ECLI:NL:RBGEL:2014:2366

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 april 2014
Publicatiedatum
8 april 2014
Zaaknummer
05/860870-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan oplichting door verstrekken van referentienummers

Op 8 april 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan oplichting. De zaak betreft een incident op 12 november 2012, waarbij 84 pallets met laptops van de merken Acer en Packard Bell werden gestolen. De verdachte, die werkzaam was bij het bedrijf [benadeelde] in Tiel, zou referentienummers hebben doorgegeven aan mededaders, waardoor deze zich als legitieme chauffeurs konden voordoen en de lading konden ophalen. Tijdens de zittingen op 18 en 25 maart 2014 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De officier van justitie eiste een veroordeling, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de referentienummers had doorgespeeld. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, door zijn handelingen, de oplichting mogelijk had gemaakt. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van bewuste samenwerking met de medeverdachten, maar dat de verdachte wel cruciale informatie had verstrekt die de oplichting mogelijk maakte. De rechtbank achtte de verdachte medeplichtig aan het medeplegen van oplichting en legde een gevangenisstraf op van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank weegt hierbij de ernst van het feit, de rol van de verdachte en de gevolgen van de oplichting mee.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/860870-13
Data zittingen : 18 maart 2014 en 25 maart 2014
Datum uitspraak : 8 april 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum 1]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats 1]
raadsvrouw : mr. A.H.J. Raaijmakers, advocaat te Culemborg.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Op 12 november 2012 zijn bij het bedrijf [benadeelde] te Tiel in totaal 84 pallets met laptops wegenomen door twee chauffeurs met twee vrachtwagens. De chauffeurs hebben zich voorgedaan alsof zij de beide ladingen met laptops mochten ophalen. Zij konden dit doen, doordat zij op onrechtmatige wijze de beschikking hadden gekregen over de unieke referentienummers die bij de ladingen behoorden. Verdachte, die werkzaam was bij [benadeelde], wordt verweten dat hij het wegnemen mogelijk heeft gemaakt, in het bijzonder door de referentienummers door te geven aan anderen.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 18 maart 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. A.H.J. Raaijmakers, advocaat te Culemborg. Het onderzoek is op 18 maart 2014 onderbroken en op 25 maart 2014 weer hervat om te worden gesloten. Verdachte en zijn raadsvrouw waren hierbij niet aanwezig.
De officier van justitie heeft de veroordeling van verdachte gevorderd.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [2]
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouw van verdachte heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken. Zij heeft hiertoe – kort samengevat – betoogd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om te kunnen concluderen dat het verdachte is geweest die de referentienummers heeft doorgespeeld. In het bijzonder heeft zij daartoe –zakelijk weergegeven - aangevoerd:
  • dat verdachte zijn betrokkenheid bij het wegnemen van de laptops ontkent;
  • dat niet alleen verdachte maar ook vele anderen wetenschap hadden van de referentienummers en deze hadden kunnen doorspelen;
  • dat naar lang niet al deze anderen onderzoek is gedaan naar hun mogelijke betrokkenheid bij het wegnemen van de laptops;
  • dat de laadlijst met de referentienummers is afgedrukt op zaterdag 10 november 2012 om 14.23.41 uur. Nu verdachte volgens de personeelslijst die dag om 13.59 is vertrokken, kan hij niet degene zijn geweest die de printopdracht heeft gegeven;
  • dat door medeverdachten met name gesproken wordt over een meisje dat bij [benadeelde] zou werken en de papieren van de chauffeurs zou weghalen. De aanwijzingen van betrokkenheid van een Marokkaanse jongen zijn onvoldoende om te kunnen herleiden tot verdachte;
  • dat slechts gesteld kan worden dat verdachte telefonisch contact heeft gehad met [betrokkene 1] maar dat niet duidelijk is geworden wat er tijdens die contacten is besproken;
  • dat dit contact ook niet bijzonder is, nu zij elkaar al enkele jaren kennen vanuit het theehuis. Hun telefonisch contact beslaat een veel langere periode, niet alleen de dagen rondom het wegnemen van de laptops. Daarnaast komt het vaker voor dat zij elkaar op tijdstippen midden in de nacht of vroeg in de ochtend bellen.
De beoordeling door de rechtbank
Vast staat dat op 12 november 2012 twee Full Truck Loads met 84 pallets met laptops van het merk Acer en Packard Bell zijn meegenomen. Eveneens staat vast dat de chauffeurs van de betreffende vrachtwagens medeverdachten [medeverdachte 1] en[medeverdachte 2] zijn en dat deze de beschikking hadden over een bij de lading behorend uniek referentienummer (of T-nummer). Voorts kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn benaderd door [medeverdachte 3] en dat deze [medeverdachte 3] éne [alias medeverdachte 4] aanwijst als de initiator van het weghalen van de laptops.
Op basis van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat waar [medeverdachte 3] spreekt over “[alias medeverdachte 4]”, bedoeld wordt: [medeverdachte 4] (verder: [medeverdachte 4]). Eveneens kan worden vastgesteld dat op maandagochtend 12 november 2012 [medeverdachte 4] de beschikking had over een geprinte versie van de laadlijst waarop zowel de referentienummers als de docknummers digitaal waren ingevuld.
