RECHTBANK Gelderland
Parketnummer : 05/162095-12
Zittingsdatum : 16 mei 2014
Proces-verbaal van terechtzitting
Tegenwoordig:
kantonrechter Mr. C. van Linschoten,
griffier C.W.J. van de Zandschulp.
Als officier van justitie is aanwezig mr. C.M. Brugman.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De voorzitter stelt de identiteit van de verdachte vast op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
De verdachte ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de kantonrechter te zijn genaamd:
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum]
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
De kantonrechter vermaant verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden is verplicht.
De officier van justitie draagt de zaak voor.
De kantonrechter deelt de korte inhoud van de stukken van het voorbereidend onderzoek mee, waaronder:
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nr.12-025087, d.d. 6 juni 2012, opgemaakt door[verbalisant 1], verbalisant, Flora- en Faunabeheerder, met bijlagen;
- een uittreksel uit het algemeen documentatieregister van de justitiële documentatiedienst gedateerd 26 maart 2014, betreffende verdachte.
De verdachte verklaart ter terechtzitting, zakelijk weergegeven:
Op 15 april 2012 bevond ik mij in het natuurgebied “De Reijerscamp” te Wolfheze. Ik was vergezeld van een hond. Deze hond was niet aangelijnd met een hondenriem. Hij was wel onder mijn controle door middel van een onzichtbare elektronische lijn. Ik heb met deze hond geoefend met deze elektronische lijn en heb hem daarmee onder controle.
Ik beroep mij op een uitspraak van de kantonrechter in Haarlem van 28 september 2010. Die heeft beslist dat onder aanlijnen ook een elektronische wijze van controle over een hond valt. Ik verwijs naar de door mij overgelegde stukken.
Ik heb nog met de Vereniging Natuurmonumenten gemaild om er achter te komen wat hun standpunt is. Ik kan daar geen wijs uit. Mij is niet duidelijk of zij elektronisch aanlijnen accepteren als aanlijnen.
De officier van justitie voert het woord voor haar requisitoir en merkt hierbij op, zakelijk weergegeven:
Ik ben van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend is bewezen. De Vereniging Natuurmonumenten wil niet dat een bezoeker die met een hond hun terrein betreedt dat anders doet dan met de hond aan een fysieke lijn. Dit is op de borden duidelijk aangegeven. Wellicht kan op de borden nog worden gezet dat een elektronisch controlemiddel niet is toegestaan, om elk misverstand te voorkomen.
Echter, verdachte verkeerde door de uitspraak van de kantonrechter in Haarlem in de veronderstelling dat wat hij noemt elektronisch aanlijnen gelijk staat met fysiek aanlijnen. Ik acht hem daarom niet strafbaar. Ik vorder dat u verdachte ontslaat van alle rechtsvervolging.
De officier van justitie legt vervolgens haar vordering aan de kantonrechter over.
Verdachte voert het woord ter verdediging en voert daartoe aan, zakelijk weergegeven:
Ik heb met Natuurmonumenten gemaild. Ik weet nog steeds niet wat ik nou moet doen.
Aan verdachte wordt het recht gelaten het laatst te spreken.
De kantonrechter sluit daarop het onderzoek en zegt terstond mondeling vonnis te zullen geven.
De kantonrechter spreekt het vonnis uit ter openbare terechtzitting.
AANTEKENING VAN HET MONDELINGE VONNIS