21.03[verdachte] komt de baan opgereden in zijn rode VW [kenteken] en stopt waar [slachtoffer 1] staat en begint haar uit te schelden. [slachtoffer 1] schreeuwt terug dat ze niets meer met hem te maken wil hebben en draait zich om en loopt weg. Ik loop naar [verdachte] toe en zeg tegen hem dat ik hem niet meer op de baan wil zien en dat hij dus moet weggaan, onder gescheld rijdt hij weg. (…)”.
Over het voorval van 19 november 2011 heeft getuige [getuige 1] voorts verklaard dat aangeefster hem heeft verteld dat ze haar paspoort tegen betaling terug kon krijgen van verdachte en dat hij zelf heeft gezien dat aangeefster papier dat leek op bankbiljetten aan verdachte gaf waarna verdachte haar een paspoort gaf.
- [klant], klant van aangeefster, heeft als volgt verklaard:
Verdachte heeft aangeefster een paar keer bij hem thuis gebracht. Na een ruzie heeft verdachte hem gezegd dat hij geen contact meer met aangeefster mocht zoeken. Verdachte was zeer handtastelijk tegen aangeefster als ze ruzies hadden. Hij schudde haar door elkaar. Buiten verdachte om is hij twee keer met aangeefster naar bed gegaan. Daar kwam verdachte achter en hij zei dat getuige dat niet mocht doen.
- [getuige 2] heeft als volgt verklaard:
Verdachte kwam met de vraag of hij een kamertje had voor aangeefster. Ze had niet veel geld en kon hem 50 euro aan het eind van de week geven. Hij heeft aangeefster diverse malen gevraagd om de huur te betalen, aangeefster zei dan dat ze wel wilde betalen maar niet kon betalen omdat verdachte haar geld had. Verdachte gaf aangeefster soms ’s avonds geen drugs meer en dan bewaarde hij een bolletje coke. Als aangeefster ’s ochtends nuchter was en niet wilde gaf hij haar dat bolletje en was ze “helemaal te hebben”. Verdachte reed in een Volkswagen die door aangeefsters geld was bekostigd. Verdachte moest voor die auto 300 euro per maand aflossen bij zijn broer. Hij vroeg dan aan aangeefster 300 euro per dag om het af te lossen. Als aangeefster een klant had gehad zag getuige dat ze naar de auto van verdachte liep en het geld aan verdachte gaf. Aangeefster gebruikte op de baan en verdachte reed om dat spul te halen. Ze gebruikte minder dan ze verdiende maar had geen cent op zak. Verdachte ging altijd de drugs halen met het geld van aangeefster.
- Aangeefster was onder behandeling bij Iriszorg. In door Iriszorg vastgelegde documentatie is onder meer het volgende te lezen:
26-10-2011: (…) [verdachte] blijkt haar te bedreigen, geld te willen. [slachtoffer 1] is meerdere malen bij de keel gegrepen, de striemen heeft Aafje gezien. (…)
12-11-2011: [slachtoffer 1] gaat aangifte doen van bedreiging richting [verdachte]. Hij blijft haar lastigvallen thuis. (…)
14-11-2011: vanochtend was [verdachte] aan de deur die [slachtoffer 1] begon te bedreigen. [slachtoffer 1] heeft 112 gebeld en de politie is langs geweest.
16-11-2011: [slachtoffer 1] was laat op de baan voor haar doen, [verdachte] was als een dolle tekeer gegaan bij haar woning. Vanavond is hij verschillende malen op de baan gesignaleerd door toezicht. (…)
20-11-2011: heeft last van [verdachte] die haar continu lastig valt tijdens het werk. (…)
30-12-2011: [verdachte] had haar en haar zus achterna gereden toen ze hiernaartoe kwamen gereden.
- Een proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3], met onder meer de volgende inhoud:
Aangeefster vertelde op 25 februari 2010 aan verbalisanten dat ze door verdachte wordt mishandeld en bedreigd. Dat ze al haar geld moet afstaan dat zij verdient met prostitutie.
