ECLI:NL:RBGEL:2014:2899

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 maart 2014
Publicatiedatum
1 mei 2014
Zaaknummer
247541
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over nakoming overeenkomst tussen gemeente en eisers betreffende de realisatie van een sporthal

In deze zaak vorderden eisers, wonende nabij een nieuw gerealiseerde sporthal, dat de gemeente zou worden veroordeeld tot nakoming van een overeenkomst die zij in 2009 hadden gesloten. De overeenkomst betrof de realisatie van de sporthal en de daarbij behorende voorwaarden, waaronder het aanbrengen van groenvoorzieningen en het voorkomen van geluidsoverlast. Eisers stelden dat de gemeente op verschillende punten tekort was geschoten in de nakoming van deze overeenkomst, waaronder de kleur van de sporthal, het aanbrengen van voldoende groen om het zicht op de sporthal te belemmeren, en het nemen van maatregelen tegen verkeersoverlast en geluidsoverlast. De rechtbank oordeelde dat er een comparitie ter plaatse moest plaatsvinden om de situatie te beoordelen en om te kijken of er een minnelijke regeling kon worden getroffen. De rechtbank stelde dat de partijen hun originele exemplaren van de overeenkomst dienden mee te nemen naar de comparitie. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling en de rechtbank gaf aan dat de eisers en de gemeente vertegenwoordigd moesten zijn door personen die van de zaak op de hoogte waren. De uitspraak werd gedaan op 19 maart 2014.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: 247541 / HA ZA 13-505
Vonnis van 19 maart 2014
in de zaak van
[eisers]en
[eisers]
beiden wonende te[woonplaats]
eisers
advocaat: mr. J.G. Woolderink-Tjalingii te Arnhem
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE[woonplaats]
gevestigd te[woonplaats]
gedaagde
advocaat: mr. T.E.P.A. Lam te Nijmegen
Partijen zullen hierna [eisers] (mannelijk enkelvoud) en de gemeente worden genoemd.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 september 2013
  • het proces-verbaal van comparitie van partijen van 4 december 2013
  • de akte overlegging producties na comparitie van [eisers] van 18 december 2013
  • de akte overlegging producties van de gemeente van 18 december 2013
  • de brief van mr. Lam van 18 december 2013
  • de akte uitlating producties van [eisers] van 8 januari 2014
  • de antwoordakte van de gemeente van 8 januari 2014
1.2
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Op 3 februari 2005 heeft de gemeente het voorontwerpbestemmingsplan [woonplaats] ter inzage gelegd. Daarin is de realisatie van een sporthal voorzien op een terrein gelegen aan de[straatnaam] in[woonplaats], genaamd de[naam]. Op het terrein zijn naast de sporthal onder meer hockeyvelden (met clubhuis) gelegen. De sporthal is begin 2011 geopend en wordt gebruikt door vier zaalsportverenigingen. Ook wordt de sporthal gebruikt voor niet sportgerelateerde evenementen.
2.2
[eisers] is in 2005 eigenaar en bewoner geworden van een woning gelegen aan de [straatnaam] te[woonplaats]. De woning van [eisers] ligt ongeveer 60 meter van de sporthal verwijderd en vanaf de woning heeft men zicht op de noordzijde ervan.
2.3
[eisers] heeft van meet af aan bezwaren geuit tegen de realisatie van de sporthal, onder meer door het sturen van een grote hoeveelheid e-mails en brieven aan de gemeente.
2.4
Op 15 juli 2009 hebben [eisers] en de gemeente de volgende overeenkomst gesloten (hierna: de overeenkomst). Daaruit wordt geciteerd:
(..)
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
A. dat het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente[woonplaats] op 26 november 2008 een besluit heeft genomen tot het verlenen van medewerking aan de oprichting van een sporthal met (derde hockeyveld) en bijbehorende verkeersvoorzieningen, fietspaden, autowegen. Een geluidsscherm e.d. (als beschreven in de ruimtelijke onderbouwing “Voorontwerp bestemmingsplan[naam] van[woonplaats] aan de[straatnaam]”, juni 2009 nr. 007-449
bijlage 6) op een terrein gelegen tussen de[straatnaam] en de[straatnaam], beter bekend als de[naam], aan partijen genoegzaam bekend, hierna te noemen het “bouwplan”;
B. dat [eisers] tegen dit bouwplan zienswijzen kenbaar hebben gemaakt omdat zij naar hun mening in hun woongenot beknot werden en overigens planschade zouden lijden;
C. dat [eisers] na ampele overweging bereid zijn hun geschil met de Gemeente[woonplaats] te beëindigen, hun bezwaren in te trekken en af te zien van verdere juridische stappen die op enigerlei wijze de realisering van het bouwplan kunnen vertragen c.q. kunnen verhinderen onder bepaalde nader overeen te komen voorwaarden waaronder ook te verstaan het nu voor alsdan treffen van een regeling voor de accordering van de bouw van een nieuw clubgebouw (..)
