ECLI:NL:RBGEL:2014:2463

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 april 2014
Publicatiedatum
11 april 2014
Zaaknummer
05/861311-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewelddadige woningoverval op oudere vrouw

Op 11 april 2014 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 21-jarige man uit Enschede, die werd beschuldigd van het medeplegen van een gewelddadige woningoverval op een oudere vrouw in Oosterbeek in november 2011. De verdachte heeft zijn aandeel in de overval bekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man samen met een ander de woning van de vrouw binnendrongen, haar bedreigde met geweld en haar gedwongen om geld en waardevolle spullen af te geven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de vrouw met een vuurwapen of een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft bedreigd en haar met een mes heeft gechanteerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een tweede woningoverval in Borken, Duitsland, waarvoor de verdachte ook was aangeklaagd. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, de vrouw die het slachtoffer was van de overval, toegewezen en de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/861311-13
Data zittingen : 7 november 2013 en 28 maart 2014
Datum uitspraak : 11 april 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum 1] te [geboorteplaats]
adres : zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland
thans gedetineerd in [verblijfplaats]
raadsman : mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 21 november 2011 te Oosterbeek, gemeente Renkum, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een huissleutel en/of
- de sleutel(s) van een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken]) en/of
- een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken])en/of
- een laptop (merk: Acer) en/of
- een bankpas (Rabobank) en/of
- ongeveer 150 Euro, althans een geldbedrag en/of
een of meer andere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan
mevrouw [benadeelde 1] (geboren in [geboortedatum 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
bij de woning van die [benadeelde 1] (perceel [adres 1]) heeft/hebben aangebeld
en/of, nadat die [benadeelde 1] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) heeft/hebben open geduwd en/of (vervolgens)
die [benadeelde 1] naar achteren heeft/hebben geduwd en/of deze met haar rug en/of
achterhoofd tegen de kelderdeur heeft/hebben gedrukt en/of
tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben geroepen: "Dit is een overval, niet gillen,
anders schiet ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking, en/of
die [benadeelde 1] aan haar (linker)arm naar de woonkamer heeft/hebben gesleept en/of
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [benadeelde 1]
heeft/hebben gericht (gehouden ) en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgepakt en/of hard op de grond heeft/hebben gegooid
en/of
een groot (vlees)mes uit de keuken van die [benadeelde 1] heeft/hebben gehaald en/of
dat mes vervolgens op de keel van die [benadeelde 1] heeft/hebben gedrukt en/of met
dat mes die [benadeelde 1] heeft geprikt en/of daarbij tegen deze heeft/hebben
geschreeuwd/gezegd: "Ik steek je dood" en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben gedwongen om via de trap naar boven te lopen en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgehouden en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd: "Ik
maak je dood" en/of - toen die [benadeelde 1] weigerde om de pincode van haar
bankpasje (van de Rabobank) te geven- deze meermalen met kracht op haar rug
en/of arm(en) en/of billen en/of elders op haar lichaam heeft/hebben gestompt
en/of geslagen en/of
(nadat die [benadeelde 1] een pincode had genoemd)tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben
gezegd: "Mijn vriend gaat pinnen. Als het de verkeerde code is, steken we je
dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
EN/OF
hij op of omstreeks 21 november 2011 te Oosterbeek, gemeente Renkum, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld mevrouw [benadeelde 1] (geboren in [geboortedatum 2]) heeft gedwongen tot
de afgifte van
- een huissleutel en/of
- de sleutel(s) van een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken])en/of
- een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken])en/of
- een laptop (merk: Acer) en/of
- een bankpas (Rabobank) en/of
- ongeveer 150 Euro, althans een geldbedrag en/of
een of meer andere goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
bij de woning van die [benadeelde 1] (perceel [adres 1]) heeft/hebben aangebeld
