ECLI:NL:RBGEL:2014:2845

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 april 2014
Publicatiedatum
29 april 2014
Zaaknummer
05/701944-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit en verspreiding van kinderpornografisch materiaal en ontucht met minderjarigen

De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, heeft op 30 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 54-jarige man, die werd beschuldigd van het bezit en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen en het plegen van ontucht met een minderjarige. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 oktober 2010 tot en met 26 april 2012 in Zevenaar en Antwerpen een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen en video's had verspreid en in bezit had. Dit gebeurde via een MSN-account, waarbij de verdachte ook gebruik maakte van een laptop en USB-sticks waarop deze beelden waren opgeslagen. De rechtbank achtte de feiten bewezen, ondanks de verdediging van de verdachte die stelde dat de huiszoeking onrechtmatig was en dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank verwierp dit verweer en concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Daarnaast werd de verdachte ook schuldig bevonden aan ontuchtige handelingen met een 12-jarige jongen, waarbij hij de jongen had aangeraakt en gekust. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de noodzaak van behandeling voor zijn pedoseksuele neigingen. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder reclasseringstoezicht en voortzetting van de behandeling bij Kairos.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/701944-12
Datum zitting : 16 april 2014
Datum uitspraak : 30 april 2014
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum 1]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
Raadsman : mr. R.B.J.G. Baggen, advocaat te Arnhem.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank op 16 april 2014 ter terechtzitting toegewezen wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2010 tot en met 26 april 2012 te
Zevenaar, in elk geval in Nederland, en/of te Antwerpen, in elk geval in
België, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten
(8 + 448 + 22467 = 22923) foto('s) en/of (9 + 1438 = 1447) video('s) en/of
film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) te weten
een computer (laptop, merk Apple -IBN 1-b-1-1) en/of een (externe) harddisk
(Western Digital WD300 serienummer [nr]) en/of (een) USB-stick(s)(merk
Sandisk- IBN 1-b-1-2) heeft verspreid, door het verzenden van één of meerdere foto- en/of video- en/of filmbestanden via MSN account '[accountnaam]' naar één of meerdere
emailadressen en/of ingevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren met de penis en/of hand en/of de mond/tong
van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt en/of
het oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de hand en/of
de mond/tong en/of
het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met
(een) vinger(s)/hand en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus)
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot
seksuele prikkeling;
2.
hij op of omstreeks 1 maart 2010 te Antwerpen, althans in België, met [slachtoffer 1]
(geboren op [geboortedatum 2]), die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige
handelingen heeft gepleegd, dan wel heeft verleidt tot het plegen en/of dulden
van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
  • het aanraken/betasten van het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
  • het kussen van die [slachtoffer 1] op het (voor)hoofd
  • het (door verdachte) aftrekken van zijn, verdachtes, penis;
3.
hij op of omstreeks 6 maart 2010 te Ratingen, althans in Duitsland, een of
meermalen door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit
feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten
  • door het (grote) leeftijdsverschil en/of
  • door psychisch overwicht en/of
  • door het tonen en/of aanbieden van honderd (100) euro, althans een geldbedrag,
een persoon, [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 3]),
waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd
van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen of het
dulden van ontuchtige handelingen van/door verdachte, te weten
  • het (door verdachte) betasten en/of strelen van zijn, verdachtes, penis en/of
  • het (door verdachte) aftrekken van zijn, verdachtes, penis;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 16 april 2014 ter terechtzitting onderzocht. Verdachte is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.B.J.G. Baggen voornoemd.