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
1.
Intrekken/afzien van bezwaren
1.1.
[eisers] verklaart door ondertekening van deze overeenkomst, dat hij/zij geen bezwaren zullen indienen tegen het bouwplan, in het kader van welke procedure dan ook, zulks onder de voorwaarde dat de Gemeente het bepaalde in deze overeenkomst steeds integraal en tijdig zal nakomen. [eisers] doet mitsdien uitdrukkelijk afstand van alle rechten, die hij/zij op grond van het bestuursrecht, uit welke hoofde dan ook, jegens de Gemeente[woonplaats] heeft om bezwaren in te dienen tegen het bouwplan.
1.2.
Voorts verklaart [eisers], dat hij/zij binnen vijf dagen na ondertekening van deze overeenkomst de zienswijzen (schriftelijk) zullen intrekken, die zij reeds hebben ingediend tegen het bouwplan.
(..)
1.4.
De Gemeente[woonplaats] verbeurt jegens [eisers] een door rechterlijke tussenkomst voor matiging vatbare boete van een bedrag van € 100.000,00 (..) indien de Gemeente[woonplaats] het bepaalde in deze overeenkomst niet nakomt, onverminderd van de omwonende, ieder voor zich, om naast de aanspraak op de boete volledige schadevergoeding te verlangen.
1.5.
Indien in de toekomst de bestaande kantine van de [naam] geamoveerd wordt en in twee lagen herbouwd zal worden op de locatie zoals op
bijlage 1is aangegeven dan verklaart [eisers] nu voor alsdan dat hij/zij geen bezwaar tegen verplaatsing zal hebben, ook niet tegen een uitvoering in twee lagen, mits de kantine gericht wordt naar het zuiden. De gemeente heeft middels een deskundig rapport ([naam] 29 mei 2009, D2484-7,
bijlage 4) aangetoond dat afdoiende maatregelen genomen worden om geluidsoverlast vanuit de kantine of vanuit het terras voor of naast de kantine naar [eisers] te voorkomen.
(..)
2.
Planschaderegeling/coulanceregeling
2.1.
De gemeente betaalt uit coulance overwegingen een bedrag van € 6770,29 aan [eisers] voor nieuwe kozijnen met dubbele beglazing aan de voorzijde van de woning aan de [straatnaam] te[woonplaats] (..)
(..)
2.3.
Partijen verklaren dat middels ondertekening van deze overeenkomst alle eventuele planschade, voor zover daar sprake van is, als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening overeenkomstig de thans geldende normen is vergoed (..)
(..)
4.
Regeling betreffende overige te treffen voorzieningen
4.1.
De gemeente heeft het bouwplan aangepast (ten opzichte van het ontwerp) op de volgende onderdelen:
(..)
e. het aangeven van de groenzone tussen fietspad en grasveld / hondenuitlaatplaats langs de[straatnaam] als een gebied van structureel hoogopgaand groen middels bomen van voldoende hoogte zodanig dat het zicht op de sporthal afdoende doorbroken wordt;
(..)
een en ander zoals in detail is aangegeven op
bijlage 1;
4.2.
De gemeente zal de navolgende beheersmaatregelen treffen
a. de groenzone als hiervoor onder 4.1. sub f [in de door [eisers] overgelegde versie van de overeenkomst is de f met de hand verbeterd in een e,
rechtbank] wordt genoemd zal door de gemeente worden gehandhaafd en onderhouden in omvang als op
bijlage 1is vermeld en op zodanige wijze dat het zicht op de sporthal afdoende doorbroken wordt;
b. de sporthal zal worden geschilderd in groene tinten (
bijlage 5);
c. indien zich in de toekomst op de[straatnaam] problemen voordoen met parkeren, het doorsteken van groenvoorzieningen of andere overlast welke te maken heeft met de komst van de sporthal en de[naam] dan zal de Gemeente[woonplaats] geëigende maatregelen nemen om de overlast voor [eisers] zoveel mogelijk te beperken.
d. Voor zover dat binnen de mogelijkheden van de gemeente ligt zal de gemeente zoveel mogelijk trachten te voorkomen dat er geluidsoverlast voorkomt van feesten en partijen in de kantine van de hockeyclub. Indien er een nieuwe kantine gebouwd wordt zal getracht worden deze zodanig op te zetten dat geluid zoveel mogelijk in zuid-oostelijke richting verspreid wordt.