en/of, nadat die [benadeelde 1] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) heeft/hebben open geduwd en/of (vervolgens)
die [benadeelde 1] naar achteren heeft/hebben geduwd en/of deze met haar rug en/of
achterhoofd tegen de kelderdeur heeft/hebben gedrukt en/of
tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben geroepen: "Dit is een overval, niet gillen,
anders schiet ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking, en/of
die [benadeelde 1] aan haar (linker)arm naar de woonkamer heeft/hebben gesleept en/of
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [benadeelde 1]
heeft/hebben gericht (gehouden ) en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgepakt en/of hard op de grond heeft/hebben gegooid
en/of
een groot (vlees)mes uit de keuken van die [benadeelde 1] heeft/hebben gehaald en/of
dat mes vervolgens op de keel van die [benadeelde 1] heeft/hebben gedrukt en/of met
dat mes die [benadeelde 1] heeft geprikt en/of daarbij tegen deze heeft/hebben
geschreeuwd/gezegd: "Ik steek je dood" en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben gedwongen om via de trap naar boven te lopen en/of
die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgehouden en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd: "Ik
maak je dood" en/of - toen die [benadeelde 1] weigerde om de pincode van haar
bankpasje (van de Rabobank) te geven- deze meermalen met kracht op haar rug
en/of arm(en) en/of billen en/of elders op haar lichaam heeft/hebben gestompt
en/of geslagen en/of
(nadat die [benadeelde 1] een pincode had genoemd)tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben
gezegd: "Mijn vriend gaat pinnen. Als het de verkeerde code is, steken we je
dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 06 december 2011 te Borken, Duitsland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld mevrouw [benadeelde 2] (geboren in [geboortedatum 3]) heeft
gedwongen tot de afgifte van een kluissleutel en/of een aantal sieraden en/of
horloges en/of een geldbedrag (circa 385 Euro) en/of een wapen en/of een of
meer andere goederen,
geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
bij de woning van die [benadeelde 2] (perceel [adres 2]) heeft/hebben aangebeld
en/of, nadat die [benadeelde 2] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) heeft/hebben open geduwd en/of (vervolgens)
die [benadeelde 2] naar achteren heeft/hebben geduwd en/of
die [benadeelde 2] naar de kelder van haar woning heeft/hebben geleid en/of
(een) snoer(en)/kabel(s) in de woning van die [benadeelde 2] heeft/hebben losgesneden
en/of die [benadeelde 2] (in die kelder ) met die/dat snoer(en)/kabel(s) heeft/hebben
gekneveld en/of
die [benadeelde 2] meermalen, althans eenmaal (met kracht) heeft/hebben gestompt en/of
geslagen en/of
een mes uit de keuken van die [benadeelde 2] heeft/hebben gehaald en/of dat mes op de
keel van die [benadeelde 2] heeft/hebben gedrukt en/of daarbij tegen deze heeft/hebben
geschreeuwd/gezegd: "Ich stich dich ab; ich mach dich tot" (Ik steek je neer,
ik maak je dood) , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
EN/OF
hij op of omstreeks 06 december 2011 te Borken, Duitsland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een kluissleutel en/of een aantal sieraden en/of horloges en/of een geldbedrag
(circa 385 Euro) en/of een wapen en/of een of meer andere goederen, geheel of
ten dele toebehorende aan mevrouw [benadeelde 2] (geboren in [geboortedatum 3]), in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
bij de woning van die [benadeelde 2] (perceel [adres 2]) heeft/hebben aangebeld
en/of, nadat die [benadeelde 2] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) heeft/hebben open geduwd en/of (vervolgens)
die [benadeelde 2] naar achteren heeft/hebben geduwd en/of
die [benadeelde 2] naar de kelder van haar woning heeft/hebben geleid en/of
(een) snoer(en)/kabel(s) in de woning van die [benadeelde 2] heeft/hebben losgesneden
en/of die [benadeelde 2] (in die kelder ) met die/dat snoer(en)/kabel(s) heeft/hebben
gekneveld en/of
die [benadeelde 2] meermalen, althans eenmaal (met kracht) heeft/hebben gestompt en/of
geslagen en/of
een mes uit de keuken van die [benadeelde 2] heeft/hebben gehaald en/of dat mes op de
keel van die [benadeelde 2] heeft/hebben gedrukt en/of daarbij tegen deze heeft/hebben
geschreeuwd/gezegd: "Ich stich dich ab; ich mach dich tot" (Ik steek je neer,
ik maak je dood) , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 28 maart 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd, mevrouw [benadeelde 1]. Namens haar is G. van der Kuil, als uitdrukkelijk gemachtigde verschenen.
De officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1], dossierpagina 121 e.v.;
- het schriftelijk bescheid inhoudende de geneeskundige verklaring, dossierpagina 691;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 maart 2014.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 21 november 2011 te Oosterbeek, gemeente Renkum, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
- een huissleutel en
- de sleutel(s) van een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken]) en
- een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken])en
- een laptop (merk: Acer) en
- een bankpas (Rabobank) en
- ongeveer 150 Euro, althans een geldbedrag
geheel of ten dele toebehorende aan mevrouw [benadeelde 1] (geboren in [geboortedatum 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en zijn mededader bij de woning van die [benadeelde 1] (perceel [adres 1]) hebben aangebeld en nadat die [benadeelde 1] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend-
deze deur (verder) hebben open geduwd en (vervolgens) die [benadeelde 1] naar achteren hebben geduwd en deze met haar rug en achterhoofd tegen de kelderdeur hebben gedrukt en tegen die [benadeelde 1] hebben geroepen: "Dit is een overval, niet gillen, anders schiet ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en die [benadeelde 1] aan haar (linker)arm naar de woonkamer hebben gesleept en een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [benadeelde 1] hebben gericht en die [benadeelde 1] hebben vastgepakt en hard op de grond hebben gegooid en een groot mes uit de keuken van die [benadeelde 1] hebben gehaald en dat mes vervolgens op de keel van die [benadeelde 1] hebben gedrukt en met dat mes die [benadeelde 1] heeft geprikt en daarbij tegen deze hebben gezegd: "Ik steek je dood" en die [benadeelde 1] hebben gedwongen om via de trap naar boven te lopen en die [benadeelde 1] hebben vastgehouden en (daarbij) hebben gezegd: "Ik maak je dood" en - toen die [benadeelde 1] weigerde om de pincode van haar bankpasje (van de Rabobank) te geven- deze meermalen met kracht op haar rug en arm en billen hebben gestompt
en geslagen en (nadat die [benadeelde 1] een pincode had genoemd)tegen die [benadeelde 1] hebben gezegd: "Mijn vriend gaat pinnen. Als het de verkeerde code is, steken we je dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
en
hij op 21 november 2011 te Oosterbeek, gemeente Renkum, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
bedreiging met geweld mevrouw [benadeelde 1] (geboren in [geboortedatum 2]) heeft gedwongen tot
de afgifte van
- een huissleutel en
- de sleutel(s) van een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken])en
- een personenauto( merk: Citroën, gekentekend [kenteken])en
- een laptop (merk: Acer) en
- een bankpas (Rabobank) en
- ongeveer 150 Euro, althans een geldbedrag en geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en zijn mededader(s) bij de woning van die [benadeelde 1] (perceel [adres 1]) hebben aangebeld en nadat die [benadeelde 1] de deur had geopend, direct- mogelijk verzet brekend- deze deur (verder) hebben open geduwd en (vervolgens) die [benadeelde 1] naar achteren hebben geduwd en deze met haar rug en achterhoofd tegen de kelderdeur hebben gedrukt en tegen die [benadeelde 1] hebben geroepen: "Dit is een overval, niet gillen, anders schiet ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking, en die [benadeelde 1] aan haar (linker)arm naar de woonkamer hebben gesleept en
een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [benadeelde 1]
hebben gericht en die [benadeelde 1] hebben vastgepakt en hard op de grond hebben gegooid
en/of
een groot mes uit de keuken van die [benadeelde 1] hebben gehaald en dat mes vervolgens op de keel van die [benadeelde 1] hebben gedrukt en met dat mes die [benadeelde 1] heeft geprikt en daarbij tegen deze hebben gezegd: "Ik steek je dood" en/of die [benadeelde 1] hebben gedwongen om via de trap naar boven te lopen en
die [benadeelde 1] hebben vastgehouden en (daarbij) hebben gezegd: "Ik maak je dood" en - toen die [benadeelde 1] weigerde om de pincode van haar bankpasje (van de Rabobank) te geven- deze meermalen met kracht op haar rug en arm(en) en billen of elders op haar lichaam hebben gestompt
of geslagen en