De officier van justitie, mr. C.Y. Huang, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 26 april 2012 zijn in Zevenaar in de woning van verdachte onder meer een portable computer, merk Apple (IBN-nummer 1-b-1-1) en een USB-stick, sandisk (IBN-nummer 1-b-1-2) aangetroffen. [2]
Op de laptop zijn 8 afbeeldingen aangetroffen en op de USB-stick 457 multimediafiles, te weten 448 afbeeldingen en 9 videobestanden, die door een gecertificeerd zedenrechercheur van de politie zijn beoordeeld als kinderpornografisch. [3] Het gaat om multimediafiles van seksuele gedragingen die (onder meer) bestaan uit:
- het oraal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt [4] ;
- het anaal penetreren met de vinger dan wel penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt [5] ;
- het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van (een) persoon/personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt [6] ;
- het betasten/aanraken van de penis van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt [7] , en;
- het naakt (laten) poseren van (een) persoon/personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij nadrukkelijk ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden [8] .
Op 1 februari 2011 is in Antwerpen onder verdachte onder meer een externe harde schijf, Western Digital WD300 serienummer [nr], in beslag genomen. [9] Deze is onderzocht op aanwezigheid van kinderpornografische bestanden [10] , waarbij 22.467 relevante fotobestanden zijn aangetroffen en 1.438 relevante videobestanden [11] . De foto’s en video’s betreffen hoofdzakelijk jongetjes tussen 6 en 12 jaar oud, die naakt poseren en/of worden misbruikt door volwassenen en/of seksuele handelingen bij zichzelf en/of bij andere minderjarigen uitvoeren. [12]
Onder MSN account “[accountnaam]” heeft verdachte sinds begin oktober 2010 kinderporno-grafische foto-, film- en videobestanden geüpload en gedownload. [13]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het hem ten laste gelegde onder feit 1.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte van het hem ten laste gelegde onder feit 1 dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat - door het ontbreken van dossierstukken - de rechtmatigheid van de doorzoeking (in Zevenaar) niet te toetsen is, waardoor sprake is van een onherstelbaar vormverzuim en het daaruit voortvloeiende bewijs naar zijn mening van het bewijs dient te worden uitgesloten. Subsidiair heeft de raadsman van verdachte opgemerkt dat verdachte het hem tenlastegelegde onder feit 1 heeft bekend.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat geen aanknopingspunt bestaat om te veronderstellen dat de verrichte huiszoeking onrechtmatig is geweest. Op pagina 7 van het dossier staat immers vermeld dat de doorzoeking in de woning van verdachte op 26 april 2012 is verricht onder leiding van de rechter-commissaris en met als doel alle daarvoor vatbare voorwerpen in beslag te nemen die betrekking kunnen hebben op het bezit van kinderpornografische bestanden.
Het verweer wordt dus verworpen.
Gelet op hetgeen hiervoor als vaststaand is beschreven, acht de rechtbank voorts - evenals de officier van justitie en de raadsman van verdachte - het tenlastegelegde onder feit 1 bewezen, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij in de periode van 01 oktober 2010 tot en met 26 april 2012 te Zevenaar, en te Antwerpen, meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeeldingen, te weten (8 + 448 + 22467 = 22923) foto's en (9 + 1438 = 1447) video's en/of films en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen te weten een computer (laptop, merk Apple -IBN 1-b-1-1) en/of een externe harddisk
(x serienummer x) en/of een USB-stick(merk
x- IBN 1-b-1-2) heeft verspreid,
door het verzenden van één of meerdere foto- en/of video- en/of filmbestanden via MSN account '[accountnaam]' naar één of meerdere emailadressen en verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren met de penis en/of hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het houden van een
(stijve
)penis bij het lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt/strekken tot seksuele prikkeling.
