ECLI:NL:RBGEL:2014:3271

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 mei 2014
Publicatiedatum
21 mei 2014
Zaaknummer
05/720480-13, 05/842027-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor diefstallen met geweld, afpersing en vernielingen; vrijheidsberoving niet bewezen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder diefstal met geweld, afpersing en vernieling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de nacht van 18 op 19 december 2013 in Nijmegen een mobiele telefoon, geld en andere goederen heeft weggenomen van slachtoffer 1, waarbij hij geweld en bedreiging met een vuurwapen heeft gebruikt. Dit feit werd voorafgegaan door een aantal andere incidenten waarbij de verdachte ook geweld heeft gebruikt tegen slachtoffers 2, 3 en 4, waarbij hij hen heeft gedwongen tot afgifte van geld en goederen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vrijheidsberoving van slachtoffer 1 niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, omdat niet vaststond dat de aangever zich daadwerkelijk bedreigd voelde en gedwongen was om met de verdachte mee te lopen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van dit feit. De rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan de andere tenlastegelegde feiten en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder reclasseringstoezicht. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder slachtoffers en de politie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/720480-13, 05/842027-13
Data zittingen : 13 februari 2014, 8 april 2014, 7 mei 2014
Datum uitspraak : 21 mei 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Armenië)
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
raadsman : mr. S.G.M. Goedvriend, advocaat te Nijmegen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een tweetal door de rechtbank toegewezen vorderingen wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
05/720480-13
1.
hij in of omstreeks de nacht van 18 op 19 december 2013 te Nijmegen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de
afgifte van een mobiele telefoon (Sony Experia Z.) en/of een portemonnee en/of een
bankpasje(s) en/of een geldbedrag en/of een koptelefoon en/of handschoenen, in
elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld onder meer hierin bestond(en) dat hij, verdachte, - zichtbaar voor die [slachtoffer 1] een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, bij zich droeg en/of - die [slachtoffer 1] een (deel van een) (vuur)wapen, althans een (deel van een) daarop gelijkend voorwerp heeft getoond en/of voorgehouden en/of - een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft doorgeladen en/of de loop van dat (vuur)wapen, althans daarop gelijkend voorwerp op de knie en/of de nek, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft gezet/geplaatst en/of gericht en/of - (daarbij) die [slachtoffer 1] (op dwingende/intimiderende wijze) om geld heeft gevraagd en/of heeft gevraagd of [slachtoffer 1] geld op zijn bankrekening heeft staan en/of(daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Weet je wel hoeveel mensen ik hiermee heb gepopt?" en/of "ik maak geen grapjes", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of - (op dwingende/intimiderende toon) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd (zakelijk weergegeven) dat [slachtoffer 1] mee moest lopen naar een bank-/pinautomaat en/of (vervolgens) heeft gezegd: "Als er nou toch 100 Euro op jouw bankrekening staat, mag ik dan schieten?", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
EN/OF
hij in of omstreeks de nacht van 18 op 19 december 2013 te Nijmegen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Sony Experia Z.) en/of een portemonnee en/of een bankpasje(s) en/of een geldbedrag en/of een koptelefoon en/of handschoenen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, - zichtbaar voor die [slachtoffer 1] een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, bij zich droeg en/of - die [slachtoffer 1] een (deel van een) (vuur)wapen, althans een (deel van een) daarop gelijkend voorwerp heeft getoond en/of voorgehouden en/of - een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft doorgeladen en/of de loop van dat (vuur)wapen, althans daarop gelijkend voorwerp op de knie en/of de nek, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft gezet/geplaatst en/of gericht en/of - (daarbij) die [slachtoffer 1] (op dwingende/intimiderende wijze) om geld heeft gevraagd en/of gevraagd of [slachtoffer 1] geld op zijn bankrekening heeft staan en/of(daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Weet je wel hoeveel mensen ik hiermee heb gepopt?" en/of "ik maak geen grapjes", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of - (op dwingende/intimiderende toon) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd (zakelijk weergegeven) dat [slachtoffer 1] mee moest lopen naar een bank-/pinautomaat en/of (vervolgens) heeft gezegd: "Als er nou toch 100 Euro op jouw bankrekening staat, mag ik dan schieten?", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
2.