(..)
6.
Algemene bepalingen
(..)
6.2.
Deze overeenkomst bevat alle tussen partijen gemaakte afspraken, zodat partijen zich slechts op andersluidende afspraken jegens elkaar kunnen beroepen, wanneer die andersluidende afspraken schriftelijk tussen hen zijn vastgelegd.
(..)

3.Het geschil

3.1
Volgens [eisers] is de gemeente op vier punten de overeenkomst niet nagekomen:
3.1.1
In de eerste plaats is de sporthal niet in de overeengekomen kleur groen uitgevoerd. De kleur is nader vermeld in bijlage 5 bij de overeenkomst (zie artikel 4.2 onder b). De overeengekomen kleur groen is volgens [eisers] een schutkleur, terwijl de uiteindelijk gerealiseerde kleur groen een bijzonder in het oog springende gifgroene kleur is. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van een - niet overeengekomen - kleur geel.
3.1.2
Daarnaast is er volgens [eisers] geen sprake van structureel hoog opgaand groen dat het zicht op de sporthal wegneemt als bedoeld in artikel 4.1 onder e van de overeenkomst.
3.1.3
In de derde plaats is er sprake van verkeersoverlast en een toename van het aantal verkeersbewegingen als bedoeld in artikel 4.2 onder c van de overeenkomst, terwijl de gemeente geen snelheidsbeperkende maatregelen neemt.
3.1.4
Ten slotte is er sprake van schending van - zo begrijpt de rechtbank - artikel 4.2 onder d van de overeenkomst, nu [eisers] veel geluidsoverlast ondervindt van de sporthal, terwijl de gemeente hiertegen geen maatregelen neemt.
3.2
Een en ander heeft er toe geleid dat de woning van [eisers] in waarde is gedaald, volgens [eisers] met € 30.000,- (conform een rapport van Makelaardij [eisers]). Daarnaast is de contractuele boete van € 100.000,- verbeurd.
3.3
Ook na aanmaning is de gemeente, aldus [eisers], niet bereid gebleken de genoemde schendingen van de overeenkomst op te heffen, zodat de gemeente in verzuim is gekomen. [eisers] vordert daarom, kort gezegd:
- vergoeding van de waardedaling van de woning (€ 30.000,-)
- nakoming van de onder 3.1 genoemde bepalingen van de overeenkomst
- veroordeling van de gemeente tot betaling van de overeengekomen boete van € 100.000,-
- vergoeding van de volledige advocaatkosten (€ 32.003,09)
- vergoeding van de kosten van het rapport van Makelaardij [eisers] (€ 484,-).
3.4
Ter comparitie heeft de advocaat van [eisers] haar eis in zoverre verminderd dat zij primair betaling van de boete vordert en subsidiair nakoming van de overeenkomst.
3.5
De gemeente voert gemotiveerd verweer, waarop hierna zo nodig nog zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

De kleur van de sporthal

4.1
[eisers] heeft verwezen naar een niet overgelegd schrijven van de gemeente van 22 februari 2011 waarin de kleuren worden genoemd waarin de sporthal zou worden geschilderd. Het gaat volgens [eisers] om de kleuren S1075G70Y (lichtgroen) en S3560G70Y (donkergroen). De rechtbank begrijpt hieruit dat [eisers] zich op het standpunt stelt dat hij die kleuren wenst. De gemeente heeft aangevoerd dat de sporthal ook in die kleuren is uitgevoerd. De gemeente heeft daartoe verwezen naar een brief van[bedrijf] van 20 januari 2011, gericht aan [bedrijf] Hierin is onder meer te lezen:
Hierbij bevestigen wij u dat de stalen platen geleverd in 2010 ten behoeve van de sporthal[woonplaats], zijn voorzien van de Anti Graffiti coatings S1075-G70Y (lichtgroen) en S3560-G70Y (donkergroen).
