ECLI:NL:RBGEL:2014:2623

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 april 2014
Publicatiedatum
18 april 2014
Zaaknummer
05/760015-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van schennis plegen in Callantsoog na inconsistenties in getuigenverklaringen

In de zaak met parketnummer 05/760015-13 heeft de Militaire Kamer van de Rechtbank Gelderland op 18 april 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van schennis plegen. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 24 augustus 2012 te Callantsoog, waar de verdachte zich opzettelijk oneerbaar zou hebben gedragen op een openbare plaats. De zaak werd behandeld tijdens zittingen op 16 september 2013 en 7 april 2014, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.D.J. Visschers.

Tijdens de zittingen heeft de officier van justitie, mr. S.Z. Wiarda, betoogd dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. De verdediging heeft echter betoogd dat de verdachte het ten laste gelegde feit ontkende en dat er hiaten in het bewijs waren. De getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] vertoonden belangrijke inconsistenties, en de beschrijving van de man die door [getuige 1] werd gegeven, kwam niet overeen met de verdachte.

De militaire kamer heeft de verklaringen van de getuigen zorgvuldig beoordeeld en vastgesteld dat de verschillen in hun verklaringen en de inconsistenties in de beschrijvingen van de verdachte zodanig waren dat er geen overtuiging bestond dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het ten laste gelegde feit. Daarom heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van de beschuldiging van schennis plegen. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter, mr. J.M.J.M. Doon, samen met mr. T.P.E.E. van Groeningen en kapitein ter zee van administratie mr. F.N.J. Jansen, in aanwezigheid van griffier mr. M.S. Verhagen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760015-13
Datum zittingen : 16 september 2013 en 07 april 2014
Datum uitspraak : 18 april 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige militaire kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
Raadsman : mr. R.D.J. Visschers, advocaat te Zutphen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 augustus 2012 te Callantsoog, gemeente Zijpe, zich opzettelijk oneerbaar op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten de Zeeweg ter hoogte van nummer 9, met ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 07 april 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. R.D.J. Visschers, advocaat te Zutphen.
De officier van justitie, mr. S.Z. Wiarda, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

3.De beslissing inzake het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit. De officier van justitie vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot het verrichten van 40 uren werkstraf subsidiair 20 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft het ten laste gelegde feit uitdrukkelijk ontkend. De raadsman heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden voor het tenlastegelegde feit. De raadsman voert hiertoe aan dat er mogelijk wel sprake is van wettig bewijs, maar dat vanwege de hiaten in het bewijs de overtuiging ontbreekt. [getuige 1] heeft een signalement gegeven van een man die niet overeenkomt met verdachte. Hetgeen [getuige 1] heeft verklaard over de situatie in de auto van de man die haar zou hebben aangesproken komt niet overeen met de auto van verdachte. De verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] wijken bovendien op belangrijke punten van elkaar af.
Beoordeling door de militaire kamer
[getuige 1] en [getuige 2] verklaren op een aantal belangrijke punten verschillend van elkaar. Daarnaast sluit de omschrijving van [getuige 1] van de man die haar aansprak op een groot aantal punten niet aan op verdachte. Deze verschillen zijn dusdanig dat de militaire kamer niet de overtuiging heeft dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde. Om die reden zal de militaire kamer verdachte van het tenlastegelegde vrijspreken.

4.De beslissing

Verklaartniet bewezen hetgeen verdachte is tenlastegelegd.
Spreektverdachte vrij van het tenlastegelegde feit.
Aldus gewezen door:
mr. J.M.J.M. Doon (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen (rechter) en kapitein ter zee van administratie mr. F.N.J. Jansen, (militair lid), in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 april 2014.