hij in of omstreeks de nacht van 18 op 19 december 2013 te Nijmegen
opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd
en/of beroofd gehouden, immers heeft/is hij, verdachte, met dat opzet - (op/bij Plein 1944) op die [slachtoffer 1] toegelopen en/of voor die [slachtoffer 1] zichtbaar een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, gedragen en/of (op dwingende/intimiderende wijze) gezegd: "loop mee", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of deze een (deel van een) (vuur)wapen, althans een (deel van een) daarop gelijkend voorwerp getoond en/of - die [slachtoffer 1] (aldus) gedwongen met hem, verdachte, mee te lopen (het Kronenburgerpark in en/of in de richting van het Zwembad West , althans naar een of meer afgelegen plaatsen) en/of - (met zijn houding/gedrag en/of het voor die [slachtoffer 1] zichtbaar dragen van een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp) een zodanig bedreigende indruk gewekt dat die [slachtoffer 1] met hem, verdachte, is meegelopen en/of de route bepaald volgens welke die [slachtoffer 1] moest lopen
en/of - (onderweg en/of in de naaste omgeving van het Zwembad West) die [slachtoffer 1] een (deel van een) (vuur)wapen, althans een (deel van een) daarop gelijkend voorwerp getoond en/of voorgehouden en/of - een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp doorgeladen en/of de loop van dat (vuur)wapen, althans daarop gelijkend voorwerp op de knie en/of de nek, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] gezet/geplaatst en/of gericht en/of - die [slachtoffer 1] op een muurtje doen plaatsnemen en/of gedwongen op de grond te gaan en/of blijven zitten en/of - (aldus) die [slachtoffer 1] (gedurende enige tijd) belemmerd zich vrijelijk te
bewegen in een richting die hij zelf wenst;
3.
hij in op of omstreeks 18 december 2013 te Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een woning gelegen aan de [straat]) weg te nemen geld en/of sieraden en/of een of meer andere goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van geld en/of sieraden en/of een of meer andere goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
met voormeld oogmerk:
- die [slachtoffer 2] in de gang van zijn woning heeft weggeduwd en/of
- een of meer laden van een dressoir in de woonkamer van genoemde woning heeft doorzocht en/of
- die [slachtoffer 2] een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft getoond en/of voorgehouden en/of gericht en/of op de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft gezet/gedrukt en/of
- ( op dwingende wijze) aan die [slachtoffer 2] heeft gevraagd (zakelijk weergegeven)of deze geld en/of sieraden (in huis) had, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 13 november 2013 te Nijmegen
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]
heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (15, 60
en 20 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte: - die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft vastgepakt en/of naar de grond heeft
geduwd en/of gedrukt en/of getrokken en/of - aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (op dwingende/agressieve toon) heeft gevraagd (zakelijk weergegeven) hoeveel geld hij/zij bij zich had(den) en/of - aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (op dwingende toon) heeft gezegd (zakelijk
weergegeven) dat hij, verdachte, (meer) geld en/of een of meer telefoons, van
die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] wilde en/of - die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] meermalen heeft bedreigd met de woorden (zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] zou neersteken als die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] niet meer geld zou/zouden geven
en/of niet zou/zouden doen wat hij, verdachte, vroeg/wilde en/of - een of meer stekende bewegingen met zijn, verdachtes, hand (waarmee hij de indruk wekte een mes bij zich te hebben)heeft gemaakt in de richting van die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] en/of -(op intimiderende wijze) in de directe nabijheid van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] is blijven lopen en/of staan (ook terwijl die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] pintransacties deed/deden);
5.
hij op of omstreeks 13 november 2013 te Nijmegen opzettelijk
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd
en/of beroofd gehouden, met dat opzet:
- met die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] vanaf het Karrengas is meegelopen en/of (op
dwingende/intimiderende wijze) heeft gezegd (zakelijk weergegeven) volgens
welke route zij naar een pinautomaat aan de Molenstraat moesten lopen en/of
- die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft bedreigd door tegen die [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] te zeggen (zakelijk weergegeven) dat zij niet met elkaar mochten
spreken en/of dat hij/zij niemand mocht(en) aanspreken en/of dat hij/zij zich
niet opvallend mochten gedragen en/of dat hij hen (anders) zou neersteken
en/of
- die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] meermalen heeft bedreigd met de woorden
(zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] zou
neersteken als die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] niet zou/zouden doen, wat hij,
verdachte, vroeg/wilde en/of
- in de directe nabijheid van de [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] is gebleven (terwijl
die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] naar de pinautomaat liepen en/of terwijl die
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] pintransacties uitvoerden) en/of
- die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (aldus)(enige tijd) heeft belemmerd zich
vrijelijk te bewegen (in een richting die hij/zij zelf wenste(n));
6.
