ECLI:NL:RBGEL:2014:3049

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 mei 2014
Publicatiedatum
12 mei 2014
Zaaknummer
05/901126-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor diefstal en oplichting van bejaarden

Op 13 mei 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 28-jarige man uit Amsterdam, die werd beschuldigd van meerdere diefstallen en oplichting, met name gericht op bejaarden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en hem verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers. De zaak omvatte verschillende feiten, waaronder een gewelddadige diefstal bij de woning van een bejaarde man en een poging tot oplichting van een andere bejaarde, waarbij de verdachte zich voordeed als bankmedewerker. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, medeplegen van oplichting en poging tot oplichting. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, waarbij de slachtoffers niet alleen financieel schade hadden geleden, maar ook in hun gevoel van veiligheid waren aangetast. De verdachte had een bescheiden strafblad, maar de rechtbank vond de gepleegde feiten ernstig genoeg om een langere gevangenisstraf op te leggen, met een voorwaardelijk deel om recidive te voorkomen. De vorderingen van de benadeelde partijen werden volledig toegewezen, inclusief wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/901126-12
Data zittingen : 4 februari 2014 en 29 april 2014
Datum uitspraak : 13 mei 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in [adres 3]
raadsman : mr. J.P. Plasman, advocaat te Amsterdam.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 10 oktober 2011 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (ongeveer) 1800 Euro, althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- bij de woning van [benadeelde 1] ([adres 2]) heeft/hebben
aangebeld en op dwingende/gebiedende toon tegen die[benadeelde 1] heeft/hebben
gezegd (zakelijk weergegeven)dat er brieven voor [benadeelde 1] bij de lift lagen en dat die[benadeelde 1] deze moest komen(op)halen en/of
- die woning onverhoeds- mogelijk verzet brekend- heeft/hebben betreden en/of
- achter [benadeelde 1] is/zijn gaan staan en/of [benadeelde 1] (vanuit diens
woning)de gang (van het appartementencomplex, waar voornoemde woning deel
van uitmaakt) heeft/hebben opgeduwd en/of deze bij diens schouder(s)
heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- [benadeelde 1] naar/in de richting van de lift heeft/hebben geduwd en/of
- ( bij die lift en/of in de nabijheid van die lift) bij/in de directe
nabijheid van [benadeelde 1] is/gaan en/of blijven staan, hetgeen voor [benadeelde 1]
(mede gezien hetgeen daaraan voorafgaand heeft plaatsgevonden)
een bedreigende situatie deed ontstaan en/of
- ( nadat [benadeelde 1] was teruggekeerd in diens woning ) [benadeelde 1] met
kracht bij diens (boven)kleding heeft/hebben vastgepakt en/of deze met
kracht tegen een muur heeft/hebben gegooid/geduwd/gedrukt (waarbij [benadeelde 1]
met rug en/of achterhoofd tegen die muur belandde) en/of
- ( toen [benadeelde 1] probeerde naar de gang/galerij (van het
appartementencomplex) te lopen) die[benadeelde 1]
(van achteren) bij diens schouder(s) heeft/hebben vastgepakt en/of deze
(met kracht) achteruit heeft/hebben getrokken (waardoor [benadeelde 1] met rug en/of hoofd tegen een muur belandde) en/of
- ( toen [benadeelde 1] nogmaals probeerde om naar de gang/galerij
(van het appartementencomplex) te lopen om hulp in te schakelen)
meermalen, althans eenmaal, [benadeelde 1] met
(zodanige) kracht tegen diens schouder(s) en/of hoofd en/of elders op/tegen
diens lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of geschopt (dat deze
naar/op de grond is gezakt en/of gevallen) en/of
- ( terwijl [benadeelde 1] op de knieën zat)[benadeelde 1] met kracht in en/of tegen
en/of op diens rug(streek) heeft/hebben geslagen en/of geschopt;
2.