4.2
Daaruit zou kunnen volgen dat onduidelijk is wat [eisers] in deze procedure nu precies wenst, als blijkt dat haar wens om de genoemde kleurcodes toe te passen is uitgevoerd. Ter comparitie is (evenwel) gebleken dat [eisers] - los van die codes - er kennelijk bij het tekenen van de overeenkomst vanuit is gegaan dat over de exacte kleur(en) nog overleg zou plaatsvinden. Uit het tijdens de comparitie opgemerkte blijkt verder dat [eisers] kennelijk nog geen vrede had met de op bijlage 5 bij de overeenkomst ingekleurde tekening van de beplating van de sporthal. [eisers] heeft echter niet gesteld dat hij heeft bedongen dat er andere kleuren moesten worden gebruikt dan die uit bijlage 5. Door bij het ondertekenen van de overeenkomst zonder voorbehoud akkoord te gaan met de inkleuring in bijlage 5 heeft hij bij de gemeente de gerechtvaardigde indruk gewekt dat de kleuren in die bijlage niet op bezwaren zouden stuiten.
4.3
De vraag is echter of is uitgevoerd wat op die bijlage is aangegeven. Eerst in de laatste akte neemt [eisers] voldoende duidelijk de stelling in dat dat niet het geval is. In plaats van groene schutkleuren, zoals weergegeven in de bijlage, is er nu sprake van gifgroene en gele kleuren, aldus [eisers].
4.4
De rechtbank wil zich zelf een oordeel vormen over de vraag of is uitgevoerd wat is afgesproken. Het meest aangewezen daartoe is een bezichtiging ter plaatse. Daartoe zal opnieuw een comparitie worden gelast. Zowel [eisers] als de gemeente worden verzocht om hun originele exemplaar van de overeenkomst, met bijlage 5, bij deze comparitie ter beschikking te hebben. Er zijn in deze procedures inmiddels drie versies van bijlage 5 overgelegd, waarvan de kleuren echter alle verschillend zijn.
Structureel hoog opgaand groen dat het zicht op de sporthal afdoende doorbreekt?
4.5
Volgens artikel 4.1 onder e van de overeenkomst dient de groenzone tussen het fietspad en het grasveld / de hondenuitlaatplaats langs de[straatnaam] een gebied te zijn van structureel hoogopgaand groen middels bomen van voldoende hoogte, zodanig dat het zicht op de sporthal afdoende doorbroken wordt. Volgens artikel 4.2 onder a van de overeenkomst zal deze groenzone door de gemeente worden gehandhaafd en onderhouden in een omvang als op bijlage 1 is vermeld en op zodanige wijze dat het zicht op de sporthal afdoende doorbroken wordt. Wat er zij van die laatste bepaling, uit de eerste vloeit al voort dat er in de genoemde groenzone sprake dient te zijn van bomen van voldoende hoogte om het zicht op de sporthal vanuit de woning van [eisers] op afdoende wijze te doorbreken. Anders dan [eisers] stelt gaat het niet om het wegnemen van dat zicht. En anders dan de gemeente aanvoert gaat het ook niet om alleen het in stand houden van bomen.
4.6
Dat het om groenblijvende beplanting zou gaan zegt de overeenkomst niet. [eisers] baseert de aansprakelijkheid op de overeenkomst, niet op eventuele latere toezeggingen. In ieder geval is de primair gevorderde boete alleen aan de overeenkomst zelf verbonden. De in dit verband door [eisers] overgelegde correspondentie van de gemeente is van na de overeenkomst.
4.7
In dit verband is van belang bijlage 1 bij de overeenkomst, een kaartje met legenda. De gemeente heeft hiervan bij haar akte van 18 december 2013 een kopie overgelegd, doch de legenda zijn niet leesbaar.
4.8
Ook hier wil de rechtbank zich zelf een oordeel kunnen vormen over de vraag of is uitgevoerd wat is afgesproken. Daartoe zal de onder 4.4 bedoelde comparitie tevens worden aangewend. Aan de gemeente wordt verzocht om de rechtbank en [eisers] op voorhand een leesbaar en uitvergroot exemplaar van bijlage 1 (in kleur) toe te sturen.
Verkeersoverlast als bedoeld in artikel 4.2 onder c?
4.9
Volgens [eisers] is sprake van overlast van het verkeer en een toename van het aantal verkeersbewegingen, hetgeen tot snelheidsbeperkende maatregelen zou moeten leiden. De gemeente erkent de intensivering van het verkeer op de[straatnaam] maar wijt dat aan de afsluiting van de parallel lopende Leemweg. De gestelde problemen hebben dus niets met de aanwezigheid van de sporthal te maken, aldus de gemeente.