(nadat die [benadeelde 1] een pincode had genoemd)tegen die [benadeelde 1] hebben gezegd: "Mijn vriend gaat pinnen. Als het de verkeerde code is, steken we je dood.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
Beoordeling door de rechtbank
Op 06 december 2011 is een 66-jarige vrouw, wonende aan de [adres 2] te Borken in Duitsland, in haar woning door twee personen overvallen. Nadat de deurbel is gegaan, heeft zij de voordeur geopend, is de voordeur opengeduwd en is zij door een persoon de gang van haar woning in geduwd. In de woning is zij geslagen en gekneveld en is door de overvallers geld, sieraden en andere goederen meegenomen. [2] Van de medeverdachte [medeverdachte] is DNA-materiaal aangetroffen op de plaats delict. [3] Verdachte heeft bij politie en ter terechtzitting stellig ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan dit delict. De officier van justitie baseert het bewijs op de verklaring van getuige [getuige], die zegt dat verdachte na de overval in Oosterbeek, nog een overval zou hebben gepleegd waarbij een diamant is weggenomen.
Voorts betrekt hij bij het bewijs, het aantreffen van DNA van medeverdachte [medeverdachte] en het feit dat bij beide feiten sprake is van een zelfde modus operandi.
De rechtbank stelt vast dat getuige [getuige] weliswaar belastend verklaart, maar dat daaruit niet blijkt dat deze verklaring betrekking heeft op de ten laste gelegde overval. Voorts is de betrouwbaarheid van deze informatie niet nader uitgezocht en is zij niet geverifieerd.
Het feit dat het aangetroffen DNA-materiaal van de medeverdachte afkomstig is, maakt niet dat kan worden gesteld dat verdachte samen met hem bij deze zaak betrokken is geweest. Ook de modus operandi, die overeenkomt met het delict dat door verdachte is bekend, is niet dusdanig dat daarvan kan worden gesteld dat deze unieke kenmerken bevat waardoor deze als schakelbewijs kan worden gebruikt. Het dossier bevat onvoldoende wettig bewijs om tot een bewezenverklaring te komen. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
En
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren alsmede terbeschikkingstelling met dwangverpleging, ingaande op het moment dat 2/3 deel van de op te leggen gevangenisstraf is uitgezeten. Subsidiair is door de officier van justitie gevorderd dat, indien door de rechtbank geen terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt opgelegd, verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 11 (elf) jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat volgens de oriëntatiepunten voor een woningoverval een gevangenisstraf van 3 jaren kan worden opgelegd, maar dat er omstandigheden zijn waardoor een lagere straf kan worden opgelegd. Verdachte heeft geen wapen gebruikt, het letsel is beperkt gebleven en dat geldt ook voor de omvang van de schade. De persoonlijke omstandigheden maken ook dat een gematigde gevangenisstraf waarvan een groot deel voorwaardelijk en met bijzondere voorwaarden, zoals een poliklinische behandeling, passend is.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 17 december 2013; en
 een trajectconsult NIFP, opgemaakt door [medewerker], d.d. 16 september 2013;
 een Pro Justitia rapport, opgemaakt door psychiater dr. [psychiater], d.d. 24 februari 2014 en psycholoog [psycholoog], d.d. 25 februari 2014;
 twee adviesrapporten van Reclassering Leger des Heils te Arnhem, d.d. 8 augustus 2013 (beknopt) en 23 september 2013;
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft, samen met een ander, op brutale wijze een woningoverval gepleegd bij een alleenstaande oude vrouw. De verdachten hebben bij de woning aangebeld en op het moment dat de deur werd geopend, hebben zij de deur verder opengeduwd en zijn ze de woning binnengedrongen. Door één van de verdachten is de bewoonster aan haar arm de woonkamer in gesleurd en is zij bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Uit de keuken is een groot vleesmes gepakt. Onder bedreiging met het mes is de bewoonster opgedragen geld en haar pinpas af te geven. Zij is daarbij diverse malen in haar gezicht en op haar hoofd geslagen, waardoor zij pijn en letsel heeft opgelopen. Nadat door de bewoonster een pincode is afgegeven, is nog gedreigd dat haar iets zou worden aangedaan indien die pincode niet zou kloppen.