Hetgeen verdachte meer of anders ten laste is gelegd, is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Ten aanzien van feit 2
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 1 maart 2010 heeft verdachte in Antwerpen het hoofd en lichaam van [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]), geboren op [geboortedatum 2], aangeraakt/betast, mede door fysiek op hem te steunen. Ook heeft hij [slachtoffer 1] op zijn voorhoofd gekust en gemasturbeerd/zijn (eigen) penis vastgepakt en daarmee op en neer gaande bewegingen gemaakt. [14]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het hem tenlastegelegde onder feit 2. Ook het betasten van het hoofd/lichaam en het kussen van het voorhoofd van [slachtoffer 1] dient naar haar mening als “ontuchtig” aangemerkt te worden. In dat kader wijst zij op de context van deze handelingen, te weten dat verdachte een volwassene is die uit was op seksueel contact en de handelingen daarmee verband hielden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat het aanraken/betasten van het hoofd/lichaam van [slachtoffer 1] en het kussen van het voorhoofd van [slachtoffer 1], niet als ontuchtige handelingen kunnen worden aangemerkt. Omdat de handelingen vóór het masturberen hebben plaatsgevonden, zouden deze niet zijn aan te merken als handelingen in strijd met de sociaal-ethische norm.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is, anders dan de verdediging , van oordeel dat ook het aanraken/betasten van het hoofd/lichaam van [slachtoffer 1], evenals het kussen van zijn voorhoofd, ontuchtige handelingen betreffen. Redengevend acht zij de verklaring van verdachte, afgelegd kort nadat hij in 2011 was opgepakt toen [slachtoffer 1] hem herkend had van het voorval op 1 maart 2010. Verdachte heeft verklaard dat hij ter plaatse in Antwerpen is gestopt om naar jongens tussen de 12 en 15 jaar te kijken, omdat hij zich tot hen aangetrokken voelt. Verdachte heeft verklaard dat hij er soms komt om te masturberen en andere keren om enkel te kijken. Over het betreffende incident op
1 maart 2010 heeft hij verklaard dat hij [slachtoffer 1] vroeg zijn jas open te doen en dat, toen hij begon met masturberen, zijn hand op de schouder van [slachtoffer 1] lag. [15] De rechtbank overweegt dat uit deze verklaring volgt dat verdachte [slachtoffer 1] doelbewust voor het bevredigen van zijn lustgevoelens heeft benaderd. Daarmee acht de rechtbank bewezen dat (alle) door verdachte gepleegde handelingen, inclusief het aanraken en kussen van [slachtoffer 1], in een seksuele setting hebben plaatsgevonden, in strijd moeten worden geacht met de sociaal-ethische norm en daarmee als “ontuchtig” zijn aan te merken.
ConclusieDe rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 1 maart 2010 te Antwerpen, [slachtoffer 1](geboren op [geboortedatum 2]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, heeft verleid te dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit
  • het aanraken/betasten van het hoofd en
  • het kussen van die [slachtoffer 1] op het (voor)hoofd
  • het (door verdachte) aftrekken van zijn, verdachtes, penis.
Hetgeen verdachte meer of anders ten laste is gelegd, is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Vrijspraak ten aanzien van feit 3
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte hem op 6 maart 2010 € 100,- heeft geboden (en getoond) om “iets” voor hem te doen, hem in de hoek van de kelder heeft gezet, dat verdachte zijn penis uit zijn onderbroek heeft gehaald en deze met zijn (eigen) hand heeft gestreeld. Verdachte heeft ontkend zijn penis te hebben ontbloot en gestreeld.
De rechtbank overweegt dat de verklaring van [slachtoffer 2] en verdachte voor wat betreft de ontuchtige handelingen haaks op elkaar staan en, nu er geen getuigen zijn, niet kan worden vastgesteld wat er zich precies heeft afgespeeld. Voorts overweegt de rechtbank dat zij niet zonder meer reden ziet om te twijfelen aan de verklaring van verdachte hieromtrent. Hij heeft immers niet alleen open verklaard over zijn seksuele intenties ten aanzien van [slachtoffer 2], door te verklaren dat hij heeft aangeboden hem te pijpen, maar ook over een ander, niet ten laste gelegd incident waarbij hij de penis van een 12-jarige jongen heeft betast.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder feit 3. Om die reden zal de rechtbank verdachte daarvan vrijspreken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen.