Verbalisanten probeerden een gesprek met verdachte te voeren. Zij hoorden dat hij moeilijk bleef doen om geld dat hij nog van aangeefster zou krijgen. Zij zagen en hoorden dat hij agressief en erg grof deed als hij over aangeefster sprak. Zij hoorden dat verdachte steeds indirecte bedreigingen uitsprak die gericht waren tegen aangeefster. Zij hoorden hem zeggen dat hij haar zou gaan opzoeken vanavond om het geld te halen, te weten 100 euro, en anders zou hij het wel op een andere manier regelen. Omdat verbalisanten geen goed gevoel bij de situatie hadden zijn ze naar Leuvensbroek gereden. Binnen vijf minuten kwam verdachte de straat ingereden.
Uit bovenstaande bewijsmiddelen blijkt dat aangeefsters verklaringen worden ondersteund door zowel verklaringen en eigen waarnemingen van getuigen binnen de familiekring van verdachte als verklaringen en waarnemingen van onafhankelijke getuigen en verbalisanten.
Gelet op deze bewijsmiddelen acht de rechtbank de verklaringen van aangeefster geloofwaardig.
Verdachte heeft ter terechtzitting het volgende verklaard met betrekking tot het geld dat hij kreeg van aangeefster:
Ze verdiende soms 800 a 900 euro per dag en dat ging allemaal op aan drugs. Ik kreeg van haar alleen geld om drugs te halen, dat was honderden euro’s. Haar drugsgebruik ging de hele nacht door, om de twee uur ging ze voor 100 euro drugs halen, de hele dag door. Ze probeerde wat over te hebben maar dat lukte niet. Gemiddeld per dag had ze 300 tot 500 euro en dat gaf ze allemaal uit aan drugs. Het klopt dat ik heb verklaard dat ik 35.000 euro aan haar heb besteed. Ook van dat geld zijn drugs gekocht. Ik moest van haar het geld bij me houden dat zij verdiende. Ze was bang dat ze haar anders zouden beroven. Dat geld gaf ik aan haar als ze daar om vroeg. [slachtoffer 1] zei tegen mij ‘dit geld is voor jou’, maar de volgende dag pakte ze het weer terug.
De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig, gelet op de enorme hoeveelheden drugs die aangeefster in dat geval iedere nacht zou hebben gebruikt. Gelet op de bedragen die zowel aangeefster als verdachte aangeven dat aangeefster heeft verdiend, zou dit betekenen dat aangeefster derhalve over ruim voldoende contant geld zou beschikken, als zij daadwerkelijk haar geld steeds terug zou pakken van verdachte. Echter, uit de verklaring van [getuige 2] blijkt dat zij geen geld had om de huur te betalen en ook verdachte geeft aan dat [slachtoffer 1] geen geld had voor beltegoed.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit bovenstaande bewijsmiddelen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, zij het dat uit het dossier niet is af te leiden dat het feit zich ook nog na 1 januari 2012 heeft afgespeeld. Aangeefster heeft namelijk in april 2012 verklaard dat zij toen vier tot vijf maanden uit elkaar waren en zij tot ze uit elkaar waren geld aan hem verdachte had gegeven. De rechtbank acht het eerste feit dan ook wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2012 in de gemeente Nijmegen,
een ander, genaamd [slachtoffer 1],
(lid 1, onder 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden en door afpersing, en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft en vervoerd
en en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1],
(lid 1, onder 4°)
telkens met de onder 1° van dit artikel genoemde iddelen, te weten door dwang en geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden, door afpersing, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie, die [slachtoffer 1], heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling),
(lid 1, onder 6)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de prostitutie) van die [slachtoffer 1],
(lid 1, onder 9)
telkens een ander, genaamd [slachtoffer 1], door dwang geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden, door afpersing door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie die [slachtoffer 1], heeft gedwongen dan wel bewogen, verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handeling
(en
)met of voor een
derde,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- ( terwijl die [slachtoffer 1] verslaafd was aan drugs en alcohol en een
eetprobleem had en borderline had en niet meer thuis woonde en op
straat zwierf en geen uitkering had)
- die [slachtoffer 1] leren kennen op de tippelzone in Nijmegen en
- een (liefdes)relatie aangegaan met die [slachtoffer 1] en
- die [slachtoffer 1] bedreigd met o.a. de woorden "je brengt maar geld, anders
