Op 28 april 2014 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, een verzoek tot wraking van de kantonrechter mr. M.C.J. Heessels afgewezen. Het verzoek was ingediend door [verzoeker], die zich liet vertegenwoordigen door een gemachtigde. De gemachtigde voerde aan dat de kantonrechter tijdens een eerdere zitting op 9 april 2014 niet op vragen van de gemachtigde inging en dat de kantonrechter niet vanuit een 'zuiver fundament' zou oordelen. De gemachtigde stelde dat de kantonrechter een geest had die niet gezuiverd was door het vergoten Bloed van Jezus Christus en dat de rechters deel uitmaakten van een corrupt systeem.
De rechtbank oordeelde dat de wrakingsgronden van de gemachtigde niet voldoende waren om aan te nemen dat de kantonrechter partijdig was. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. De wrakingskamer concludeerde dat de aangevoerde gronden niet duiden op een gebrek aan onpartijdigheid van de kantonrechter en dat het verzoek tot wraking derhalve moest worden afgewezen.
De rechtbank besloot dat de procedure, die bekend was onder het kenmerk 2942934 CV 14-2637, voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van indiening van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en ondertekend door de oudste rechter en de griffier.