ECLI:NL:RBGEL:2014:2464

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 april 2014
Publicatiedatum
11 april 2014
Zaaknummer
05/861646-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewelddadige woningovervallen in Oosterbeek en Borken

Op 11 april 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij twee gewelddadige woningovervallen, één in Oosterbeek en één in Borken, Duitsland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 21 november 2011 samen met een mededader een woningoverval heeft gepleegd bij een alleenstaande oudere vrouw in Oosterbeek. Tijdens deze overval werd de bewoonster bedreigd met een mes en werd zij gedwongen haar pinpas en geld af te geven. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het medeplegen van deze overval door de verdachte, waardoor hij voor dit feit werd vrijgesproken.

Echter, op 6 december 2011 heeft de verdachte samen met een ander een gewelddadige overval gepleegd in Borken, Duitsland. De bewoonster werd ook hier bedreigd met geweld en gedwongen tot de afgifte van waardevolle goederen, waaronder sieraden en geld. De rechtbank achtte het bewijs voor deze overval overtuigend, onder andere door de DNA-match van de verdachte op een mes dat tijdens de overval werd gebruikt. De rechtbank veroordeelde de verdachte voor de overval in Borken tot een gevangenisstraf van vijf jaar.

De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank vond de opgelegde straf passend gezien de omstandigheden. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van het eerste feit. De uitspraak benadrukt de ernst van woningovervallen en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/861646-13
Data zittingen : 7 november 2013, 24 januari 2014 en 28 maart 2014
Datum uitspraak : 14 april 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] (voormalig Joegoslavië)
adres : zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
raadsman : mr. D.C. Vlielander, advocaat te Utrecht.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 21 november 2011 te Oosterbeek, gemeente Renkum, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een huissleutel en/of
- de sleutel(s) van een personenauto( merk: Citroën, gekentekend
[kenteken])en/of
- een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken])en/of
- een laptop (merk: Acer) en/of
- een bankpas (Rabobank) en/of
- ongeveer 150 Euro, althans een geldbedrag en/of
een of meer andere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan
mevrouw [benadeelde 1] (geboren in [geboortedatum 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
bij de woning van die [benadeelde 1] (perceel [adres 1]) heeft/hebben aangebeld
en/of, nadat die [benadeelde 1] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) heeft/hebben open geduwd en/of (vervolgens)
die [benadeelde 1] naar achteren heeft/hebben geduwd en/of deze met haar rug en/of
achterhoofd tegen de kelderdeur heeft/hebben gedrukt en/of
tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben geroepen: "Dit is een overval, niet gillen,
anders schiet ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking, en/of
die [benadeelde 1] aan haar (linker)arm naar de woonkamer heeft/hebben gesleept en/of
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [benadeelde 1]
heeft/hebben gericht (gehouden ) en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgepakt en/of hard op de grond heeft/hebben gegooid
en/of
een groot (vlees)mes uit de keuken van die [benadeelde 1] heeft/hebben gehaald en/of
dat mes vervolgens op de keel van die [benadeelde 1] heeft/hebben gedrukt en/of met
dat mes die [benadeelde 1] heeft geprikt en/of daarbij tegen deze heeft/hebben
geschreeuwd/gezegd: "Ik steek je dood" en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben gedwongen om via de trap naar boven te lopen en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgehouden en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd: "Ik
maak je dood" en/of - toen die [benadeelde 1] weigerde om de pincode van haar
bankpasje (van de Rabobank) te geven- deze meermalen met kracht op haar rug
en/of arm(en) en/of billen en/of elders op haar lichaam heeft/hebben gestompt
en/of geslagen en/of
(nadat die [benadeelde 1] een pincode had genoemd)tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben
gezegd: "Mijn vriend gaat pinnen. Als het de verkeerde code is, steken we je
dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
EN/OF
hij op of omstreeks 21 november 2011 te Oosterbeek, gemeente Renkum, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld mevrouw [benadeelde 1] (geboren in [geboortedatum 2]) heeft gedwongen tot
de afgifte van
- een huissleutel en/of
- de sleutel(s) van een personenauto( merk: Citroën, gekentekend
[kenteken])en/of
- een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken])en/of
- een laptop (merk: Acer) en/of
- een bankpas (Rabobank) en/of