De vraag die dient te worden beantwoord door de rechtbank is of met voldoende zekerheid kan worden gesteld dat het verdachte is geweest die deze laadlijst heeft verstrekt aan anderen die bij het weghalen van de laptops betrokken waren.
Op grond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte zaterdagmiddag 10 november 2012 de docknummers op de laadlijst heeft ingevoerd. Daarna heeft hij de gecompleteerde laadlijst om 13:24 uur als bijlage per e-mail verstuurd naar zijn meerdere. Verdachte had vanaf dat moment de beschikking over die versie van de laadlijst waarover – volgens medeverdachte [medeverdachte 3] - ook [medeverdachte 4] kort voor het wegnemen van de laptops de beschikking had. Dat na 13:24 uur binnen [benadeelde] een printopdracht door iemand anders dan verdachte is gegeven, doet daaraan niets af.
Op grond van het voorgaande kan de kring van mogelijke verdachten vanaf 10 november 2012 om 13:24 aanzienlijk beperkt worden, en wel tot medewerkers van [benadeelde] die hebben gewerkt op en na dit tijdstip. Daarbij gaat de rechtbank, evenals de officier van justitie, er vanuit dat het moet gaan om medewerkers die rechtstreeks betrokken waren bij de werkzaamheden rondom de betreffende ladingen en niet om bijvoorbeeld personeel van de beveiliging of de transporteurs. Dit omdat:
  • de partijen op zaterdag al klaar stonden, hetgeen niet altijd het geval is maar wel noodzakelijk was om op maandag 12 november 2012 de ladingen te kunnen laden alvorens de werkelijke chauffeurs zouden arriveren;
  • het de grootste en de duurste partijen waren van die dag terwijl aan de buitenkant van de pallets niet te zien is om wat voor producten het gaat en of het een grote of kleine lading betreft.
  • het gaat om twee verschillende transporteurs en het niet aannemelijk is dat de informatie door medewerkers van twee verschillende transporteurs is verstrekt.
Het voorgaande vereist een kennis die wel bij bepaalde medewerkers van [benadeelde] verondersteld mag worden maar niet bij bijvoorbeeld beveiligingspersoneel. Beveiligers kunnen geen invloed uitoefenen op het moment waarop een lading wordt klaargezet en kunnen evenmin aan de buitenkant van een lading zien wat er in zit en of het een Full Truck Load betreft.
Uit onderzoek naar telefoongegevens van medewerkers die gewerkt hebben na 10 november 2012 om 13:24 uur is geen enkele relevante link met andere verdachten uit het onderzoek aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank is dat anders waar het verdachte [verdachte] betreft, en wel om de volgende redenen.
In de eerste plaats is door verdachte [medeverdachte 3] verklaard dat hij van [alias medeverdachte 4] (
rechtbank:bedoeld wordt [medeverdachte 4]) had gehoord dat een jongen van Marokkaanse afkomst, die een bril zou dragen, op de werkvloer bij [benadeelde] zou werken. Deze Marokkaanse jongen zou er op de werkvloer voor zorgen dat de laptops snel geladen zouden worden. Nu verdachte de enige brildragende Marokkaanse jongeman was die bij [benadeelde] werkte op de relevante data en ook de betreffende ladingen heeft geladen, ziet de rechtbank in de verklaring van [medeverdachte 3] een directe aanwijzing voor de betrokkenheid van verdachte [verdachte].
Ten tweede is gebleken dat verdachte in enkele maanden tijd 209 keer telefonisch contact had met [betrokkene 1] (06[nr 1]). Ook valt op dat [betrokkene 1] rondom het wegnemen van de laptops bijna dagelijks telefonisch contact had met [medeverdachte 4] (06-[nr 1]). Daarmee bestaat een indirecte link tussen verdachte [verdachte] en [medeverdachte 4]: de organisator van het wegnemen van de laptops.
Bovendien is het telefonisch contact tussen verdachte en [betrokkene 1] opmerkelijk te noemen. Verdachte heeft op zaterdag 10 november 2012 zowel voor als na zijn werktijd telefonisch contact had met [betrokkene 1]. Ook blijkt het nummer van [betrokkene 1] op 12 november 2012, na afloop van het wegnemen van de laptops, niet meer actief.
Voorts merkt de rechtbank op dat verdachte in eerste instantie heeft verklaard nauwelijks telefonische contacten te hebben en maar 2 a 3 keer in de week te bellen. Dit is in strijd met de zojuist vermelde, tamelijk intensieve, contacten met [betrokkene 1].
Tot slot heeft verdachte bij de politie verklaard niet te weten wat een referentienummer is terwijl zijn supervisor aangeeft dat alle laders (
rechtbank:zoals ook verdachte) bekend zijn met deze nummers. Dit blijkt ook uit het gegeven dat verdachte de laadlijst heeft geprint en dat hierop de referentienummers vermeld stonden.
De bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien en gezien het gegeven dat verdachte op relevante punten in strijd met de waarheid heeft verklaard, is de rechtbank van oordeel dat het verdachte is geweest die de referentienummers tot zijn beschikking had én dat hij degene is geweest die de laadlijst ter beschikking heeft gesteld aan anderen die bij het weghalen van de laptops betrokken waren.
Door dit handelen, heeft verdachte het mogelijk gemaakt dat twee chauffeurs zich konden voordoen als degenen die gerechtigd waren de ladingen op te halen. Daarmee is [benadeelde] bewogen tot de afgifte van die ladingen. De rechtbank kwalificeert dit handelen als medeplichtigheid aan het medeplegen van oplichting.
Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat tussen verdachte en zijn medeverdachten sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking. Wel is gebleken dat (cruciale) inlichtingen heeft verstrekt aan anderen. Zonder deze inlichtingen zou de oplichting niet mogelijk zijn geweest. Verdachte moet dit gezien zijn werkzaamheden als lader hebben geweten. Hij heeft bovendien ook geholpen bij het klaar zetten van de lading op zaterdag 10 november en het laden van de pallets op 12 november 2012. Ook heeft hij aan de hand van de laadlijsten kunnen zien dat de ladingen te vroeg werden opgehaald.
De rechtbank constateert dan ook dat verdachte met het verstrekken van de laadlijsten en met het helpen van het laden op een ander tijdstip dan was gepland, moet hebben geweten dat de ladingen onrechtmatig werden meegenomen. Hoewel verdachte samen met een collega de beide vrachtwagens heeft geladen, ziet de rechtbank deze handelingen niet als het wegnemen van de goederen en dus als diefstal. Het laden van de vrachtwagens behoorde immers tot zijn normale werkzaamheden. Daaruit volgt dat verdachte het opzet heeft gehad op de oplichting alsmede het opzet op het verstrekken van inlichtingen tot het plegen van die oplichting.
Conclusie
De rechtbank acht bewezen dat:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] op 12 november 2012 te Tiel tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van 84,
pallets met in totaal 4752, laptopcomputers (Acer en Packard-Bell), hebbende die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] met vorenomsch reven oogmerk valselijk enbedrieglijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven –
- zich voorgedaan als chauffeur(s), in het bezit van een wederrechtelijk verkregen referentienummer (oorspronkelijk) uitgegeven aan[bedrijfsnaam 1]te Echt (nummer T53886) en aan [bedrijfsnaam 2] te Uden (nummer T53904),
- waardoor die [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1], bevoegd zouden zijn om bovengenoemde (pallets met) laptop(s) in te (laten) laden en/of te vervoeren,
- waardoor [benadeelde], werd bewogen tot bovenomschreven afgifte,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 09 november 2012 tot en met 12 november 2012 te Tiel en/of elders in Nederland opzettelijk inlichtingen heeft verschaft door
- het wederrechtelijk verkrijgen van referentienummers oorspronkelijk uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt (nummer T53886) en aan [bedrijfsnaam 2] te Uden (nummer T53904) door verdachte- het doorgeven aan één of meer mededader(s) van wederrechtelijk verkregen referentienummers uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt en aan [bedrijfsnaam 2] te Uden
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 meer subsidiair:
Medeplichtigheid tot medeplegen van oplichting
Het feit is strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder meer subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden en een werkstraf van 120 uur. De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege het feit dat zij verdachte slechts als medeplichtige beschouwt en gezien zijn jeugdige leeftijd en relatief schone strafblad.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de strafmaat nu zij van oordeel is dat verdachte moet worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 30 januari 2014.
De rechtbank is van oordeel dat een straf zoals geëist door de officier van justitie onvoldoende recht doet aan de ernst van het bewezen feit. Weliswaar is verdachte ‘slechts’ als medeplichtige aangemerkt maar verdachte is eveneens de cruciale schakel geweest in het gepleegde strafbare feit. Zonder de door verdachte verstrekte informatie zou de oplichting niet mogelijk zijn geweest. Verdachte heeft er bovendien voor gezorgd dat de ladingen op tijd klaar stonden en dat zij op de dag van het ophalen snel werden geladen. Zijn betrokkenheid op zich beslaat daarmee meer dan een enkel moment.
De rechtbank rekent het verdachte zeer aan dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie binnen het bedrijf [benadeelde]. Hij heeft het vertrouwen beschaamd van zowel zijn werkgever als zijn collega’s. Zijn handelen maakt dat op de werkvloer niet meer als vanzelfsprekend op de integriteit van collega’s kan worden vertrouwd. Strengere veiligheidsmaatregelen en een aanpassing van de werkwijze zullen ongetwijfeld het gevolg zijn geweest.
Voorts houdt de rechtbank sterk rekening met de omvang van de oplichting, de berekendheid waarmee deze is uitgevoerd en de enorme financiële schade die de oplichting tot gevolg had. Tot op heden is het merendeel van de laptops niet teruggevonden. Daarmee wordt ook de handel in gestolen goederen bevorderd. Feiten als deze, waaraan verdachte een cruciale bijdrage heeft geleverd, raken zo ook direct het (internationale) handelsverkeer.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak enkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur op zijn plaats is. De rechtbank gaat, evenals de officier van justitie, voor de oplichting uit van een gevangenisstraf van 24 maanden. Nu verdachte niet als medepleger maar als medeplichtige is aangemerkt, zal de rechtbank dit uitgangpunt met éénderde verminderen zodat als uitgangspunt een gevangenisstraf van 16 maanden heeft te gelden. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het gegeven dat verdachte geen relevant strafblad heeft en nog relatief jong is. In dat verband acht de rechtbank het van belang dat verdachte er ook in de toekomst van wordt weerhouden nog strafbare feiten te plegen. Een lang voorwaardelijk strafdeel kan hieraan bijdragen zodat de rechtbank zal overgaan tot het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 48, 326 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het primair en subsidiair tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde feit, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 8 (acht) maanden niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. M.G.J. Post (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en mr. C. van Linschoten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 april 2014.