hij in of omstreeks de periode van 3 februari 2014 tot en met 4 februari 2014
te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk een of meer muren van een
politiecel , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Politie Gelderland Zuid, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
05/842027-13
1.
hij op of omstreeks 30 november 2013, in de gemeente Nijmegen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
in of uit een aan de Passage Molenpoort aldaar gevestigde winkel ([benadeelde 1]), twee,
althans een of meer pakje(s) vlees, in elk geval vleeswaar, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma [benadeelde 1], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een
persoon genaamd [slachtoffer 5], [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat hij, verdachte opzettelijk gewelddadig meermalen, in elk
geval eenmaal
- met een pen heeft gestoken en/of geprikt in de arm en/of elders in het lichaam van die [slachtoffer 5] en/of
- die [slachtoffer 5] heeft gekrabd en/of
- die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] (dreigend) heeft toegevoegd de woorden en/of in aanwezigheid van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] heeft gezegd: 'ik steek je nee?'en/of "ik maak je dood als ik je tegenkom" en/of "ga een ketting halen om deze gast neer te slaan" en/of "ik pak jullie nog wel" en/of "jij moet oppassen, ik krijg jou nog wel", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zich (met kracht) heeft losgetrokken/losgerukt terwijl die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] hem, verdachte, vasthielden en/of die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] heeft geduwd en/of (aldus) in een andere richting heeft bewogen dan die waarin die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] hem, verdachte, wilde(n) begeleiden;
2.
hij op of omstreeks 1 december 2013, in de gemeente Nijmegen, opzettelijk en wederrechtelijk een of meer mu(u)r(en) van een politiecel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de politie Gelderland Zuid, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 7 mei 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. S.G.M. Goedvriend, advocaat te Nijmegen.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
 [slachtoffer 2]
 [slachtoffer 5]
 Politie district Gelderland-Zuid
De officier van justitie, mr. A. Waterman, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

3.De beslissing inzake het bewijs

Parketnummer 05/720480-13 [1]
Feit 1 en 2:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de nacht van 18 op 19 december is verdachte in Nijmegen met aangever [slachtoffer 1] van Plein 1944 naar Zwembad West gelopen. Daar aangekomen heeft verdachte aangever een op een vuurwapen gelijkend voorwerp laten zien en vervolgens de mobiele telefoon (een Sony Experia Z), koptelefoon, handschoenen en een geldbedrag afgepakt van aangever. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van beide feiten op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht aan de hand van haar schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft feit 1 bekend voor zover het de beroving betreft. Hij ontkent hierna te bespreken onderdelen van de tenlastelegging. De verdediging betoogt vrijspraak voor feit 2 omdat aangever vrijwillig met verdachte zou zijn meegelopen.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1:
Aangever heeft verklaard dat verdachte de loop van het (imitatie)wapen op zijn knie en nek heeft gericht, om geld heeft gevraagd, heeft gevraagd of aangever geld op zijn rekening had staan, dat aangever van verdachte naar een bank moest lopen en dat verdachte de volgende dingen heeft gezegd: “weet je wel hoeveel mensen ik hiermee heb gepopt?”, “ik maak geen grapjes” en “als er nou toch 100 euro op jouw bankrekening staat, mag ik dan schieten?”. [3]
De rechtbank heeft geen reden om aan deze verklaring van aangever, die zeer gedetailleerd is, te twijfelen en acht ook die onderdelen van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2:
De rechtbank acht dit feit niet wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt:
Verdachte heeft verklaard dat aangever vrijwillig met hem is meegelopen.
Aangever heeft daarover het volgende verklaard:
  • hij dacht dat hij het wapen al bij de eerste ontmoeting op Plein ’44 bij de man had zien zitten maar dat deze het niet bewust aan hem toonde;
  • de sfeer tussen verdachte en aangever was eigenlijk vrij soepel;
  • het kan zijn dat verdachte denkt dat aangever vrijwillig is meegegaan.