Ten aanzien van feit 2:
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de hem ten laste gelegde feiten 1, 2 en 3 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan
6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd gedurende welke hij in België en Nederland van zijn vrijheid ontnomen is geweest, en met een proeftijd van 3 jaar.
Als bijzondere voorwaarden acht zij reclasseringstoezicht geboden, met een meldplicht en de verplichting de huidige behandeling bij Kairos voort te zetten en/of - indien de reclassering dat noodzakelijk acht - een andere behandeling te ondergaan. De officier van justitie heeft bij het formuleren van haar eis rekening gehouden met enerzijds de aard en ernst van de feiten en anderzijds dat verdachte in behandeling is bij Kairos en die behandeling tot op heden voortzet en de omstandigheid dat de ten laste gelegde feiten gedateerd zijn.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft betoogd dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor een periode langer dan de tijd die verdachte in België en Nederland vast heeft gezeten, te weten een week (7 nachten), niet meer opportuun is. Naar zijn mening kan worden volstaan met een forse werkstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden, waaronder eventueel elektronisch toezicht. Indien de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf overweegt op te leggen, verzoekt de raadsman opdracht te geven tot het opstellen van een monodisciplinair gedragsdeskundig rapport, nu verdachte ten tijde van de
(met name de onder 2 en 3) ten laste gelegde feiten een burn-out had c.q. zwaar overspannen was en het naar de mening van de raadsman onduidelijk is in hoeverre de ten laste gelegde gedragingen in 2010 verdachte kunnen worden toegerekend.
In het voordeel van verdachte dient volgens de raadsman bij de strafoplegging rekening te worden gehouden met:
  • de (korte) ten laste gelegde periode ten aanzien van de feiten 2 en 3;
  • ten aanzien van de ernst van de feiten: dat niet ten laste gelegd is dat verdachte de schaamstreek van de minderjarige jongens zou hebben betast en/of hen zou hebben gevraagd verdachtes penis te betasten;
  • de schending van de redelijke termijn, waarbij de raadsman van verdachte er vanuit gaat dat de bevestiging van de overname van de strafvervolging van verdachte op 24 juni 2011 als eerste “daad van vervolging” moet worden aangemerkt;
  • het feit dat verdachte nagenoeg een “first offender” is;
  • dat verdachte reeds gedurende 3 jaren onder behandeling is bij Kairos en zich in dat kader gemotiveerd toont en heeft getoond;
  • dat verdachte bij brief van 14 augustus 2013 bij de Autoriteit Financiële Markten melding heeft gemaakt van de strafrechtelijke verdenking die op hem rust en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf waarschijnlijk zal leiden tot intrekking van zijn vergunning, op grond waarvan een faillissement van het bedrijf in het verschiet zou liggen; en
  • de (financiële) gevolgen voor de partner van verdachte als verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd zou krijgen en de angst dat hun relatie dan verbroken zou worden.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij mede is gelet op:
 de fax van de raadsman van verdachte aan de voorzitter van de rechtbank, gedateerd 27 maart 2014, met de daarbij behorende bijlagen;
 een reclasseringsadvies van [adviesunit], gedateerd 25 maart 2014, betreffende verdachte;
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 10 maart 2014; en
 een rapport van forensisch psychiater dr. [psychiater], gedateerd 8 april 2011, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft in maart 2010 met een, hem onbekende, (destijds) 11-jarige jongen ontuchtige handelingen verricht, door hem te kussen, zijn lichaam aan te raken en zichzelf in het bijzijn van deze jongen af te trekken. Het betreft een ernstig feit. Niet alleen ligt voor de hand dat de handelingen van verdachte door de jongen als zeer schokkend zijn ervaren, ook kan het tot gevolg hebben dat zich bij deze jongen op latere leeftijd problemen zullen openbaren in zijn (seksuele) ontwikkeling. De rechtbank rekent verdachte aan dat hij dit heeft genegeerd en zijn behoeftebevrediging voorop heeft gesteld. Verdachte heeft ter terechtzitting ook opgemerkt dat hij zijn lustgevoelens ten opzichte van minderjarige jongens, na deze 35 jaar te hebben onderdrukt, door stress niet meer onder controle had en meermalen is teruggekeerd naar de plaats van zijn delict om rond te kijken en te masturberen. In dat kader acht de rechtbank des te onbegrijpelijker dat verdachte, wetende dat hij een interesse heeft voor jongens in de leeftijdscategorie van 12-15 jaar, tot 2011 heeft gewacht met het zoeken van deskundige hulp.