BIJLAGE І
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 november 2012 te Tiel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van 84, althans één of meer pallets met in totaal 4752, althans één of meer
laptopcomputers (Acer en/of Packard-Bell), in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte en/of tezamen met verdachtes mededader(s), althans alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid medeverdachte(n) [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1], terwijl zij in het bezit waren van (een) vals(e) en/of wederrechtelijk verkregen referentienummer(s) uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt en/of aan [bedrijfsnaam 2] te Uden, die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] zich heeft/hebben voorgedaan als chauffeur(s), als waren zij in het bezit van (een) rechtmatig(e) en onvervalst(e) referentienummer(s) uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt en/of aan [bedrijfsnaam 2] te Uden, waardoor/waarmee die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1], bevoegd zou(den) zijn om bovengenoemde (pallets met) laptop(s) in te (laten) laden en/of te vervoeren, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 12 november 2012 te Tiel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 84, althans één of meer pallets met in totaal 4752, althans één of meer laptopcomputers (Acer en/of Packard-Bell), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of Acer en/of Packard-Bell, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s);
meer subsidiair
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] op of omstreeks 12 november 2012 te Tiel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, naam eigenaar/benadeelde heeft bewogen tot de afgifte van 84, althans één of meer
pallets met in totaal 4752, althans één of meer laptopcomputers (Acer en/of Packard-Bell), in elk geval van enig goed, hebbende die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of zijn/haar mededader(s) met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven –
- die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] zich voorgedaan als chauffeur(s), in het bezit van een vals en/of wederrechtelijk verkregen referentienummer (oorspronkelijk) uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt (nummer T53886) en/of aan [bedrijfsnaam 2] te Uden (nummer T53904),
- waardoor/waarmee die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1], bevoegd zou(den) zijn om bovengenoemde (pallets met) laptop(s) in te (laten) laden en/of te vervoeren,
- waardoor [benadeelde], werd bewogen tot bovenomschreven afgifte,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte en/of diens mededader(s) op/in of omstreeks de periode van 09 november 2012 tot en met 12 november 2012 te Tiel en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest door
- het wederrechtelijk verkrijgen van referentienummers oorspronkelijk uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt (nummer T53886) en/of aan [bedrijfsnaam 2] te Uden (nummer T53904) door verdachte en/of één of meer van diens mededader(s) en/of
- het (doen) doorgeven aan die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of één of meer mededader(s) van voormeld(e)/een vals en/of wederrechtelijk verkregen referentienummer(s) uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt en/of aan [bedrijfsnaam 2] te Uden en/of
- het regelen/beschikbaar (laten) stellen van één of meer chauffeurs en/of
- het regelen/beschikbaar (laten) stellen van één of meer vrachtwagens en/of
gesloten opleggers en/of
- het regelen/beschikbaar (laten stellen) van één of meer opslagruimte(s) en/of
- het regelen/beschikbaar (laten) stellen van één of meer valse nummerplaten
en/of
- het regelen/beschikbaar (laten) stellen van één of meer personen om de
laptops (verder) te vervoeren en/of over te laden;
meest subsidiair
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] op of omstreeks 12 november 2012 te Tiel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen 84, althans één of meer pallets met in totaal 4752, althans één of meer laptopcomputers (Acer en/of Packard-Bell), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of Acer en/of Packard-Bell, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) en/of aan verdachte,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte en/of diens mededader(s)
op/in of omstreeks de periode van 09 november 2012 tot en met 12 november 2012
te Tiel en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is/zijn geweest door:
- het wederrechtelijk verkrijgen van referentienummers oorspronkelijk uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt (nummer T53886) en/of aan [bedrijfsnaam 2] te Uden (nummer T53904) door verdachte en/of één of meer van diens mededader(s) en/of
- het (doen) doorgeven aan die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of één of meer mededader(s) van voormeld(e)/een vals en/of wederrechtelijk verkregen referentienummer(s) uitgegeven aan [bedrijfsnaam 1]te Echt en/of aan [bedrijfsnaam 2] te Uden en/of
- het regelen/beschikbaar (laten) stellen van één of meer chauffeurs en/of
- het regelen/beschikbaar (laten) stellen van één of meer vrachtwagens en/of
gesloten opleggers en/of
- het regelen/beschikbaar (laten stellen) van één of meer opslagruimte(s) en/of
- het regelen/beschikbaar (laten) stellen van één of meer valse nummerplaten
en/of
- het regelen/beschikbaar (laten) stellen van één of meer personen om de
laptops (verder) te vervoeren en/of over te laden.
BIJLAGE ΙІ
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Het bewijs terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van het projectteam ladingdiefstal, Bovenregionale Recherche Zuid Nederland, opgemaakte proces-verbaal 228C120341 (BRZ 341), gesloten op 27 juni 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
De bewijsmiddelen zijn, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het proces-verbaal van aangifte door dhr. [aangever], d.d. 13 november 2012, p. 35-40
(…)
Afgelopen vrijdag 9 november 2012, om 12.45 uur hebben wij een opdrachtbevestiging verstuurd naar [bedrijfsnaam 2] te Uden. Hierin stond ook referentienummer T53904 en het VBS nummer 719.