Naar het oordeel van de rechtbank staat niet vast dat aangever vanaf het begin zich bedreigd heeft gevoeld (door het zien van het wapen) en onder die druk met verdachte is meegelopen. Zijn verklaringen zijn op dit punt niet eenduidig. Bovendien valt niet uit te sluiten dat verdachte zich er niet van bewust is geweest of had moeten zijn dat aangever zich gedwongen voelde met hem mee te gaan; niet duidelijk is of verdachte zich er van bewust was of aangever het wapen (per ongeluk) had gezien. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 3:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht aan de hand van haar schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak. Volgens de verdediging is verdachte wel in de woning van aangever geweest maar was dat op 15 of 16 december 2013 met het doel om drugs te verkopen aan aangever. Verdachte zou zijn telefoonnummer hebben achtergelaten zodat aangever hem kon bellen als hij geld had. Aangever kan dit telefoonnummer hebben overgeschreven op de krant van 18 december 2013.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt. Aangever heeft verklaard dat hij verdachte heeft binnengelaten omdat hij hem meende te kennen. Hierna zou verdachte hem om sieraden hebben gevraagd, met een pistool hebben bedreigd en om geld hebben gevraagd. Aangever heeft gezegd dat hij geld zou halen als verdachte zijn telefoonnummer zou geven. Hierna lukte het aangever om verdachte buiten de deur te krijgen.
Op een krant van aangever stond een telefoonnummer geschreven dat op één cijfer na overeenkomt met het telefoonnummer dat verdachtes moeder als verdachtes telefoonnummer heeft genoemd. Aangever heeft verklaard dat dit telefoonnummer in zijn handschrift is geschreven. Aangever heeft voorts verklaard dat hij cocaïne rookt en dat er soms mensen cocaïne bij hem thuis brengen.
De rechtbank acht het wel erg opmerkelijk dat, in de lezing van aangever, verdachte zijn woning zou binnendringen en hem met een pistool zou bedreigen om vervolgens zonder geld of sieraden of andere waardevolle spullen weer te vertrekken, onder achterlating van zijn telefoonnummer met de afspraak dat aangever hem zou bellen zodat hij geld gepind zou hebben.
Gelet op het vorenstaande kan de rechtbank niet uitsluiten dat verdachtes verklaring (weergegeven onder het standpunt van de verdediging) juist is. Nu er naast de verklaring van aangever zich geen bewijsmiddelen in het dossier bevinden acht de rechtbank het feit niet wettig en overtuigend bewezen en zal zij verdachte daarvan vrijspreken.
Feit 4 en 5:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 13 december 2013 bevonden aangevers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zich in Nijmegen in de Karrengas. Aangevers werden aangesproken door een hen onbekende man. Deze liep met aangevers mee, pakte [slachtoffer 3] bij zijn arm en drukte de arm naar beneden. Met zijn andere hand pakte hij [slachtoffer 4] bij de rugzak en drukte [slachtoffer 4] naar beneden. De man zei dat hij de telefoons van aangevers wilde en dat hij hen anders neer zou steken. Hierbij maakte hij stekende bewegingen in de richting van aangevers. Hij vroeg op agressieve toon hoeveel geld aangevers bij zich hadden. [slachtoffer 3] heeft 15 euro uit zijn portemonnee aan de man gegeven. De man hield aangevers vast en zei dat hij dit niet voldoende vond en dat ze toch hun telefoons moesten geven omdat hij ze anders neer zou steken. [slachtoffer 4] heeft toen gezegd dat hij geld op zijn rekening had. Op aanwijzing van de man zijn aangevers naar een pinautomaat in de Molenstraat gelopen. De man bedreigde hen meermalen met de dood. Bij de pinautomaat heeft [slachtoffer 4] eerst 60 en daarna 20 euro gepind die hij aan de man heeft gegeven. [4]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de feiten op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht aan de hand van haar schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak voor beide feiten en voert daartoe aan dat uit het dossier niet duidelijk is geworden dat verdachte de man is die aangevers heeft afgeperst.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank beantwoordt de vraag of het verdachte is geweest die aangevers heeft afgeperst bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
Aangever [slachtoffer 3] heeft verklaard dat toen ze bij de pinautomaat aankwamen daar twee personen stonden. Deze personen begroetten de man die hen had meegenomen naar de automaat en gingen bij hem staan. [5]
In het dossier bevinden zich foto’s van de pintransacties van aangever [slachtoffer 4] en van de pintransactie die voorafging aan deze pintransacties. [6] Aangever [slachtoffer 3] heeft verklaard dat op foto 1, 2 en 3 de personen staan die erbij stonden toen [slachtoffer 4] moest pinnen. Op foto 6 en 7 staat de dader. [7]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij een van de personen is die op foto 1, 2 en 3 staan. [8] Over de persoon die op foto 6 en 7 naast aangevers staat heeft [getuige] verklaard dat deze bij hem op school heeft gezeten ([school]) en bij hem in de klas heeft gezeten bij docent [docent]. De man had een vriendin genaamd Zora.