- ongeveer 150 Euro, althans een geldbedrag en/of
een of meer andere goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
bij de woning van die [benadeelde 1] (perceel [adres 1]) heeft/hebben aangebeld
en/of, nadat die [benadeelde 1] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) heeft/hebben open geduwd en/of (vervolgens)
die [benadeelde 1] naar achteren heeft/hebben geduwd en/of deze met haar rug en/of
achterhoofd tegen de kelderdeur heeft/hebben gedrukt en/of
tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben geroepen: "Dit is een overval, niet gillen,
anders schiet ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking, en/of
die [benadeelde 1] aan haar (linker)arm naar de woonkamer heeft/hebben gesleept en/of
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [benadeelde 1]
heeft/hebben gericht (gehouden ) en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgepakt en/of hard op de grond heeft/hebben gegooid
en/of
een groot (vlees)mes uit de keuken van die [benadeelde 1] heeft/hebben gehaald en/of
dat mes vervolgens op de keel van die [benadeelde 1] heeft/hebben gedrukt en/of met
dat mes die [benadeelde 1] heeft geprikt en/of daarbij tegen deze heeft/hebben
geschreeuwd/gezegd: "Ik steek je dood" en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben gedwongen om via de trap naar boven te lopen en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgehouden en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd: "Ik
maak je dood" en/of - toen die [benadeelde 1] weigerde om de pincode van haar
bankpasje (van de Rabobank) te geven- deze meermalen met kracht op haar rug
en/of arm(en) en/of billen en/of elders op haar lichaam heeft/hebben gestompt
en/of geslagen en/of
(nadat die [benadeelde 1] een pincode had genoemd)tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben
gezegd: "Mijn vriend gaat pinnen. Als het de verkeerde code is, steken we je
dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 06 december 2011 te Borken ,Duitsland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld mevrouw [benadeelde 2] (geboren in [geboortedatum 3]) heeft
gedwongen tot de afgifte van een kluissleutel en/of een aantal sieraden en/of
horloges en/of een geldbedrag (circa 385 Euro) en/of een wapen en/of een of
meer andere goederen,
geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
bij de woning van die [benadeelde 2] (perceel [adres 2]) heeft/hebben aangebeld
en/of, nadat die [benadeelde 2] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) heeft/hebben open geduwd en/of (vervolgens)
die [benadeelde 2] naar achteren heeft/hebben geduwd en/of
die [benadeelde 2] naar de kelder van haar woning heeft/hebben geleid en/of
(een) snoer(en)/kabel(s) in de woning van die [benadeelde 2] heeft/hebben losgesneden
en/of die [benadeelde 2] (in die kelder ) met die/dat snoer(en)/kabel(s) heeft/hebben
gekneveld en/of
die [benadeelde 2] meermalen, althans eenmaal (met kracht) heeft/hebben gestompt en/of
geslagen en/of
een mes uit de keuken van die [benadeelde 2] heeft/hebben gehaald en/of dat mes op de
keel van die [benadeelde 2] heeft/hebben gedrukt en/of daarbij tegen deze heeft/hebben
geschreeuwd/gezegd: "Ich stich dich ab; ich mach dich tot" (Ik steek je neer,
ik maak je dood) , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
EN/OF
hij op of omstreeks 06 december 2011 te Borken ,Duitsland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een kluissleutel en/of een aantal sieraden en/of horloges en/of een geldbedrag
(circa 385 Euro) en/of een wapen en/of een of meer andere goederen, geheel of
ten dele toebehorende aan mevrouw [benadeelde 2] (geboren in [geboortedatum 3]), in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
bij de woning van die [benadeelde 2] (perceel [adres 2]) heeft/hebben aangebeld
en/of, nadat die [benadeelde 2] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) heeft/hebben open geduwd en/of (vervolgens)
die [benadeelde 2] naar achteren heeft/hebben geduwd en/of
die [benadeelde 2] naar de kelder van haar woning heeft/hebben geleid en/of
(een) snoer(en)/kabel(s) in de woning van die [benadeelde 2] heeft/hebben losgesneden
en/of die [benadeelde 2] (in die kelder ) met die/dat snoer(en)/kabel(s) heeft/hebben
gekneveld en/of
die [benadeelde 2] meermalen, althans eenmaal (met kracht) heeft/hebben gestompt en/of
geslagen en/of
een mes uit de keuken van die [benadeelde 2] heeft/hebben gehaald en/of dat mes op de
keel van die [benadeelde 2] heeft/hebben gedrukt en/of daarbij tegen deze heeft/hebben
geschreeuwd/gezegd: "Ich stich dich ab; ich mach dich tot" (Ik steek je neer,
ik maak je dood), althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 28 maart 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. D.C. Vlielander, advocaat te Utrecht.
De officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, heeft gerekwireerd.