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan bezit en verspreiding van (een grote hoeveelheid) kinderpornografisch materiaal. Bij de productie van kinderpornografische afbeeldingen en films/video’s worden kinderen op aangrijpende wijze seksueel misbruikt door volwassenen die hen juist tegen dit soort handelen in bescherming behoren te nemen. Het behoeft geen betoog dat dergelijk misbruik zeer nadelige gevolgen kan hebben (in de zin van psychische, emotionele en lichamelijke schade) voor deze kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Verdachte heeft met het downloaden en bezit van dergelijke bestanden een bijdrage geleverd aan de instandhouding van de productie van kinderpornografisch materiaal.
Bij het bepalen van de strafmaat betrekt de rechtbank in het voordeel van verdachte de leeftijd van verdachte, de omstandigheid dat verdachte tegenover de politie en ter terechtzitting open heeft verklaard over zijn pedoseksuele voorkeuren en de handelingen die hij in dat kader heeft verricht, het feit dat verdachte zich schuldbewust opstelt en zich in 2011 na (voorwaardelijk) ontslag uit detentie in België onder behandeling heeft laten stellen bij Kairos en van deze behandeling - blijkens het reclasseringsrapport, waarin wordt verwezen naar de bevindingen van een medewerker van Kairos - een positieve werking uit lijkt te gaan. Ook houdt de rechtbank rekening met de schending van de redelijke termijn, nu inmiddels meer dan twee jaar zijn verstreken nadat verdachte in België op verdenking van het bezit van kinderporno en het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige is aangehouden en vastgezet. Aan deze aanhouding en aansluitend verhoor kon verdachte in redelijkheid de verwachting ontlenen dat hij op enig moment zou worden vervolgd.
Voorts is naar het oordeel van de rechtbank van belang dat in het reclasseringsrapport van
25 maart 2014 staat vermeld dat verdachte op de meeste leefgebieden niet of nauwelijks problemen ondervindt en de kans op recidive, zolang verdachte een relatie heeft die ondersteunend is en een netwerk waar hij terecht kan (en gebruik van maakt) in moeilijke perioden, laag moet worden geacht. Verdachte heeft een netwerk om zich heen geformeerd waarop hij een beroep doet wanneer hij in een stressvolle situatie dreigt te geraken, soortgelijk aan die binnen welke hij in het verleden geen grip meer had op zijn lustgevoelens.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank, evenals de raadsman van verdachte, een gevangenisstraf zoals voorgesteld door de officier van justitie, in het onderhavige geval niet passend, in het bijzonder omdat de waarschijnlijke, negatieve consequenties ervan (verlies van werk en mogelijk partner en het afbreken van de behandeling bij Kairos) afbreuk zouden doen aan de weg van behandeling en begeleiding die door verdachte met kennelijk goed gevolg is ingezet, en het risico op recidive alleen maar zouden vergroten. Het belang van het vervolgen van die weg dient niet alleen verdachte maar uiteindelijk ook de samenleving als geheel.
De rechtbank zal verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 180 dagen, waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Het voorwaardelijke deel, waaraan een proeftijd voor de duur van 3 jaren zal worden gekoppeld, is bedoeld verdachte ervan te weerhouden opnieuw soortgelijke feiten te plegen. Vanwege de ernst van de feiten zal de rechtbank verdachte daarnaast een werkstraf opleggen van 240 uur. Voor wat betreft de bijzondere voorwaarden volgt de rechtbank het advies van de reclassering, hetgeen inhoudt dat verdachte zijn ambulante behandeling bij Kairos voortzet/afrondt en zich op gezette tijden bij de reclassering meldt.