Naar aanleiding van de verklaring van [getuige] is docent [docent] door de politie gehoord. Hij herkende de persoon op foto 6 en 7 als verdachte [verdachte]. [9]
Ook is de conciërge van het [school], [conciërge] gehoord. Ook deze herkende de persoon op foto 6 en 7 als verdachte. [10]
[slachtoffer 3] heeft voorts verklaard dat de man die hen afperste een litteken op zijn hoofd had. Tijdens het verhoor van verdachte constateren verbalisanten dat verdachte een litteken heeft aan de rechterzijde van zijn hoofd. [11] Tot slot heeft verdachte verklaard dat hij verkering heeft gehad met meisje dat [betrokkene] heet. [12]
Gelet op het vorenstaande twijfelt de rechtbank er niet aan dat verdachte de man is die aangevers heeft afgeperst. De rechtbank acht feit 4 wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank acht feit 5 niet wettig en overtuigend bewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is de periode die aangevers en verdachte hebben gelopen van de Karrengas naar de pinautomaten in de Molenstraat te kort geweest om te kunnen spreken van vrijheidsberoving in de zin van artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 6:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] namens Politie Gelderland-Zuid, p. 452-453;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2014.
Parketnummer 05/842027-13 [13]
Feit 1:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 30 november 2013 heeft verdachte twee pakjes vlees weggenomen bij de [benadeelde 1] in de Molenpoort Passage te Nijmegen. Verdachte is daarop aangehouden door beveiliger [slachtoffer 5]. Bij die aanhouding ontstond een worsteling tussen verdachte en genoemde [slachtoffer 5] en winkelmedewerkers [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7]. Tijdens die worsteling heeft verdachte geroepen “'ik steek je neer”, "ik maak je dood als ik je tegenkom" en "ga een ketting halen om deze gast neer te slaan". [14]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte bekent het feit maar ontkent met een pen te hebben geprikt.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever heeft verklaard dat verdachte hem tijdens de worsteling met een pen in zijn arm en lichaam heeft geprikt en gekrast. [15] Aangevers verklaring wordt ondersteund door de zich in het dossier bevindende foto’s. Op die foto’s zijn krassen en wondjes zichtbaar op de arm van aangever. [16]
Voorts hebben verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3] gehoord dat verdachte tegen aangever schreeuwde "ik pak jullie nog wel" en "jij moet oppassen, ik krijg jou nog wel.
De rechtbank acht daarom ook die onderdelen van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] namens Politie Gelderland-Zuid, p. 14;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2014.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/720480-13 feit 1, 4 en 6 en het onder parketnummer 05/842027-13 feit 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
05/720480-13
1.
hij in de nacht van 18 op 19 december 2013 te Nijmegen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Sony Experia Z.) en een geldbedrag en een koptelefoon en handschoenen, toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 1] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en/of voorgehouden en
- de loop van dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de knie en de nek van die [slachtoffer 1] heeft gezet en gericht en
- ( daarbij) die [slachtoffer 1] (op dwingende/intimiderende wijze) om geld heeft gevraagd en gevraagd of [slachtoffer 1] geld op zijn bankrekening heeft staan en (daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Weet je wel hoeveel mensen ik hiermee heb gepopt?" en "ik maak geen grapjes", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en
- ( op dwingende/intimiderende toon) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd (zakelijk weergegeven) dat [slachtoffer 1] mee moest lopen naar een bank-/pinautomaat en (vervolgens) heeft gezegd: "Als er nou toch 100 Euro op jouw bankrekening staat, mag ik dan schieten?", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
4.