hij op of omstreeks 14 december 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bankpas ([naam bank] , behorend bij rekeningnummer [nummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14 december 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een bankpas ([naam bank], behorend bij rekeningnummer [nummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk goed verdachte en/of zijn mededader(s) als vinder(s), althans anders dan door misdrijf onder zich had(den),
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 14 december 2012 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, en/of alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van een PIN-code (behorende bij een [naam bank]-bankpas, op naam van rekeninghouder [benadeelde 2] voornoemd, rekeningnummer [nummer]) , in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte tezamen met verdachtes mededader en/of alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid die [benadeelde 2] (met een even daarvoor door [benadeelde 2] verstrekt telefoonnummer) heeft
opgebeld waarbij verdachte en/of zijn mededader:
- zich aan die [benadeelde 2] heeft voorgedaan als [alias verdachte], zijnde/althans een medewerker van de [naam bank] bank en/of
- zijn stem daarbij heeft aangepast/verdraaid en/of- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat de [naam bank] bank een mail van de politie had ontvangen waaruit bleek dat er een bankpas van die [benadeelde 2] op straat was gevonden en/of dat die bankpas bij de/een
pinautomaat was gevonden en/of dat die bankpas uit veiligheidsredenen werd vernietigd en/of dat die [benadeelde 2] aan het eind van dat gesprek nog zou worden doorverbonden met de politie om aanvullende vragen te kunnen stellen en/of
- zich aan die [benadeelde 2] heeft voorgedaan als degene die het verstrekken van een nieuwe bankpas aan die [benadeelde 2] zal regelen/begeleiden en/of die [benadeelde 2] daarbij zal helpen en/of daartoe persoonlijke informatie nodig heeft en/of
- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat ter controle van bovenstaande de geboortedatum van die [benadeelde 2] en/of diens adres gevraagd werd en/of
- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) hoe de procedure, die door de [naam bank] werd gevolgd, verder zou lopen/liep en/of
- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat er een nieuwe bankpas werd opgestuurd naar die [benadeelde 2] en/of dat de betaalcode niet meer hetzelfde bleef en/of- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat deze de mogelijkheid had om de betaalcode hetzelfde te houden met uitzondering van één cijfer, die [benadeelde 2] dan moest veranderen, welk cijfer [benadeelde 2] diende mee te delen (aan hem, verdachte, en/of zijn mededader) en/of (aldus), door zich aan die [benadeelde 2] voor te doen als [naam bank] medewerker en/of door de wijze waarop tijdens voornoemd gesprek die [benadeelde 2] van informatie werd voorzien (waarbij misbruik werd gemaakt van de hoge leeftijd van [benadeelde 2]), vertrouwen bij die [benadeelde 2] heeft ingeboezemd, waardoor voornoemde [benadeelde 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij op of omstreeks 14 december 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat heeft weggenomen (ongeveer) 860 Euro, althans een geldbedrag, geheel of ten
dele toebehorende aan[benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten
door met een- tevoren gestolen dan wel zonder toestemming of instemming van de rechthebbende in gebruik genomen- bankpas (van [naam bank], op naam van rekeninghouder, voornoemde [benadeelde 2], rekeningnummer [nummer]) in die geldautomaat in te voeren en vervolgens de zogenaamde PIN-code, welke een unieke combinatie met het nummer op voornoemde bankpas vormt), in te toetsen, waarna vrijelijk over die 860 Euro, althans over dat geldbedrag kon worden beschikt;
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 14 december 2012 te Amsterdam, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (twee medewerkers, althans een medewerker van) de [naam bank] bank te bewegen tot het verlenen van een dienst en/of tot de afgifte van een of meer geldbedragen ( te weten 3000 euro en/of 9000 Euro), althans van een geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tezamen en in vereniging met zijn mededader, en/of alleen,
- zich (telefonisch) (telkens) aan een of meer medewerker(s) van die [naam bank] bank heeft voorgedaan als zijnde de heer[benadeelde 2] en/of daarbij persoonlijke
gegevens van[benadeelde 2] verstrekt en/of
- daarbij (telkens) zijn stem heeft aangepast aan de stem van een hoogbejaard persoon, althans (telkens) zijn stem heeft verdraaid, en/of
- ( telkens) aan die medewerker(s) heeft verzocht om 3000 euro en/of 9000 euro, althans een geldbedrag, over te maken van de spaarrekening van[benadeelde 2] naar de betaalrekening (rekeningnummer [nummer]) van[benadeelde 2], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 29 april 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.P. Plasman, advocaat te Amsterdam.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
 dhr. [benadeelde 1]
 dhr.[benadeelde 2]
De officier van justitie, mr. A. Waterman, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Er is met betrekking tot
feit 1 (behoudens het ten laste gelegde geweld), 2 primair, 3 en 4sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt per feit volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen, tenzij anders vermeld.
