overige niet-ontvankelijk;
verstaat dat de verdachte niet meer tot vergoeding is gehouden indien en voorzover het gevorderde door zijn mededader is of wordt voldaan;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 9] niet-ontvankelijk in diens vordering;
verklaart de oproeping in de zaak met parketnummer 06/172826-11 (vordering tot tenuitvoerlegging) nietig.
Aldus gewezen door mr. Van Apeldoorn, voorzitter, mr. Cremers en mr. Janssen, rechters,
in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 juni 2014.
Mr. Cremers is buiten staat mede te ondertekenen.