De raadsman van verdachte heeft het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Beoordeling door de rechtbank
Op 21 november 2011 is door twee personen op brutale wijze een woningoverval gepleegd bij een alleenstaande oude vrouw. De verdachten hebben bij de woning aangebeld en op het moment dat de deur werd geopend, hebben zij de deur verder opengeduwd en zijn de woning binnengedrongen. Door één van de verdachten is de bewoonster aan haar arm de woonkamer in gesleurd en is zij bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Uit de keuken is een groot vleesmes gepakt. Onder bedreiging met het mes is de bewoonster opgedragen geld af te geven en haar pinpas. Zij is daarbij diverse malen in haar gezicht en op haar hoofd geslagen, waardoor zij pijn en letsel heeft opgelopen. Nadat door de bewoonster de pincode is afgegeven, is nog gedreigd dat haar iets zou worden aangedaan indien de pincode niet zou kloppen.
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde. Hij baseert het bewijs op hetgeen door getuige [getuige] is verklaard, namelijk dat hij op de dag van de overval [medeverdachte] en een persoon die ‘[alias]’ wordt genoemd zag rijden in de Citroën C4. Voor het overige bewijs verwijst de officier van justitie naar de soortgelijke modus operandi bij hetgeen onder feit 2 ten laste is gelegd en waar DNA-materiaal van verdachte is aangetroffen.
De raadsman heeft gepleit voor vrijspraak nu er geen feiten zijn die concreet in de richting van verdachte wijzen.
Tegen verdachte zijn belastende verklaringen afgelegd door getuige [getuige]. Van medeverdachte is op de plaats delict DNA-materiaal aangetroffen en hij heeft bekend dit feit te hebben gepleegd. Door aangeefster is verklaard dat er sprake was van een grote en kleine dader. Tijdens de terechtzitting heeft de rechtbank waargenomen dat verdachte en zijn medeverdachte niet veel van lengte verschillen. Er is geen onderzoek naar de betrouwbaarheid van de informatie die door getuige [getuige] aan de politie is verstrekt, en zij is niet geverifieerd. Voor het overige bevat het dossier geen bewijsmiddelen die leiden tot voldoende wettig bewijs dat verdachte feit 1 heeft begaan. De rechtbank zal verdachte voor feit 1 vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 06 december 2011 is aangeefster [benadeelde 2], wonende aan de [adres 2] te Borken in Duitsland [2] , in haar woning door twee personen overvallen. Nadat de deurbel is gegaan, heeft zij de voordeur geopend. De deur werd opengeduwd en aangeefster is door de gang van haar woning geduwd. Direct werd haar gevraagd naar geld. In de keuken is een geldbedrag van € 385,00 uit de portemonnee van aangeefster gehaald. [3] Vervolgens hebben de daders naar meer geld gevraagd en moest aangeefster de kluissleutel afgeven. Beide daders hebben een keukenmes [4] uit een lade gepakt. Zij hebben aangeefster een mes op de keel gezeten tegen haar gezegd ‘ik steek je neer, ik maak je dood’. Aangeefster is gedwongen naar de kelder te gaan. In de kelder is aangeefster op bed gezet, is meerdere keren door beide daders in haar gezicht en tegen haar hoofd geslagen [5] en met kabels [6] die door de daders uit de woning waren weggesneden, aan haar voeten en handen vastgebonden, waarna zij is vastgemaakt aan de trapstaander. De daders hebben in de woonkamer een Gucci-tas gepakt en hebben de horloges en briljanten sieraden die in de kluis zaten, meegenomen. [7]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en afpersing.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van feit 2 dient te worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat aangeefster heeft meegewerkt aan een fotoconfrontatie, zonder resultaat. Beide daders zijn een tijd binnen geweest en hebben diverse handelingen verricht, zodat een goed signalement kon worden gegeven. Op het lemmet van het mes zou een DNA-spoor zijn aangetroffen. Door drs. [medewerker] van het NFI is een stuk gepubliceerd waarin hij, onderaan pagina 9 en bovenaan pagina 10, de frequentieberekening ter discussie stelt indien er aanwijzingen zijn dat de dader in de familiekring gezocht moet worden. Het valt niet uit te sluiten dat het DNA-spoor afkomstig is van een familielid van verdachte, die bij aangeefster als tuinman heeft gewerkt. Gelet hierop en het feit dat bij de confrontatie geen herkenning is geweest, is de raadsman, onder verwijzing naar een uitspraak met nummer BQ6234, van oordeel dat het minuscule plusje, dat nodig is om tot een veroordeling te komen, niet aanwezig is en dat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Tijdens de overval hebben de overvallers uit de keuken van de woning een groot mes gepakt.