Afgelopen vrijdag 9 november 2012, om 12.39 uur hebben wij een opdrachtbevestiging verstuurd naar [bedrijfsnaam 1]in Echt. Hierin stond ook het referentienummer T53886 en het VES nummer 702. (p. 37 en p. 38)
(…)
Gister maandag 12 november 2012 omstreeks 08.11 uur kwam er een vrachtauto bij ons het terrein opgereden. De chauffeur gaf aan dat hij een rit kwam doen met het ritnummer T53904, welke correspondeerde met een lading die klaar stond. (…)
Ondanks dat de auto ingepland stond voor laden tussen 10:00 en 12.00 uur zag de loodsmedewerker toch mogelijkheden om de rit eerder te laden dan gepland. (…) Vervolgens heeft de chauffeur zijn vrachtwagen van de parkeerplaats gehaald en met een toegangskaart heeft hij de toegangspoort geopend en is hij naar het toegewezen dock 38 gereden. Daar is de lading vervolgens door de loodsmedewerkers [betrokkene 3] en [verdachte], ingeladen. (…) Vervolgens kwam op dezelfde dag om 09.32 uur een andere vrachtauto het terrein op rijden. (…) Nadat hij zich had gemeld bij de chauffeursbalie meldde hij zich met het loading reference nummer: T53886. Ook deze chauffeur was te vroeg. Hij stond gemeld tussen 12.00 en 14.00 uur. Er is ook toen weer contact gezocht met het personeel in de loods. Ook toen is weer aangegeven dat de lading al geladen kon worden. (…)
Na de gevolgde procedure heeft de chauffeur een toegangspas gekregen waarmee hij vanaf de parkeerplaats naar het toegewezen dock 22 kon rijden. Daar is de lading vervolgens door de zojuist al genoemde loodsmedewerkers [betrokkene 3] en [verdachte], ingeladen. (p. 38)
Diezelfde dag meldden zich aan het eind van de ochtend omstreeks 11.30 uur en 12.15 uur nog twee vrachtwagenchauffeurs, om de eerder bedoelde ladingen op te halen. Toen pas bleek dat de eerste twee chauffeurs, die inmiddels vertrokken waren, onder valse voorwendselen en onrechtmatig de lading hadden meegenomen.
(…) De lading waar het om gaat betreffen Acer laptops (…). De lading die is meegenomen had in zijn totaliteit een waarde van ongeveer 1.700.000 euro. De eigenaar van de gestolen goederen is officieel[bedrijfsnaam 3]. te Zwitserland.
Een proces-verbaal van bevindingen, pag. 28-29, voor zover inhoudende:
Op 12 november 2012 werd (...) een voor verzending gereedstaande partij van 84 pallets (4752 laptops van Acer en Packard Bell waarde ongeveer € 2.000.000) verkregen bij het warehouse [benadeelde], Tiel. (...) Deze voertuigen waren respectievelijk voorzien van de kentekens[kenteken] (...) Als chauffeur van deze combinatie trad op:[medeverdachte 2] (…). (p. 29)
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 5 februari 2013, p. 3740 e.v.
(…) [alias medeverdachte 4] heeft[medeverdachte 3] toen benaderd. [medeverdachte 3], en gevraagd of ik een transportje kon doen. (…) Ik ben door Frans benaderd zondag voor de bewuste maandag. (p. 3741)
(…) Van[medeverdachte 3] kreeg ik toen ook het referentienummer waar ik de lading mee kon ophalen. Ik moest gaan laden in Tiel bij[benadeelde]. Het adres weet ik niet meer. Het was achter een benzinepomp. Het referentienummer schreef Frans voor mij op een briefje, maar dat briefje heb ik niet meer. (p. 3742)
(…) Ik kwam aan en meldde me bij de balie. (…) Ze vroegen me het referentienummer. Ik noemde dit nummer en zij noemde vervolgens het docknummer. Ik ben naar het dock gereden en aldaar is de trailer geladen. (p. 3742)
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 20 februari 2013, p. 3766 e.v.
met bijlage (foto nr. 2), p. 3828.
V: Dat is [alias medeverdachte 4]?
A: Ja.
0: Dat is dus [alias medeverdachte 4], dus foto 2 is [alias medeverdachte 4]. Dat schrijf ik even hier op. Vandaag 20/02/2013 om 14.58 uur. [alias medeverdachte 4]. (p. 3819)
(…)
Als bijlagen gaan bij dit proces-verbaal:
(…) - Foto 2: [medeverdachte 4], geboren op [geboortedatum 2]
Een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] d.d. 7 februari 2013, p. 3886 e.v.
Ik heb een vracht gehaald en die heb ik weggebracht (…). Ik ben rond 10:00 uur bij [benadeelde]geweest. In de wasstraat de ochtend voordat ik ging laden, kreeg ik van[medeverdachte 3] te horen dat er twee wagens naar [benadeelde]moesten. Eentje met[medeverdachte 2] als chauffeur en eentje met mij als chauffeur. (p. 3890)
Een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] d.d. 20 februari 2013, p. 3893 e.v.
V: En je weet ook niet, van wie heb je het referentienummer gekregen? V: Van [medeverdachte 3]? (Rechtbank:[medeverdachte 3]) (...) Ja. (p. 3897)
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 14 februari 2013, p. 3916 e.v.
