Op 6 mei 2014 heeft de Rechtbank Gelderland zes Poolse mannen veroordeeld tot werkstraffen van 100 uur en voorwaardelijke gevangenisstraffen van 1 tot 2 maanden. De mannen waren betrokken bij de mishandeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving van een landgenoot, die goederen van een van hen had gestolen. De verdachten hebben hun landgenoot op een camping in Kerkdriel opgezocht, waar zij hem hebben geslagen en geduwd. Vervolgens hebben zij hem in de kofferbak van een auto opgesloten en zijn met hem naar Velddriel gereden, waar hij opnieuw werd mishandeld. Eén van de verdachten werd vrijgesproken omdat niet bewezen kon worden dat hij enige uitvoeringshandeling had verricht.
De rechtbank oordeelde dat de verdachten in nauwe en bewuste samenwerking handelden en dat hun acties disproportioneel waren. De rechtbank nam in overweging dat de verdachten de man wilden overleveren aan de politie, maar dat de manier waarop dit gebeurde niet gerechtvaardigd was. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachten opzettelijk en wederrechtelijk de vrijheid van het slachtoffer hadden beroofd en openlijk geweld tegen hem hadden gepleegd. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten en de ernst van de feiten bij het bepalen van de straf.
De rechtbank legde een werkstraf op van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand op, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank benadrukte dat dergelijke vormen van eigenrichting niet getolereerd worden en dat de verdachten voor hun daden verantwoordelijk gehouden moeten worden.