Uitspraak
[verdachte]
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.De beslissing inzake het bewijs
Verdachte heeft bij de politie –samengevat weergegeven - het volgende verklaard. De naam [medeverdachte 1] zegt hem niets. Nadat verbalisanten een foto van medeverdachte [medeverdachte 1] tonen, herkent verdachte hem als ‘[alias medeverdachte 1].’ Verdachte heeft voor deze [alias medeverdachte 1] drie keer een auto op naam gezet. Daarvoor leende [alias medeverdachte 1] verdachtes paspoort. Ook heeft verdachte zijn identiteitskaart wel eens aan [alias medeverdachte 1] afgegeven, maar hij weet niet waarvoor. Klussenbedrijf [verdachte] zegt hem niets. Verdachte weet niets van de gemeente Tiel of betalingen door deze gemeente. Hij heeft drie of vier keer iets getekend voor [alias medeverdachte 1]. [alias medeverdachte 1] nam voor hem dan een sixpack Guinness en wiet mee. Het kan zijn dat hij papieren heeft getekend om bankrekeningen te openen. Verdachte verklaart altijd onder invloed te zijn geweest als hij wat tekende. Hij is wel eens in dienst geweest van een klussenbedrijf, maar niet van Klussenbedrijf [verdachte]. De papieren van de arbeidsovereenkomst zijn gebruikt bij kredietaanvragen. Dat is door [alias medeverdachte 1] geregeld. Volgens verdachte waren die aanvragen vals. Verdachte heeft wel eens kredieten aangevraagd, maar hij heeft daar nooit iets van ontvangen. Ook heeft hij nooit geld overgeboekt voor Klussenbedrijf [verdachte].
8.De beslissing
vrijvan het tenlastegelegde.