(…)
Ik ben benaderd door ene [alias medeverdachte 4] (..). Wat ik weet wilden ze daar in Tiel een slag slaan.
(…) Ze vroegen of ik een transport kon regelen. (p. 3930)
(…) Toen is [alias medeverdachte 4] bij mij gekomen met de orders, met papiertjes met referentienummers over welke vracht het ging. Hij had intern iemand.
V. Waar intern?
A. Bij [benadeelde]. (p. 3931)
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 15 februari 2013, p. 3954 e.v.
(…)
V. Jij verklaarde gisteren dat er tijdens het lossen bij [bedrijfsnaam 4] in Loosdrecht ook nog andere mensen aanwezig waren die bij [benadeelde] te Tiel werkt. Hoe weet jij dat?
A. [alias medeverdachte 4] vertelde dat. Ik weet niet wie dat waren. Hij had het over een meisje die op het kantoor werkte bij [benadeelde] of een jongen die in de loods werkte met bril op. (p. 3956)
(…)
[alias medeverdachte 4] had een formulier bij zich waarop het referentienummer op, zoveel pallets. Het was een formulier die intern gebruikt werd bij [benadeelde]. Op dit formulier stonden alle vrachten voor die dag ingepland met de naam van de transportbedrijven en waar naar toe. (p. 3958)
Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] d.d. 14 maart 2013, p. 4003 e.v.
met bijlage 1, p. 4018
Opmerking verbalisanten:
We overhandigen verdachte [medeverdachte 3] nu een lijst, aangeleverd onder de naam “Acer planning outbound 12-11-12. (…) De aan [medeverdachte 3] getoonde lijst gaat als bijlage nummer 1 bij dit proces-verbaal (p. 4004)
(…) A: Ja, zeker weten. Dit is precies zo’n zelfde lijst als de lijst die [alias medeverdachte 4] mij getoond heeft. Alleen waren op de lijst die [alias medeverdachte 4] me getoond heeft de vrachten omcirkeld die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] moesten gaan ophalen bij [benadeelde] te Tiel. Sterker nog… de docknummers waren ook omcirkeld.
(…) [alias medeverdachte 4] heeft de gegevens die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] nodig hadden overgeschreven op een klein briefje. Dat was maandagmorgen 12 november 2012. (p. 4005)
(…) Ik heb van [alias medeverdachte 4] gehoord dat (…) een jongen van Marokkaanse afkomst, die een bril zou dragen, op de werkvloer bij [benadeelde] zou werken. Deze Marokkaanse jongen zou er op de werkvloer voor zorgen dat de laptops snel geladen zouden worden. (p. 4013)
Een schriftelijk bescheid betreffende bijlage 1 bij voornoemd verhoor (p. 4018 e.v.), inhoudende onder meer:
Ritnummer Dock Geplande startdatum WMS Starttijd O**omschrijving
(…)
T53904 38 12-11-2012 11:00:00 [bedrijfsnaam 2] BV
(…)
T53885 22 12-11-2012 12:00:00 [bedrijfsnaam 1]
Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] d.d. 25 februari 2013, p. 3969 e.v. met bijlage (foto nr. 2), p. 3997
V: Wie is de persoon op foto 2?
A: Dat is [alias medeverdachte 4].
V: Waar herken jij hem aan?
A: Ja aan zijn gezicht. Dat gezicht herken ik wel. Hij heeft een litteken in zijn gezicht.
V: Hoe zeker weet je dat [alias medeverdachte 4] ook daadwerkelijk [alias medeverdachte 4] is?
A: Dat is die jongen uit [woonplaats 2]. Dit is ook de [alias medeverdachte 4] die ik bedoel. Of die ook [alias medeverdachte 4] in het echt heet weet ik. Hij stelde zich altijd voor als [alias medeverdachte 4]. (p. 3975)
Het proces-verbaal van bevindingen, p. 3994:
De persoon afgebeeld op foto nr. 2 betreft:
Achternaam: [medeverdachte 4]
Voornamen: [medeverdachte 4]
Geboortedatum: [geboortedatum 2]
De verklaring van getuige[getuige 1] d.d. 28 februari 2013, p. 3208 e.v.
(…) Dus het is wel heel aannemelijk dat het ergens gelekt is, ook omdat het toevallig al klaar stond, dit is dan al op zaterdag gebeurd, dit is ook niet altijd. Mijn mening is dat de afhaaltijden bekend zouden moeten geweest, bij de dieven. Het waren ook de grootste en duurste partijen en ze stonden nog klaar ook nog. (p. 3213)
De verklaring van getuige [getuige 2] d.d. 1 maart 2013, p. 3221 e.v.
Ze hebben de goeie uitgezocht want dit waren de enige 2 trailers die met 40 en 44 pallets geladen werden. Wij noemen die een FTL-lading. (Full Truck Load) (…) Dit waren de 2 grootste ladingen die dag, maandag 12/11/2012. (p. 3227)
De verklaring van [verdachte] als getuige d.d. 28 feb 2013, P. 3195 e.v.
(…) Ik weet niet wat een referentienummer is. (p. 3197)
De verklaring van [getuige 2] als getuige d.d. 1 maart 2013, p. 3221 e.v.