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is vrijspraak van het tenlastegelegde geweld bepleit. Daartoe is aangevoerd dat het geweld verdachte niet kan worden toegerekend, omdat verdachte niet de geweldpleger was en niet uit het dossier blijkt dat verdachte getuige is geweest van het geweld.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft bekend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging met twee anderen, maar heeft de geweldshandelingen ontkend. Deze geweldshandelingen vonden plaats in de woning van de aangever door de mededader die een doekje in zijn hand had. Verdachte is niet de man die een doekje in zijn hand had. Nu deze man, kennelijk zonder dat daarover door de drie mannen van te voren afspraken waren gemaakt, noch dat dit door hen was te voorzien, de geweldshandelingen heeft gepleegd, kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat verdachte wist of had behoren te weten dat deze man geweld zou gebruiken. Evenmin kan worden vastgesteld dat verdachte in de gelegenheid is geweest om het geweld te verhinderen of te stoppen. De geweldshandelingen kunnen daarom niet aan verdachte worden toegerekend en verdachte wordt van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijgesproken.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1], p. 48-53;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 april 2014.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder 1tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 10 oktober 2011 te Nijmegen tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (ongeveer) 1800 Euro, toebehorende aan [benadeelde 1],
Ten aanzien van het onder 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van[benadeelde 2], p. 475-477;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 april 2014.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder 2 primair, 3 en 4tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
2.
hij op 14 december 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een bankpas ([naam bank], behorend bij rekeningnummer [nummer]), toebehorende aan[benadeelde 2],
3.
hij op 14 december 2012 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,[benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van een PIN-code (behorende bij een [naam bank]-bankpas, op naam van rekeninghouder [benadeelde 2] voornoemd, rekeningnummer [nummer]) hierin bestaande dat verdachte tezamen met verdachtes mededader met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven
- opzettelijk valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid die [benadeelde 2] (met een even daarvoor door [benadeelde 2] verstrekt telefoonnummer) heeft opgebeld waarbij verdachte of zijn mededader:
- zich aan die [benadeelde 2] heeft voorgedaan als [alias verdachte], zijnde een medewerker van de [naam bank] bank en
- zijn stem daarbij heeft aangepast/verdraaid en
- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat de [naam bank] bank een mail van de politie had ontvangen waaruit bleek dat er een bankpas van die [benadeelde 2] op straat was gevonden en dat die bankpas bij een pinautomaat was gevonden en dat die bankpas uit veiligheidsredenen werd vernietigd en dat die [benadeelde 2] aan het eind van dat gesprek nog zou worden doorverbonden met de politie om aanvullende vragen te kunnen stellen en
- zich aan die [benadeelde 2] heeft voorgedaan als degene die het verstrekken van een nieuwe bankpas aan die [benadeelde 2] zal regelen/b egeleiden en die [benadeelde 2] daarbij zal helpen endaartoe persoonlijke informatie nodig heeft en
- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat ter controle van bovenstaande de geboortedatum van die [benadeelde 2] gevraagd werd en
- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) hoe de procedure, die door de [naam bank] werd gevolgd, verder zou lopen en
- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat er een nieuwe bankpas werd opgestuurd naar die [benadeelde 2] en dat de betaalcode niet meer hetzelfde bleef en
- aan die [benadeelde 2] heeft medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat deze de mogelijkheid had om de betaalcode hetzelfde te houden met uitzondering van één cijfer, die [benadeelde 2] dan moest veranderen, welk cijfer [benadeelde 2] diende mee te delen (aan hem, verdachte, of zijn mededader) en
(aldus), door zich aan die [benadeelde 2] voor te doen als [naam bank] medewerker en door de wijze waarop tijdens voornoemd gesprek die [benadeelde 2] van informatie werd voorzien (waarbij misbruik werd gemaakt van de hoge leeftijd van [benadeelde 2]), vertrouwen bij die [benadeelde 2] heeft ingeboezemd, waardoor voornoemde [benadeelde 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij op 14 december 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen 860 Euro, toebehorende aan[benadeelde 2], waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten door met een -tevoren gestolen dan wel zonder toestemming of instemming van de rechthebbende in gebruik genomen- bankpas (van [naam bank], op naam van rekeninghouder, voornoemde [benadeelde 2], rekeningnummer [nummer]) in die geldautomaat in te voeren en vervolgens de zogenaamde PIN-code, welke een unieke combinatie met het nummer op voornoemde bankpas vormt), in te toetsen, waarna vrijelijk over die 860 Euro, kon worden beschikt;
Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 14 december 2012 heeft verdachte samen met een ander in Amsterdam geprobeerd om medewerkers van de [naam bank] bank bedragen van 3.000 euro en van 9.000 euro over te laten boeken van de spaarrekening van de heer[benadeelde 2] naar de betaalrekening (rekeningnummer [nummer]) van[benadeelde 2]. Verdachte en zijn mededader hebben daartoe gebeld naar de [naam bank] bank waarbij de mededader deed alsof hij [benadeelde 2] was. Hij deed dit door zijn stem aan te passen en te verdraaien naar de stem van een hoogbejaard persoon. Ook noemde hij persoonlijke gegevens van [benadeelde 2] om de medewerkers van de [naam bank] te bewegen het geld over te maken. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een veroordeling gevorderd voor het onder 5 tenlastegelegde feit gelet op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het verwijt geen strafbare poging behelst. Het feit zoals thans tenlastegelegd, is slechts een poging om het geld van [benadeelde 2] van zijn spaarrekening op zijn - [benadeelde 2] - betaalrekening over te boeken. Het geld zou echter, na voltooiing van het delict, nog steeds aan [benadeelde 2] toebehoren. Niet is in de tenlastelegging opgenomen dat verdachte het geld zich vervolgens wederrechtelijk zou toe-eigenen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte als oogmerk had zich het geld wederrechtelijk toe te eigenen. De rechtbank neemt hierbij in ogenschouw de onder feit 1 tot en met 4 opgenomen bewijsmiddelen, waaruit blijkt dat het volstrekt duidelijk was dat verdachte en zijn mededader toegang hadden verkregen tot de betaalrekening van [benadeelde 2]. De onder feit 5 ten laste gelegde poging kan dan ook niet anders worden gezien als te zijn gericht op de voltooiing van de oplichting, die ten doel had om, nadat het geld van de spaarrekening op de betaalrekening zou zijn overgeboekt, het geld van die rekening te halen.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder 5tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
5.