krijg je klappen" en tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij haar kapot zou maken en dat zij haar kind niet meer te zien zou krijgen en
- die [slachtoffer 1] meerdere malen mishandeld (door op het achterhoofd te slaan)
en
- die [slachtoffer 1] met de auto naar de tippelzone gebracht en opgehaald en
- ( terwijl die [slachtoffer 1] een klant had) in de buurt en de nabijheid van die [slachtoffer 1] gebleven en de hele avond in de nabijheid van de tippelzone De Baan gebleven en die [slachtoffer 1] voortdurend "gecontroleerd" terwijl ze aan het werk was en
- die [slachtoffer 1] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende
geld aan hem af te geven en
- die [slachtoffer 1] drugs (cocaïne) gegeven en
- klanten voor die [slachtoffer 1] geregeld en (vervolgens) die klanten bewogen om
eerst aan hem te betalen alvorens ze met die [slachtoffer 1] mochten "beginnen"
en
- die [slachtoffer 1] bewogen om elke dag te werken en lange werkdagen te maken en
- die [slachtoffer 1] gedwongen om door te werken terwijl ze zwanger was of ongesteld was en
- die [slachtoffer 1]
- aldus in de communicatieve en feitelijke omgang met die [slachtoffer 1] een situatie gecreëerd en in stand
gehouden, waarin verdachte door de feitelijke omstandigheden een overwicht verkreeg over die [slachtoffer 1] en misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over die [slachtoffer 1] had en
- door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 1] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden;
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van juni 2011 tot en met 31 augustus 2012 heeft verdachte een (gebruikers)relatie gehad met aangeefster [slachtoffer 2]. Verdachte had meerdere malen seks met [slachtoffer 2]. Aangeefster was verslaafd aan drugs en verdachte kocht drugs voor aangeefster. Aangeefster werkte in genoemde periode als prostituee en verdachte bracht haar wel eens naar de baan.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht aan de hand van haar schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak. Volgens de verdediging bevat het dossier onvoldoende bewijs dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster heeft als volgt verklaard:
- Sinds juni 2011 wordt zij gestalkt door verdachte.
- Zij is verslaafd geweest aan drugs en gebruikte alcohol.
- Zij moest in haar jeugd gedwongen voor haar stiefvader in de prostitutie werken.
- Verdachte nam iedere keer als hij haar bezocht drugs zoals cocaïne en base meehoewel zij clean wilde blijven.
- Verdachte was aanvankelijk aardig. Hij nam drugs voor haar mee en wilde daar seks voor hebben. Op een gegeven moment wilde hij daar geld voor hebben.
- Verdachte zei altijd tegen haar dat hij schulden had bij de dealers speciaal voor haar.
- Verdachte haalde voor minder geld drugs dan aangeefster hem gaf. Zij was afhankelijk van cocaïne en durfde er niets van te zeggen.
- Verdachte wist dat aangeefsters ouders drugsverslaafd waren en dat aangeefster was misbruikt door haar stiefvader omdat aangeefster hem dat had verteld. Hij wist ook dat ze een verslavingsachtergrond had.
- Verdachte sms-te de pleegvader van aangeefster, [betrokkene 3], dat hij geld moest hebben, anders zou hij aangeefster wat aandoen. Verdachte zei dat hij schulden had bij dealers en dat die anders aangeefster zouden pakken.
- Als aangeefster in de prostitutie werkte was het werken, de auto in en het geld aan verdachte afgeven. Een keer probeerde ze met een klant weg te rijden maar toen reed verdachte achter de klant aan. Al het geld uit de prostitutie gaf ze aan verdachte. Verdachte zei dat hij schulden had voor drugs of dingen op de pof had gekocht. Hij kwam agressief over. Als aangeefster ging pinnen kwam hij achter haar staan.
- Als aangeefster werkte had verdachte de auto op het pleintje schuin tegenover de baan staan of hij reed rondjes over de baan.
- Twee of drie keer heeft aangeefster geweigerd om geld dat ze met prostitutie had verdiend aan verdachte te geven. Aangeefster was toen de auto uit gevlucht. Verdachte kwam haar toen achterna en trok haar aan de haren terug.
- Aangeefster moest van verdachte werken in Nijmegen op de baan of bij de Gelderlander of in Ottersum. Als ze in Ottersum werkte nam verdachte mannen mee naar haar huis. Verdachte regelde de prijzen en kreeg het geld van de klanten.
- Verdachte gebruikte geweld tegen aangeefster: slaan, haren trekken, keel dicht knijpen, blauw oog slaan. Hij deed dat als ze niet wilde werken.
