Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
15 april 2014.
Primair:
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl het ongeval mede is veroorzaakt doordat de schuldige een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde maximumsnelheid in ernstige mate heeft overschreden.
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 175, 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Beslissing
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
taakstraf, te weten:
werkstrafgedurende
150 (honderdvijftig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 (vijfenzeventig) dagen;
primair bewezen verklaardede
bevoegdheid motorrijtuigente besturen voor de duur van
15 (vijftien) maanden;
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.