Op 21 januari 2014 heeft de Rechtbank Gelderland een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een 39-jarige man uit Nijkerk, die verdacht wordt van ontucht met een minderjarige. De rechtbank heeft op 7 januari 2014 de zaak behandeld, waarbij de verdachte en zijn raadsman, mr. A.G. de Jong, aanwezig waren. De officier van justitie, mr. J. Kolkman, heeft gerekwireerd en de ouders van het slachtoffer waren ook aanwezig, waarbij de moeder een schriftelijke slachtofferverklaring heeft ingediend.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het onderzoek niet volledig is geweest en heeft besloten dat nader onderzoek naar de persoon van de verdachte noodzakelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aard en ernst van de verdenking een langdurige gevangenisstraf rechtvaardigen, maar dat er ook sprake is van een contra-indicatie. Uit het procesdossier en een rapport van de reclassering blijkt dat de verdachte psychisch kwetsbaar is en mogelijk niet in staat is om in een gevangenis te functioneren.
De rechtbank heeft daarom het NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie) opdracht gegeven om een rapportage over de verdachte op te stellen. Dit rapport moet onder andere ingaan op de vraag of een poliklinische behandeling voldoende is om recidive te voorkomen, en of de verdachte in staat is om een detentie te ondergaan. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden, met de opdracht aan de officier van justitie om op basis van de bevindingen van het NIFP een rapportage op te laten stellen.