ECLI:NL:RBGEL:2014:2834

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 april 2014
Publicatiedatum
29 april 2014
Zaaknummer
05/900021-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplichtigheid aan witwassen van geldbedragen afkomstig van de gemeente Tiel

Op 29 april 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 59-jarige man en een 26-jarige man, die beiden werden beschuldigd van medeplichtigheid aan witwassen van geldbedragen afkomstig van de gemeente Tiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden geacht zich schuldig te hebben gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De zaak werd behandeld in de meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de zittingen plaatsvonden op verschillende data in 2013 en 2014. De officier van justitie had gerekwireerd tot een gevangenisstraf van zes maanden voor de verdachten.

De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat, hoewel de verdachten betrokken waren bij frauduleuze handelingen, er onvoldoende bewijs was dat zij opzettelijk betrokken waren bij het witwassen van de gelden. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachten en de context van de frauduleuze activiteiten in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de handelingen van de verdachten niet in een direct verband stonden met het witwassen van de gelden van de gemeente Tiel, maar eerder met andere frauduleuze activiteiten die in een ander onderzoek, genaamd 'Zeemacht', aan de orde waren.

De rechtbank heeft de benadeelde partijen, waaronder de gemeenten Tiel, West Maas en Waal, Neerijnen en Neder-Betuwe, niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de gestelde schade niet rechtstreeks was toegebracht door enig bewezenverklaard feit. De rechtbank heeft de verdachten uiteindelijk vrijgesproken van de beschuldigingen van medeplichtigheid aan witwassen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/900021-12
Datum zitting : 24 januari 2013, 26 februari 2014, 20 maart 2014, 15 april 2014
Datum uitspraak : 29 april 2014
VERSTEK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op :[geboortedatum]
vertrokken, onbekend waarheen

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
[medeverdachte 1] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01
januari 2011 tot en met 28 juli 2011 te Amsterdam en/of te Tiel, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) (een) voorwerp(en) en/of geldbedrag(en), te weten één of meer
geldbedrag(en)(van in totaal ongeveer 105.892 EURO, althans enig geldbedrag)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet,
althans van een voorwerp, te weten een of meer geldbedrag(en), gebruik heeft
gemaakt, terwijl hij (telkens) wist, dan wel redelijkerwijs moest vermoeden
dat dat/die voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was/waren uit enig misdrijf, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 september 2010 tot en met 28 juli 2011 te Amsterdam en/of te Tiel, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door aan die [medeverdachte 1] zijn, verdachtes ID-kaart en/of bankpas mee te geven en/of ter beschikking te stellen en/of papieren te tekenen om bankrekeningen te openen en/of één of meer kredieten aan te vragen.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 15 april 2014 ter terechtzitting onderzocht. Verdachte is daarbij niet verschenen. Evenmin is een (gemachtigd) raadsman verschenen. De rechtbank heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd de gemeenten Tiel, West Maas en Waal, Neerijnen en Neder-Betuwe. Namens hen is als gemachtigde opgetreden de heer [gemachtigde]. De benadeelde partijen zijn bijgestaan door mr. C.W.J. Raaimakers, advocate te Nijmegen. De heer [gemachtigde] en mr. Raaimakers zijn op alle terechtzittingen behoudens de laatste verschenen.
De officier van justitie, mr. M.E.B. Rasing, heeft gerekwireerd tot veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.