De rechtbank rekent het verdachte en zijn mededader zwaar aan dat het gebruikte geweld volstrekt onnodig en disproportioneel was, gezien de hoge leeftijd en het tengere postuur van de vrouw.
Een woning behoort voor bewoners een plaats te zijn waar men zich veilig voelt. Op dergelijke wijze in de eigen woning overvallen worden, waarbij een wapen en/of een mes wordt gebruikt en waarbij dreigende woorden wordt geuit, veroorzaakt een groot gevoel van onveiligheid. Een dergelijke ervaring maakt, mede gelet ook op de hoge leeftijd van het slachtoffer, dat zij blijvend is beschadigd.
Niet alleen is een woningoverval schokkend voor degene die dit overkomt is, maar zo’n overval veroorzaakt ook binnen de samenleving veel onrust en een gevoel van onveiligheid. Uit het optreden van verdachte blijkt dat er personen zijn die zonder zich iets aan te trekken van wat zij anderen aandoen, met het grootste gemak en louter uit financieel gewin, een overval kunnen plegen.
De ernst van dit feit rechtvaardigt een straf die hoger is dan aangegeven in de oriëntatiepunten. Hoewel verdachte het feit uiteindelijk ter zitting bekent en eveneens ter zitting ten overstaande van familie van het slachtoffer spijt heeft betoond, ziet de rechtbank daarin geen reden tot strafvermindering, gelet op het late tijdstip - ruim twee jaar na de pleegdatum - waarop verdachte berouw toont.
Voor een terbeschikkingstellingmaatregel met dwangverpleging ziet de rechtbank in de voorliggende rapportages onvoldoende aanknopingspunten.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. De rechtbank heeft acht geslagen op artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
6a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] tot betaling van het bedrag van € 4.506,94 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 55 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 4.506,94.
De vordering is niet betwist door verdachte en komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vordering dan ook in haar geheel toewijzen.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 21 november 2011.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 55, 63, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf ) jaren.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededader betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde 1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [benadeelde 1], te betalen € 4.506,94 (vierduizend vijfhonderdzes euro en vierennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2011tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededader betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde 1] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], te betalen
€ 4.506,94 (vierduizend vijfhonderdzes euro en vierennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2011tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 55 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. J.M. Hamaker als voorzitter, mr. A.M. van Gorp en mr. B.F.M. Klappe, rechters,
in tegenwoordigheid van E. Terlouw-Boeijink, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 april 2014.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant(en) van de regiopolitie Gelderland-Midden, district West Veluwe Vallei, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL074L/29013104968, gesloten op 9 oktober 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, pag. 817 e.v en het schriftelijk bescheid zijnde de goederenbijlage, pag. 829.
3.Het schriftelijk bescheid zijnde de DNA-analyse, pag. 875.