Op het lemmet van het mes is DNA-materiaal achtergebleven. Het onderzoek van dit materiaal heeft een match opgeleverd met het DNA van verdachte [verdachte]. [8]
Op het moment dat de overvallers in de woning van aangeefster waren, is door één van hen gevraagd naar de kluis en een vuurwapen. [9] Het wapen dat de bewoonster in huis had, heeft zij eens laten zien aan haar huishoudelijke hulp [10] en [taxichauffeur] [11] , een taxichauffeur die af en toe klusjes in de tuin van de bewoonster uitvoerde. [taxichauffeur] is een oom van verdachte. [12]
Door de raadsman is aangevoerd, zo begrijpt de rechtbank, dat niet kan worden uitgesloten dat het aangetroffen DNA-spoor afkomstig is van [taxichauffeur], de oom van verdachte. De DNA-databank bevat grote aantallen DNA-profielen. Het rapport waar de raadsman naar heeft verwezen, betreft een rapport dat in 2001 is gepubliceerd, waarvan de strekking is dat de kansberekening bij verwantschap in de eerste lijn naar beneden wordt bijgesteld. Gelet op het feit dat [taxichauffeur] een oom aan moederszijde van verdachte is (dus tweede lijn), is de rechtbank van oordeel dat een neerwaartse bijstelling in dit geval niet aan de orde is. De kans dat het aangetroffen DNA van een ander dan verdachte is, is daarmee onwaarschijnlijk klein.
Op grond van de aangifte, de DNA-match, in onderlinge samenhang met de familieband tussen verdachte en de persoon die wetenschap had van het wapen en de kluis die de bewoonster in huis had, acht de rechtbank feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
2.
hij op 06 december 2011 te Borken, Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en (een) ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld mevrouw [benadeelde 2] (geboren in [geboortedatum 3]) heeft gedwongen tot de afgifte van een kluissleutel en een aantal sieraden en horloges en een geldbedrag (circa 385 Euro) en een wapen en een of
meer andere goederen, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en zijn mededader(s) bij de woning van die [benadeelde 2] (perceel [adres 2]) hebben aangebeld en nadat die [benadeelde 2] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend- deze deur (verder) hebben open geduwd en (vervolgens) die [benadeelde 2] naar achteren hebben geduwd en die [benadeelde 2] naar de kelder van haar woning hebben geleid en (een) kabel(s) in de woning van die [benadeelde 2] hebben losgesneden en die [benadeelde 2] (in die kelder ) met die/dat kabel hebbengekneveld en die [benadeelde 2] meermalen, (met kracht) hebben gestompt en geslagen en een mes uit de keuken van die [benadeelde 2] hebben gehaald en dat mes op de keel van die [benadeelde 2] hebben gedrukt en daarbij tegen deze hebben gezegd: "Ich stich dich ab; ich mach dich tot" (Ik steek je neer, ik maak je dood), althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
EN
hij op 06 december 2011 te Borken, Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een kluissleutel en een aantal sieraden en horloges en een geldbedrag (circa 385 Euro) en een wapen en een of meer andere goederen, geheel of ten dele toebehorende aan mevrouw [benadeelde 2] (geboren in [geboortedatum 3]), in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, elk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en zijn mededader(s) bij de woning van die [benadeelde 2] (perceel [adres 2]) hebben aangebeld en nadat die [benadeelde 2] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend- deze deur (verder) hebben open geduwd en (vervolgens) die [benadeelde 2] naar achteren hebben geduwd en die [benadeelde 2] naar de kelder van haar woning hebben geleid en een kabel in de woning van die [benadeelde 2] hebben losgesneden
en die [benadeelde 2] (in die kelder ) met diekabel hebben gekneveld en die [benadeelde 2] meermalen, (met kracht) hebben geslagen en een mes uit de keuken van die [benadeelde 2] hebben gehaald en dat mes op de keel van die [benadeelde 2] hebben gedrukt en daarbij tegen deze hebben gezegd: "Ich stich dich ab; ich mach dich tot" (Ik steek je neer, ik maak je dood) , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 2:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
En
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten primair zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren en tevens terbeschikkingstelling met dwangverpleging, ingaande op het moment dat 2/3 deel van de op te leggen gevangenisstraf is uitgezeten. Subsidiair is door de officier van justitie gevorderd dat, indien door de rechtbank geen terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt opgelegd, verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 11 (elf) jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een algehele vrijspraak. Indien verdachte wel zal worden veroordeeld dan dient geen terbeschikkingstelling met dwangverpleging te worden opgelegd, nu binnen het Pieter Baan Centrum geen ziekelijk stoornis of gebrekkige ontwikkeling kon worden vastgesteld.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 17 december 2013;
