Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 juni 2013
- de akte houdende het verzoek tot het wijzen van een eindvonnis van CWZ
- de akte houdende uitlating van M&W.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank Gelderland, is op 28 mei 2014 een vonnis gewezen in het geschil tussen de Stichting Mens & Werk (M&W) en de Stichting Nijmeegs Interconfessioneel Ziekenhuis Canisius-Wilhelmina (CWZ). De rechtbank heeft geoordeeld dat alle geschilpunten met betrekking tot de Raamovereenkomst, die eerder zijn behandeld in een vonnis van 12 maart 2014 in een verwante zaak, zijn afgedaan. De vorderingen van M&W met betrekking tot de Raamovereenkomst zijn afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat deze al zijn behandeld in de eerdere uitspraak.
De procedure begon met een tussenvonnis van 19 juni 2013, waarin de rechtbank al enkele vorderingen had beoordeeld. De partijen hebben hun standpunten uiteengezet in akten, waarna de rechtbank heeft besloten tot het wijzen van een eindvonnis. In het vonnis is onder andere bepaald dat CWZ verplicht is om binnen zes weken na betekening van het vonnis alles te doen wat nodig is voor de vestiging van een recht van opstal ten behoeve van M&W. Dit recht van opstal is gebaseerd op de tussen partijen geldende overeenkomsten.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat CWZ garant staat voor het bezet houden van twintig kindplaatsen door werknemers van CWZ en dat bij beëindiging van het recht van opstal, CWZ een schadevergoeding aan M&W moet betalen, vastgesteld door gecertificeerde registertaxateurs. In reconventie is M&W veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding aan CWZ over een bepaalde periode, evenals een opstalvergoeding, beide berekend op basis van een canon van € 4.900,00 per jaar, exclusief btw, geïndexeerd aan de hand van de bouwkostennota per 1 juli 2013. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.