Ten aanzien van het beslag
Naar het oordeel van de rechtbank dienen de volgende in beslag genomen goederen (voor zover deze nog steeds onder het beslag vallen) conform de vordering van de officier van justitie aan het verkeer te worden onttrokken, aangezien daarop kinderpornografisch materiaal is aangetroffen en deze dus van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet:
  • de laptop, merk Apple (met beslagnummer 1-b-1-1);
  • de externe harde schijf, merk Western Digital WD300, met serienummer [nr]; en
  • een USB-stick, merk Sandisk (met beslagnummer 1-b-1-2).

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 36b, 36c, 36d, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreektverdachte vrij van het hem ten laste gelegde onder feit 3.
Verklaartbewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaartniet bewezen hetgeen verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaatdat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten als vermeld onder punt 4.
Verklaartverdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeeltverdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen.
Bepaaltdat van deze
gevangenisstraf 179 (honderdnegenenzeventig) dagen niet ten uitvoerzullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
Beveeltovereenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht, zijnde 1 (één) dag.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarennavolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
4. zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij de reclassering, via telefoonnummer 026-3555333, en zich gedurende zijn proeftijd zal blijven melden zolang en frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
5. dat veroordeelde gedurende zijn proeftijd, zolang Kairos dat noodzakelijk acht, de behandeling (ten aanzien van zijn pedoseksuele geaardheid) bij de forensische psychiatrische polikliniek Kairos te Arnhem voortzet, op de tijden en plaatsen als door of namens Kairos aan te geven, en zich in dit verband ook houdt aan de aanwijzingen die hem in dit kader door/namens Kairos worden gegeven;
Geeft opdrachtaan de Reclassering Nederland te Arnhem tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
Veroordeeltverdachte wegens het bewezenverklaarde daarnaast tot
het verrichten van een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdveertig) uren.
Bepaaltdat deze werkstraf binnen 1 (één) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid.
De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Beveeltdat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.
Steltdeze
vervangende hechtenis vast op 120 (honderdtwintig) dagen.
8a. Ten aanzien van het beslag
Verklaartonttrokken aan het verkeer de in beslag genomen en niet geretourneerde laptop, merk Apple, externe harde schijf, merk Western Digital WD300 en USB-stick, merk Sandisk.
Aldus gewezen door:
mr. F.J.H. Hovens, voorzitter, mr. D.R. Sonneveldt en mr. Y. van Wezel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.W.M. Heutinck, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 april 2014.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de regiopolitie Gelderland-Midden, divisie recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL07AH 2011072138-18, gesloten op 4 december 2012 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal, relaas van onderzoek, p. 7 alsmede kennisgevingen van inbeslagneming, p. 22, 34 en 35.
3.Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 48, vierde alinea en p. 49, tweede en derde alinea.
4.Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 49, tweede alinea.
5.Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 49, vierde alinea en p. 52, regel 25-35.
6.Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 50, eerste alinea.
7.Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 50, tweede alinea.
8.Het proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 50, derde en vierde alinea.
9.Een inventaris in beslag genomen goederen, met als bijlage een opsomming van in beslag genomen goederen, p. 269 en 270.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 387, vierde alinea, vierde en vijfde regel, en zesde alinea, alsmede p. 389, regel 5-7.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 389, regel 19-25.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 389, regel 11-15.
13.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 april 2014 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 282, vierde en achtste alinea, met prints van een MSN gesprek, p. 334, 345 en 346.
14.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 april 2014 en het proces-verbaal van audiovisueel verhoor, p. 488, met als bijlage een synthese van het verhoor (van [slachtoffer 1]), p. 492, regel 6-7, 15-16,
15.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 473 en 474.