(…) Ik ben supervisor en verantwoordelijk voor de inbound van diverse klanten en verantwoordelijk voor Acer. (p. 3223)
(…)
V. De laders. Weten die wat een referentienummer is?
A. Ja.
(…)
V. Hoe moeten ze dat weten? Dat staat op de laadplanning. (…)
A. Ze werden gebeld met dat T-nummer dus het kan niet zo zijn dat ze niet weten van een referentienummer is. Als dat nummer opgenoemd wordt dan weten ze waar ze moeten kijken. (p. 3226)
De verklaring van verdachte [verdachte] d.d. 3 april 2013, p. 4149 e.v.
(…)
V. Bel je veel?
A. Heel weinig. Ik bel heel af en toe met mijn moeder en met mijn broertje [broer verdachte]. Ik bel hoogstens 3 keer per week.
De verklaring van verdachte [verdachte] d.d. 3 april 2013, p. 4153 e.v.
(…) Er werken 4 of 5 Marokkaanse jongens op de werkvloer bij [benadeelde]. In mijn ploeg ben ik de enige. (…) Op zaterdag 10-11-2012 was ik de enige Marokkaan die gewerkt heeft. (p. 4158)
(…) Ik heb een leesbril. Op werk draag ik de bril als ik op de lijsten moet kijken of moet klaarzetten met de heftruck. (p. 4182)
(…) Er werken er drie (Marokkanen) bij [afdeling benadeelde] (is laadafdeling van [benadeelde]). Ik heb die anderen nog niet met een bril gezien. Ikzelf draag dus wel een bril als ik werk bij [benadeelde]. (p. 4183)
De verklaring van verdachte [verdachte] ter zitting d.d. 18 maart 2014, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik heb gewerkt bij [benadeelde] op vrijdag 9 november 2012, zaterdag 10 november 2012 en maandag 12 november 2012. Ik was 10 november de enige werknemer van Marokkaanse komaf. Het klopt dat ik af en toe een bril draag en dat ik die ook op werk draag.
Het klopt ook dat ik op maandag 12 november 2012 heb meegeholpen de bewuste vrachtwagens te laden. U houdt mij voor dat een chauffeur alleen de lading meekrijgt als hij een T-nummer ofwel referentienummer kan noemen dat behoort bij de lading.
Het klopt dat de politie mij een e-mail heeft voorgehouden die is verstuurd op zaterdag 10 november 2012 en waarbij als bijlage de laadlijst voor maandag 12 november 2012 is meegestuurd. De e-mail is met “[alias verdachte 1]” ondertekend dus dan moet ik dat zijn geweest. De laders hebben niet zelf een account en daarom is de e-mail verstuurd vanaf het account van [betrokkene 4].
U toont mij nu de laadlijst die bij die e-mail is meegezonden. Dit is volgens mij de laadlijst die per e-mail is verstuurd. De laadlijst bevat onder andere het kopje ‘ritnummer’ en daaronder staan de T-nummers vermeld. Ook is op de laadlijst het Docknummer te zien. Het Docknummer is door mij ingevuld op de lijst. Ook is het tijdstip te zien waarop de firma die de lading zou komen halen, bij [benadeelde] zou langskomen.
U vraagt mij of het nummer 06-[nr 2] mijn nummer is. Ik denk wel dat het klopt. Dit is het enige nummer dat ik had.
Het klopt ook dat ik [betrokkene 1] ken. Ik ken hem vanuit het theehuis. Het kan kloppen dat ik op zaterdag 10 november 2012 ’s ochtends vroeg rond 6.00 uur en 6.22 contact met hem heb gehad. Hij heeft mij toen naar het werk gebracht.
Een schriftelijke bescheid betreffende een uitdraai van een e-mail, inhoudende (p. 3336):
“Van:[betrokkene 4] van de, [betrokkene 4]/[benadeelde]/[naam]
Verzonden:zaterdag 10 november 2012 13:24
Aan:[betrokkene 4] van de, [betrokkene 4]/[benadeelde]/[naam]: [betrokkene 5]/[benadeelde]/[naam]
Onderwerp:Acer planning outbound 12-11-12.xls
[alias verdachte 1]
Een schriftelijk bescheid betreffende een bijlage bij voornoemde e-mail (p. 3337), inhoudende onder meer:
Ritnummer Dock Geplande startdatum WMS Starttijd O**omschrijving
(…)
T53904 38 12-11-2012 11:00:00 [bedrijfsnaam 2] BV
(…)
T53885 22 12-11-2012 12:00:00 [bedrijfsnaam 1]
Het proces-verbaal van verhoor van getuige[getuige 3] bij de rechter-commissaris d.d. 28 januari 2014
Mr. Boumanjal: Kent u [betrokkene 1]?
Ja dat is mijn overbuurman. (…)
U houdt mij voor dat de politie zegt dat in mijn telefoon een contact is gevonden met het nummer 06[nr 1]. (…) U zegt mij dat dat nummer bij de naam [betrokkene 1] staat. het zou kunnen maar ik weet niet zeker welke [betrokkene 1] dat is.
Een proces-verbaal onderzoek Telecommunicatie d.d. 17 april 2013, p. 2279
(…) Verdachte [betrokkene 1] staat volgens de Gemeentelijke Bevolkingsadministratie ingeschreven op het adres [adres 2]. Uit de mastgegevens blijkt dat 06[nr 1] in de bevraagde periode van 13-3-2012 t/m 12-3-2013 in totaal 3339 maal de mast aan de [adres 3] aanstraal. De [adres 3] ligt een afstand van 276 meter hemelsbreed van de woning van [betrokkene 1]. (p. 2282)
Een proces-verbaal van onderzoek telecommunicatie, p. 7311 e.v.