hij op tijdstippen op 13 november 2013 te Nijmegen (telkens) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]
heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (15, 60
en 20 euro), toebehorende aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte:
- die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft vastgepakt en naar de grond heeft geduwd en/of gedrukt en/of getrokken en
- aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] (op dwingende/agressieve toon) heeft gevraagd (zakelijk weergegeven) hoeveel geld zij bij zich hadden en
- aan die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] (op dwingende toon) heeft gezegd (zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, (meer) geld en een of meer telefoons, van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] wilde en
- die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] meermalen heeft bedreigd met de woorden (zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zou neersteken als die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] niet meer geld zouden geven en niet zouden doen wat hij, verdachte, vroeg/wilde en
- stekende bewegingen met zijn, verdachtes, hand (waarmee hij de indruk wekte een mes bij zich te hebben) heeft gemaakt in de richting van die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] en
- ( op intimiderende wijze) in de directe nabijheid van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] is blijven lopen en staan (ook terwijl die [slachtoffer 4] pintransacties deed);
6.
hij in de periode van 3 februari 2014 tot en met 4 februari 2014 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk muren van een politiecel, toebehorende aan Politie Gelderland Zuid,
heeft beschadigd
05/842027-13
1.
hij op 30 november 2013, in de gemeente Nijmegen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in of uit een aan de Passage Molenpoort aldaar gevestigde winkel ([benadeelde 1]), twee, pakje(s) vlees, toebehorende aan de firma [benadeelde 1], welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5], [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin
bestonden dat hij, verdachte opzettelijk gewelddadig
- met een pen heeft gestoken en/of geprikt in de arm en elders in het lichaam van die [slachtoffer 5] en
- die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] (dreigend) heeft toegevoegd de woorden en/of in aanwezigheid van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] heeft gezegd: 'ik steek je neer'en "ik maak je dood als ik je tegenkom" en "ga een ketting halen om deze gast neer te slaan" en "ik pak jullie nog wel" en "jij moet oppassen, ik krijg jou nog wel", althans woorden van gelijke aard of strekking en
- zich (met kracht) heeft losgetrokken/losgerukt terwijl die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] hem, verdachte, vasthielden;
2.
hij op 1 december 2013, in de gemeente Nijmegen, opzettelijk en wederrechtelijk muren van een politiecel, toebehorende aan de politie Gelderland Zuid, heeft beschadigd;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/720480-13
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
Ten aanzien van feit 4:
Afpersing, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 6:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen
Parketnummer 05/842027-13
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
Ten aanzien van feit 2:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van alle ten laste gelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De verdediging heeft verzocht de straf te matigen ten opzichte van de eis van de officier van justitie en stelt een gevangenisstraf voor voor de duur van 2 jaren waarvan 1 jaar voorwaardelijk.
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 13 maart 2014;
 een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 28 maart 2014, betreffende verdachte;
 een pro justitia rapportage van drs. [psycholoog], gezondheidszorgpsycholoog, gedateerd 7 april 2014, betreffende verdachte.
De rechtbank heeft tevens rekening gehouden met de conclusie in de laatstgenoemde rapportage dat het tenlastegelegde verdachte in enigszins verminderde mate kan worden toegerekend.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee diefstallen met geweld en afpersing van twee jongens. Dit zijn ernstige feiten. De afpersing en een diefstal met geweld vonden plaats op de openbare weg. Dergelijke feiten hebben vaak grote impact op de slachtoffers, die zich niet meer veilig voelen op straat. Bovendien zorgen dergelijk feiten voor gevoelens van angst en onveiligheid binnen de samenleving in het algemeen. Daarnaast heeft verdachte ook nog twee keer de muren van zijn cel op het politiebureau beschadigd.
Naar het oordeel van de rechtbank is een gevangenisstraf passend en geboden. Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf houdt de rechtbank rekening met de jeugdige leeftijd van verdachte en met hetgeen doorgaans in soortgelijke zaken wordt opgelegd. De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, als stok achter de deur om verdachte er van te weerhouden in de toekomst opnieuw dergelijke feiten te plegen
De gevangenisstraf valt lager uit dan de door de officier van justitie geëiste straf nu de rechtbank verdachte vrijspreekt van twee vrijheidsberovingen en een poging tot diefstal met geweld.