3.De beslissing inzake het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit. Medeverdachten[medeverdachte 1] en[medeverdachte 2] hebben geldbedragen witgewassen door de betreffende van de gemeente Tiel verkregen bedragen over te dragen en om te zetten. Verdachte is medeplichtig geweest aan deze strafbare gedraging door zijn bankpas en identiteitsbewijs af te geven aan [medeverdachte 1] en papieren te tekenen om bankrekeningen te openen en kredieten aan te vragen.
De beoordeling door de rechtbank
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan witwassen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben op naam van [naam] 32 valse facturen ingediend bij de gemeente Tiel. Hiervan zijn er 28 betaald. Het totale bedrag van de betaalde facturen is € 105.892,28. Ten laste van de gemeente Tiel is van het totaalbedrag € 70.160,75 betaald, ten laste van de gemeente Neder-Betuwe een bedrag van € 20.598,07, ten laste van de gemeente Neerijnen een bedrag van € 7.980,14 en ten laste van de gemeente West Maas en Waal een bedrag van € 7.153,32. Op de facturen stond het Kamer van Koophandelnummer van Klussenbedrijf [verdachte] vermeld. Het bedrijf is op 23 september 2010 als eenmanszaak ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, met als startdatum 1 juli 2010. Verdachte stond als eigenaar daarvan vermeld.
Verdachte heeft bij de politie –samengevat weergegeven - het volgende verklaard. De naam [medeverdachte 1] zegt hem niets. Nadat verbalisanten een foto van medeverdachte [medeverdachte 1] tonen, herkent verdachte hem als ‘[alias medeverdachte 1].’ Verdachte heeft voor deze [alias medeverdachte 1] drie keer een auto op naam gezet. Daarvoor leende [alias medeverdachte 1] verdachtes paspoort. Ook heeft verdachte zijn identiteitskaart wel eens aan [alias medeverdachte 1] afgegeven, maar hij weet niet waarvoor. Klussenbedrijf [verdachte] zegt hem niets. Verdachte weet niets van de gemeente Tiel of betalingen door deze gemeente. Hij heeft drie of vier keer iets getekend voor [alias medeverdachte 1]. [alias medeverdachte 1] nam voor hem dan een sixpack Guinness en wiet mee. Het kan zijn dat hij papieren heeft getekend om bankrekeningen te openen. Verdachte verklaart altijd onder invloed te zijn geweest als hij wat tekende. Hij is wel eens in dienst geweest van een klussenbedrijf, maar niet van Klussenbedrijf [verdachte]. De papieren van de arbeidsovereenkomst zijn gebruikt bij kredietaanvragen. Dat is door [alias medeverdachte 1] geregeld. Volgens verdachte waren die aanvragen vals. Verdachte heeft wel eens kredieten aangevraagd, maar hij heeft daar nooit iets van ontvangen. Ook heeft hij nooit geld overgeboekt voor Klussenbedrijf [verdachte].
Hoewel de door verdachte verrichte handelingen hem zijn te verwijten, is de rechtbank van oordeel dat het onderhavige strafdossier, dat ziet op fraude bij de gemeente Tiel, te weinig aanknopingspunten biedt om te komen tot wettig en overtuigend bewijs van (voorwaardelijk) opzet op het witwassen van gelden van de gemeente Tiel. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
In het strafdossier zijn delen van een ander fraudeonderzoek, genaamd ‘Zeemacht’ gevoegd. In het onderzoek Zeemacht zijn zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte 1] als verdachte aangemerkt. Zij worden in dat onderzoek verdacht van frauduleuze handelingen die zien op het verkrijgen van kredieten bij banken. Hoewel verdachte door zijn handelen bewust de aanmerkelijke kans op enig misdrijf heeft aanvaard, blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit het onderhavige strafdossier onvoldoende dat zijn (voorwaardelijk) opzet gericht was op het daadwerkelijk tenlastegelegde feit, namelijk witwassen van gelden afkomstig van de gemeente Tiel. De aan verdachte tenlastegelegde feitelijke handelingen heeft hij verricht in verband met en met het opzet op het plegen van de wezenlijk andersoortige feiten uit het onderzoek Zeemacht. De aan verdachte tenlastegelegde handelingen staan naar het oordeel van de rechtbank in een te ver verwijderd verband tot de frauduleuze witwashandelingen om te kunnen aannemen dat verdachte daarmee bewust de aanmerkelijke kans op het witwassen van gelden afkomstig van de gemeente Tiel, heeft aanvaard. In de onderhavige strafzaak is niet bedoeld strafbare feiten uit het onderzoek Zeemacht ten laste te leggen. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van medeplichtigheid aan witwassen.
4. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
In het strafgeding hebben zich respectievelijk als benadeelde partij gevoegd de gemeente Tiel, de gemeente West Maas en Waal, de gemeente Neerijnen en gemeente Neder-Betuwe.
Ter zake van het tenlastegelegde vordert de gemeente Tiel hoofdelijke veroordeling van verdachte tot betaling van € 70.160,75. De gemeente West Maas en Waal vordert terzake van het tenlastegelegde hoofdelijke veroordeling van verdachte tot betaling van € 7.153,32. De gemeente Neerijnen vordert terzake van het tenlastegelegde hoofdelijke veroordeling van verdachte tot betaling van € 7.980, 14. De gemeente Neder-Betuwe vordert terzake van het tenlastegelegde hoofdelijke veroordeling van verdachte tot betaling van € 20.598,07. Daartoe is gesteld dat de gemeenten ieder afzonderlijk rechtstreeks schade hebben geleden als gevolg van voornoemd feit en dus ook ieder afzonderlijk als benadeelde partij is aan te merken. Iedere gemeente had namelijk een eigen bankrekening via welke frauduleuze betalingen zijn verricht. Deze bankrekening van gemeenten West Maas en Waal, Neerijnen en Neder-Betuwe werden weliswaar beheerd door de gemeente Tiel, maar de frauduleus en dus onverschuldigd betaalde gelden vanaf die bankrekeningen behoorden uitsluitend toe aan de gemeente namens welke steeds werd uitgekeerd.
Indien de rechtbank de gemeenten hierin niet volgt en aldus de gemeenten West Maas en Waal, Neerijnen en Neder-Betuwe niet als benadeelde partijen aanmerkt maar enkel de gemeente Tiel, dan vordert de gemeente Tiel subsidiair dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een bedrag van € 105.892, 28.
Namens de betrokken gemeenten is gevorderd dat alle voornoemde bedragen steeds worden vermeerderd met wettelijke rente.
Tot slot vordert alleen de gemeente Tiel vergoeding van proceskosten conform het liquidatietarief.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht om de (primaire) vorderingen van de respectieve benadeelde partijen tot veroordeling van verdachte tot betaling van € 70.160,75 (gemeente Tiel), € 7.153, 32 (gemeente West Maas en Waal), € 7.980,14 (gemeente Neerijnen) en € 20.598,07 (gemeente Neder-Betuwe) toe te wijzen, te vermeerderen met wettelijke rente en met veroordeling van verdachte in de proceskosten. Tevens heeft de officier van justitie verzocht om terzake deze bedragen steeds de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal vervangende hechtenis wordt toegepast.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde feit. De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vordering, omdat de gestelde schade niet rechtstreeks is toegebracht door enig bewezenverklaard feit.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaartniet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarom
vrijvan het tenlastegelegde.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij gemeente Tiel
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij gemeente West Maas en Waal
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij gemeente Neerijnen
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij gemeente Neder-Betuwe
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. D.R. Sonneveldt (voorzitter), mr. W.A. Holland en mr. G.M.L. Tomassen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Kolkman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 april 2014.
Mr. D.R. Sonneveldt is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.