4.1
De rechtbank kan [eisers] niet volgen in zijn wens snelheidsbeperkende maatregelen te koppelen aan het aantal verkeersbewegingen, nu daar op zichzelf geen logisch verband tussen bestaat. Los hiervan heeft [eisers] naar aanleiding van het door de gemeente omtrent de intensivering van het verkeer aangevoerde onvoldoende gesteld betreffende de relatie van die intensivering tot de aanwezigheid van de sporthal. Er kan dus niet van worden uitgegaan dat de stellingen van [eisers] betrekking hebben op overlast welke te maken heeft met de komst van de sporthal als bedoeld in artikel 4.2 onder c van de overeenkomst. Op dit punt is dus om die reden al geen sprake van een tekortkoming van de gemeente.
Geluidsoverlast bij het gebruik van de sporthal. Geëigende maatregelen om die overlast zoveel mogelijk te beperken?
4.11
De rechtbank begrijpt dat de grondslag daarvoor eveneens moet worden gezocht in artikel 4.2 onder c van de overeenkomst. Het gaat volgens [eisers], zo bleek ook ter comparitie, immers niet om geluidsoverlast afkomstig van de kantine van de hockeyclub, maar van de sporthal (en de kantine daarbij). De vraag is echter of die bepaling ook het aspect geluidsoverlast in de door [eisers] bedoelde betekenis dekt. De gemeente stelt van niet.
4.12
Artikel 4.2 onder d behelst met zoveel woorden geluidsoverlast afkomstig van feesten en partijen in de kantine van de hockeyclub. Artikel 4.2 onder c richt zich op problemen met parkeren, het doorsteken van groenvoorzieningen of andere overlast “op de[straatnaam]”. De enkele tekst van artikel 4.2 onder c, ook in verhouding tot artikel 4.2 onder d, biedt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten om onder de werking van die bepaling ook de door [eisers] ondervonden geluidsoverlast afkomstig van de sporthal en de daarbij behorende kantine te scharen.
4.13
[eisers] verwijst in dit verband in zijn laatste akte naar bijlage 3 van de overeenkomst (akoestisch onderzoek van [naam] van 18 mei 2009), waarin ook wordt gesproken over het gebruik van de sporthal en wordt uitgegaan van een worst case benadering waarbij uiterlijk tot middernacht publiek aanwezig is. Thans blijkt er echter, aldus [eisers], een ander worst case scenario te zijn, namelijk nachttoernooien waarbij de gehele nacht muziek te horen is. Bij het opstellen van de reportage door [naam] is geen rekening gehouden met gebruik dat de gehele nacht duurt en evenmin met housemuziek met zware bastonen en het gebruik van trommels. [eisers] betoogt dat de overlast groter is dan hij had kunnen en hoeven denken.
4.14
Uit het betoog van [eisers] vloeit al voort dat hij van mening is dat ook de bedoeling van partijen er niet op gericht is geweest een ruimere betekenis aan artikel 4.2. onder c toe te kennen dan er hiervoor onder 4.12 door de rechtbank aan is gegeven. [eisers] heeft daartoe ook geen feiten en omstandigheden gesteld. Er is derhalve geen aanleiding de overeenkomst op dit punt, zo nodig na bewijslevering, ruimer uit te leggen. Dat betekent dat ook hier geen sprake kan zijn van een tekortkoming van de gemeente in de naleving van de overeenkomst.
4.15
Dat maakt de hier door [eisers] genoemde problematiek, indien aanwezig, niet minder belangrijk. Alleen kan de overeenkomst, met haar zware consequenties bij enige tekortkoming van de gemeente, hier geen sanctionerende werking hebben.
4.16
De slotsom is dat wederom een comparitie van partijen zal worden gelast en wel ter plaatse van het geschil aan de [straatnaam] te[woonplaats], met betrekking tot de onder 4.4 en 4.8 genoemde onderwerpen.
4.17
Mochten partijen nog stukken willen overleggen dan dienen zij dat uiterlijk twee weken voor de comparitie te doen. De advocaten van partijen dienen zich onderling te verstaan over de plaats waar de comparitie na de bezichtiging zal worden voortgezet.
4.18
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen omtrent hetgeen onder 4.4 en 4.8 is overwogen en ter beproeving van een minnelijke regeling, op de terechtzitting van mr. R.J.J. van Acht ter plaatse van het geschil aan de [straatnaam] te[woonplaats], op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
bepaalt dat eisers dan in persoon moeten verschijnen en de gemeente vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
2 april 2014voor het opgeven van de verhinderdagen van partijen en hun advocaten in de maanden juni tot en met augustus 2014, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de comparitie zelfstandig zal bepalen,
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de comparitie dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
wijst partijen er op, dat voor de zitting twee uur zal worden uitgetrokken,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.J. van Acht en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2014.