De rechtbank ziet, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden, aanleiding aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarde te verbinden dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de Reclassering, inclusief de door de Reclassering in haar rapport geadviseerde voorwaarden.
6A. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 2], [slachtoffer 5] en Politie district Gelderland-Zuid hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding.
De rechtbank zal de benadeelde partij
[slachtoffer 2]niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte wordt vrijgesproken van het feit waar deze vordering op ziet.
De benadeelde partij
[slachtoffer 5]vordert een bedrag van € 335,-, waarvan € 200,- immateriële schade betreft. Tevens vordert de benadeelde partij de wettelijke rente over dit bedrag.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen.
De verdediging heeft verzocht de vordering af te wijzen.
De vordering ziet onder meer op beschadiging van een schoen van aangever [slachtoffer 5]; de zool zou zijn losgeraakt tijdens de schermutseling en niet meer te repareren zijn. De rechtbank is van oordeel dat deze vordering onvoldoende is onderbouwd. Het is niet aanstonds inzichtelijk hoe de schoenzool van de ‘legerschoen’ kan zijn losgeraakt en waarom deze niet te repareren is. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaring in dat gedeelte van de vordering.
Aan de benadeelde partij is voorts door het bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade begroot op een bedrag van € 150,-, vermeerderd met de wettelijke rente.
De benadeelde partij
Politie district Gelderland-Zuidvordert een bedrag van € 148,72.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen.
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank acht de gevorderde schade voldoende onderbouwd en zal de vordering toewijzen.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partijen, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De (door de benadeelde partij [slachtoffer 5]) gevorderde en toegewezen rente is daar niet bij inbegrepen.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 36f, 57, 310, 312, 317 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van de onder 05/720480-13 feit 2, 3 en 5 tenlastegelegde feiten.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
12 (twaalf) maandenniet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan tevens worden gelast indien de veroordeelde voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarden niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich houdt aan de aanwijzingen die Reclassering Nederland hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Verdachte dient zich hiertoe binnen drie werkdagen na afloop van zijn detentie tussen 9.30 en 10.00 uur te melden aan de balie van Reclassering Nederland, Stieltjesstraat 1 te Nijmegen. Hij moet zich gedurende door de Reclassering Nederland bepaalde perioden blijven melden zo frequent als Reclassering Nederland gedurende deze perioden nodig acht;
5. deelneemt aan de gedragsinterventie GI-LdH CoVaplus;
6. zich laat onderzoeken/behandelen bij Kairos of een soortgelijke instelling met betrekking tot zijn agressieproblematiek, zulks ter beoordeling van de Reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
7. Meewerkt aan urinecontroles, zolang de Reclassering dit noodzakelijk acht;
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5].
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 5] te betalen € 150,- (honderdenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
  • Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
  • Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5], te betalen € 150,- (honderdenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere betalingsverplichting doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Politie district Gelderland-Zuid.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan Politie district Gelderland-Zuid te betalen € 148,72 (eenhonderdenachtenveertig euro en tweeënzeventig cent).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Politie district Gelderland-Zuid, te betalen € 148,72 (eenhonderdenachtenveertig euro en tweeënzeventig cent) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. H.G. Eskes (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. F.J.H. Hovens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier.
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 mei 2014.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 4] opgemaakte proces-verbaal, OPS-dossiernummer 201401088, gesloten op 10 februari 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 108 en verklaring verdachte afgelegd ter terechtzitting.
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 108.
4.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3], p. 355-357; proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4], p. 374-376.
5.Idem, p. 357.
6.Een zevental foto’s, p. 369-372.
7.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3], p. 367.
8.Proces-verbaal van verhoor [getuige], p. 414.
9.Proces-verbaal van verhoor [docent], p. 422.
10.Proces-verbaal van verhoor [conciërge], p. 428.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 448.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 444.
13.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 5] opgemaakte proces-verbaal, registratienummer PL081N 2013120569, gesloten op 2 december 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
14.Proces-verbaal van aangifte, p. 6-7; verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2014.
15.Proces-verbaal van aangifte, p. 7.
16.Waarneming van de rechtbank van deze drie foto’s, p. 9-11.