  • een trajectconsult door psychiater [psychiater 1], d.d. 12 augustus 2013;
  • een NIFP-rapportage inzake verblijf ter observatie in het Pieter Baan Centrum, opgesteld door [psycholoog], psycholoog, en [psychiater 2], psychiater, d.d. 21 maart 2014;
 een tweetal adviesrapportages van de Reclassering Leger des Heils Arnhem, d.d. 30 juli 2013 (beknopt) en Reclassering Leger des Heils te Maastricht, d.d. 30 september 2013.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft, samen met een ander op brutale wijze een woningoverval gepleegd. Na een ontvangen tip dat er een kluis en een wapen in de woning aanwezig zou zijn, daarmee veronderstellend dat er dus ook veel geld te halen zou zijn, heeft verdachte kennelijk, samen met zijn mededader het plan opgevat om de bewoonster te overvallen. De verdachten hebben bij de woning aangebeld en op het moment dat de deur werd geopend, hebben zij de deur verder opengeduwd en zijn ze de woning binnengedrongen. In de keuken is door beide verdachten een groot mes gepakt en hebben zij een geldbedrag van 385 euro uit de portemonnee van de bewoonster gehaald. Onder verbale bedreiging en met een mes op haar keel heeft de bewoonster verteld waar de sleutel van de kluis lag. Vervolgens is de bewoonster door beide overvallers diverse malen in haar gezicht en op haar hoofd geslagen en hebben zij haar met kabels, die elders in de woning zijn weggesneden, in de kelder vastgebonden en is zij, nadat de overvallers de kluis leeg hebben gehaald, gekneveld achtergelaten.
De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat het gebruikte geweld volstrekt onnodig en disproportioneel was, gezien het feit dat de vrouw alleen in de woning was en gelet op haar leeftijd.
Een woning behoort voor de bewoners een plaats te zijn waar men zich veilig voelt. Wanneer men op deze wijze in de eigen woning wordt overvallen wordt, waarbij een mes bij de keel wordt gezet en dreigende woorden wordt geuit, maakt dat dit een groot gevoel van onveiligheid veroorzaakt.
Niet alleen is een woningoverval schokkend voor degene die dit overkomt is, maar zij veroorzaakt ook binnen de samenleving veel onrust en een gevoel van onveiligheid. Uit het optreden van verdachte blijkt dat er personen zijn die zonder zich iets aan te trekken van wat zij anderen aandoen en die met het grootste gemak en louter uit financieel gewin, een overval plegen.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de gedragskundige rapportages over verdachte in dit geval onvoldoende steun bieden voor het opleggen van tbs, hoezeer het bewezenverklaarde verdachte ook is aan te rekenen.
De ernst van dit feit rechtvaardigt een straf die hoger is dan de oriëntatiepunten als uitgangspunt geven. De rechtbank zal rekening houden met de toepassing van artikel 63 van het wetboek van Strafrecht.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is.
6a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] tot betaling van het bedrag van € 4.506,94 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 55 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen dan wel niet ontvankelijk dient te worden verklaard nu verdachte zich niet schuldig heeft gemaakt aan het schadeveroorzakende feit.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 1 ten laste gelegde feit.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, nu verdachte wordt vrijgesproken van dit feit.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 55, 63, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 1 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf ) jaren.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. J.M. Hamaker als voorzitter, mr. A.M. van Gorp en mr. B.F.M. Klappe, rechters,
in tegenwoordigheid van E. Terlouw-Boeijink, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 april 2014.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant(en) van de regiopolitie Gelderland-Midden, district West Veluwe Vallei, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL074L/29013104968, gesloten op 9 oktober 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal verhoor [betrokkene], pag. 817.
3.Proces-verbaal verhoor [betrokkene], pag. 818.
4.Een schriftelijk bescheid zijnde foto’s, pag. 846 en 847.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 822.
6.Een schriftelijk bescheid zijnde foto’s, pag. 844 en 845.
7.Proces-verbaal verhoor [betrokkene], pag. 819, alsmede het schriftelijk bescheid zijnde de goederenbijlage, pag. 829.
8.Een schriftelijk bescheid zijnde het DNA-onderzoek, pag. 894.
9.Proces-verbaal verhoor [betrokkene], pag. 819, 4e alinea.
10.Proces-verbaal verhoor [betrokkene], pag. 820, laatste alinea.
11.Proces-verbaal van verhoor [taxichauffeur], pag. 864, halverwege.
12.Verklaring van verdachte ter terechtzitting 28 maart 2014 afgelegd.