(…) Van het telefoonnummer 06-[nr 2] bleek, na een doorzoeking op 13 mei 2013, op het adres [adres 2], dat het aannemelijk was dat dit telefoonnummer in gebruik was bij [betrokkene 6], geboren op [geboortedatum 3]. (bron: PVBEV. 108) [betrokkene 1] en [betrokkene 6] met de familienaam[familienaam betrokkene 1 en 6] bleken volgens informatie uit GBA broers van elkaar te zijn. (…) Uit onderzoek van de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer 06-[nr 2] bleken onder meer de volgende contacten. (p. 7313).
(…) Met het telefoonnummer 06[nr 1], vermoedelijk in gebruik bij [betrokkene 1], is er zeer frequent telefonisch contact. (p. 7314)
Een proces-verbaal van onderzoek telecommunicatie, d.d. 4 april 2013, p. 3356 e.v.
Een CIOT-bevraging op het telefoonnummer 06-[nr 2] wees uit dat dit nummer inderdaad was afgegeven aan een [verdachte], [adres 1], 4001 KM te Tiel.
De historische verkeersgegevens van het telefoonnummer 06-[nr 2] werden bevraagd over de periode 1 maart 2012 tot en met 27 februari 2013. Uit de verkregen gegevens bleek onder meer het volgende:
Tussen 1 september 2012 tot en met 12 november 2012 was er in totaal 209 maal contact met het telefoonnummer 06[nr 1]. (…) Opvallend is dat het mobiele telefoonnummer 06-[nr 2] (gebruiker [verdachte]) op zaterdag 10 november 2012 tussen 06.00 uur en 06.22 uur, kennelijk voorafgaand aan zijn werktijden bij [benadeelde] die dag, meerdere malen telefonisch contact had met het telefoonnummer 06[nr 1]. (p. 3357)
(…) Op zaterdag 10 november 2012 vanaf 16.58 uur had het mobiele telefoonnummer 06-[nr 2] gedurende de hele avond meerdere malen contact met het telefoonnummer 06[nr 1]. (…)
Hierbij is opvallend dat het nummer 06[nr 1], vanaf 12 november 2012, de dag van de diefstal, te 18.20 niet meer actief is. Op dit tijdstip werd een SMS bericht verstuurd naar het nummer van [verdachte]. Het nummer werd bevraagd over de periode 13 maart 2012 tot en met 12 maart 2013.
(…) Verder bleek dat het telefoonnummer 06[nr 1] van 2 november 2012 tot en met 12 november 2012 bijna dagelijks contact heeft met het telefoonnummer 06-[nr 1], vermoedelijk in gebruik bij de eerder genoemde [medeverdachte 4] ([alias medeverdachte 4]), geboren op [geboortedatum 4]. (p. 3358)
Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] d.d. 15 maart 2013, p. 1155 e.v.
A: Nu ik hoor dat ik zo vaak in die periode telefonisch contact heb gehad met het nummer 06-[nr 1], en zeker nu ik de tijdstippen van die maandagochtend 12 november 2012 hoor, weet ik zeker dat het telefoonnummer 06-[nr 1] van [alias medeverdachte 4] is, van [medeverdachte 4] dus. [alias medeverdachte 4] is namelijk de enige met wie ik op die maandagmorgen van de diefstal al zo vroeg contact heb proberen te krijgen. Volgens mij heb ik toen zo vroeg niet eens contact kunnen krijgen met [alias medeverdachte 4]. [alias medeverdachte 4] heeft me later wel nog een paar keer terug gebeld die ochtend. (p. 1159)
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2012, p. 3354 e.v.
Teneinde betrokkenheid van andere medewerkers van [benadeelde] hetzij uit te sluiten hetzij te bevestigen werd op 04-04-2013 aan hoofd security [benadeelde] de vraag gesteld bekend te worden gemaakt van hetzij bij hen bekende privé telefoonaansluitingen of bij hen bekende bedrijfstelefoons van deze personeelsleden. Dit betreffen allen werknemers werkzaam bij het bedrijf [benadeelde] die op zaterdag 10-11-2012 werkzaam zijn geweest samen met genoemde verdachte [verdachte] en die mogelijk ook de benodigde gegevens, noodzakelijk voor de uitvoering van de diefstal, hadden kunnen verkrijgen. Deze informatie bleek uit onderzoek op zondag 11-11-2012 in het bezit te zijn van de opdrachtgevers van de diefstal uitgevoerd op 12-11-2012. (p. 3354)
(…) Deze telefoonnummers werden vergeleken met een zeer groot aantal bevraagde historische printgegevens van betrokkene en verdachten binnen het onderzoek van de diefstal van de laptops alsmede bevraagde zendmastgegevens. Slechts de telefoonnummers van (…) en de in- en outboundtelefoon kwamen voor op deze gegevens, echter enkel in relatie tot intern gebelde telefoonnummers bij [benadeelde] dan wel een telefonisch contact van [verdachte] (te weten[alias verdachte 2]). (p. 3355)

Voetnoten

1.In bijlage Ι is de tenlastelegging opgenomen.
2.In bijlage ΙІ zijn de bewijsmiddelen opgenomen.