hij op 14 december 2012 te Amsterdam, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
(twee medewerkers de [naam bank] bank te bewegen tot afgifte van geldbedragen (te weten 3000 euro en/of 9000 euro), met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- (telkens) opzettelijk valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich (telefonisch) (telkens) aan medewerkers van die [naam bank] bank heeft voorgedaan als zijnde de heer[benadeelde 2] en daarbij persoonlijke gegevens van[benadeelde 2] verschaft en
- daarbij telkens zijn stem heeft aangepast aan de stem van een hoogbejaard persoon, althans telkens zijn stem heeft verdraaid, en
-telkens aan die medewerkers heeft verzocht om 3000 euro en 9000 euro, over te maken van de spaarrekening van[benadeelde 2] naar de betaalrekening (rekeningnummer [nummer]) van[benadeelde 2], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf telkens niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feiten 1 en 2 primair, telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 3:
Medeplegen van oplichting
Ten aanzien van feit 4:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
Ten aanzien van feit 5:
Poging tot medeplegen van oplichting
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder de feiten 1, 2 primair, en 3 tot en met 5 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat rekening gehouden moet worden met de persoon van verdachte. Verdachte heeft een bescheiden strafblad op het gebied van vergelijkbare feiten. Verdachte heeft zichzelf gemeld bij de politie en eerlijk over zijn eigen aandeel verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 2 april 2014; en
 een voorlichtingsrapportage van Stichting Reclassering Nederland, d.d. 29 januari 2014, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich in oktober 2011 en december 2012 schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging en daarnaast aan oplichting en een poging oplichting. De rechtbank neemt in aanmerking dat het telkens gaat om feiten waarbij bejaarden het (uiteindelijke) doelwit van verdachte en zijn mededader(s) waren. Verdachte heeft met zijn handelen de slachtoffers niet alleen financiële schade berokkend, maar heeft hij bij hen in ernstige mate het vertrouwen in de medemens aangetast. In het geval van[benadeelde 1] heeft verdachte door hem met een babbeltruc uit zijn woning te lokken, waarna een mededader de woning binnen is gegaan en daar geld heeft weggenomen en bij betrapping geweld tegen die[benadeelde 1] heeft gebruikt, het slachtoffer bovendien het gevoel gegeven niet langer veilig te zijn in de eigen woning. Dit neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk.
De rechtbank houdt rekening met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, meer specifiek de straf die is opgelegd in de zaak tegen mededader[medeverdachte]. De rechtbank houdt hierbij rekening met het feit dat[medeverdachte] verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het plegen van de delicten. Bij verdachte is niet gebleken van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Gelet hierop komt de rechtbank tot een langere gevangenisstraf. De rechtbank zal hiervan een gedeelte voorwaardelijk opleggen, teneinde verdachte te weerhouden van het plegen van strafbare feiten. Hierbij worden geen bijzondere voorwaarden opgelegd, nu de reclassering daartoe niet adviseert.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 2.550,-, waarvan € 1.750,- aan immateriële schade.
De benadeelde partij[benadeelde 2] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 150,-.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen[benadeelde 1] en [benadeelde 2] tot betaling van de gevorderde bedragen (hoofdelijk) toe te wijzen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag.
Beoordeling door de rechtbank
De vorderingen van[benadeelde 1] en [benadeelde 2] zijn niet betwist door de verdediging en komen de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vorderingen dan ook in hun geheel toewijzen.
Ook de wettelijke rente zal worden toegewezen, in het geval van de heer[benadeelde 1] vanaf 11 oktober 2011 en in het geval van de heer [benadeelde 2] vanaf 15 december 2012.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partijen, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 36f, 45, 47, 57, 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaartbewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaartniet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaatdat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaartverdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeeltverdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden.
Beveeltovereenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaaltdat van deze gevangenisstraf
12 (twaalf) maandenniet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarenheeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde 1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [benadeelde 1], te betalen € 2.550,- (tweeduizendvijfhonderdenvijftig euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde 1] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], te betalen
€ 2.550,- (tweeduizendvijfhonderdenvijftig euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 35 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij[benadeelde 2]

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover[benadeelde 2] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan[benadeelde 2], te betalen € 150,- (honderdvijftig euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover[benadeelde 2] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer[benadeelde 2], te betalen
€ 150,- (honderdvijftig euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. J.M. Hamaker (voorzitter), mr. C. van Linschoten en mr. M.A. Jansen-van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.L. Miedema, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 mei 2014.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door[verbalisant], brigadier van politie van de regiopolitie Gelderland-Zuid, Regionale Eenheid Vermogenscriminaliteit, opgemaakte proces-verbaal, OPS-dossiernummer 2013032159, gesloten op 18 april 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2], p. 475-476; de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 april 2014.