- Aangeefster gaf al het geld dat ze in de prostitutie verdiende aan verdachte.
De verklaringen van aangeefster worden ondersteund door de volgende bewijsmiddelen:
- Aangeefsters pleegvader [betrokkene 3] heeft als volgt verklaard:
Aangeefster was verslaafd aan cocaïne en gebruikte methadon. Aangeefster heeft hem verteld dat verdachte bij haar met mannen aan de deur kwam. Zij moest van hem seks hebben met die mannen voor geld. Daarmee moest ze verdachte afbetalen voor cocaïne. Ze was bang voor verdachte. Verdachte begon hem te bedreigen via smsjes. Aangeefster vertelde dat ze gebruikt had en moest betalen aan dealers. Als ze dat niet zou doen zou verdachte haar in elkaar slaan. In de zomer van 2012 zei verdachte tegen [betrokkene 3] “als jij niet betaalt kom ik het wel ophalen. Ik weet je te wonen”. Verdachte zei dat als [betrokkene 3] niet betaalde aangeefster eraan ging. Aangeefster had een keer een blauw oog en dat had verdachte gedaan. Ook heeft hij blauwe plekken bij haar gezien. Aangeefster vertelde dat zij geld aan verdachte gaf. De bedragen die zij in november 2011 aan verdachte gaf weet hij zeker want verdachte belde hem daarvoor. Van aangeefster heeft hij gehoord dat verdachte haar ophaalde om als prostituee op de baan te gaan werken in Nijmegen en dat verdachte mannen mee nam naar aangeefster zodat aangeefster zich daar ook moest prostitueren.
- [getuige 3], buurvrouw van aangeefster, heeft als volgt verklaard:
Ze wist dat aangeefster gestalkt werd. Ergens in 2011 of 2012 stond aangeefster ineens voor haar deur. Ze liet [getuige 3] een sms lezen van een man waar in stond dat hij naar haar toe kwam. Aangeefster was ontzettend bang van hem. Toen er werd gebeld en op de ramen gebonsd kroop aangeefster achter de bank. Aangeefster zei dat hij in een klein rood autootje reed. [getuige 3] had nog nooit iemand zo bang en in paniek gezien. Toen de man weg was zei aangeefster dat ze hem uit Nijmegen kende en dat hij degene was voor wie ze heeft moeten werken in de prostitutie. [getuige 3] heeft bij aangeefster blauwe plekken op haar bovenarmen en gezicht en een blauw oog gezien.
- [getuige 4] heeft als volgt verklaard:
Vanaf 2007 is zij casemanager van aangeefster bij Iriszorg. Aangeefster had haar verteld dat een Turk genaamd [verdachte] bij haar aan de deur bleef komen en rond het huis zwerven. Uiteindelijk liet ze hem dan binnen en gebruikten ze samen cocaïne. Voor de betaling daarvan moest ze bijvoorbeeld 750 euro betalen. Dan moest aangeefster zorgen dat haar pleegvader [betrokkene 3] dat geld op haar rekening stortte zodat ze kon pinnen. Ze heeft een blauw oog gezien bij aangeefster. Aangeefster vertelde haar dat [verdachte] dat had gedaan omdat zij geen geld had of geen geld kreeg. Als ze geen geld gaf sloeg [verdachte] aangeefster in elkaar.
- [getuige 5] heeft als volgt verklaard:
Zij is verslavingsarts bij Iriszorg en aangeefster is haar patiënt. Zij heeft bij aangeefster wel eens een blauw oog gezien. Aangeefster had haar verteld dat ze verkracht, gestalkt, lastiggevallen en bedreigd is door een man. Ze liet hem binnen omdat anders de buren er last van hadden.
- Een formulier medische informatie over aangeefster, datum onderzoek 31 oktober 2011, waargenomen letsel blauw oog rechts ter hoogte van jukbeen.
- [klant] heeft als volgt verklaard:
Verdachte had ruzie met [slachtoffer 1] en heeft toen voor [klant] een andere dame geregeld. [klant] is twee keer met verdachte bij aangeefster geweest en heeft toen seks met haar gehad tegen betaling. Verdachte was een soort bemiddelaar en reed [klant] naar aangeefster toe. Op 21 oktober 2012 had [klant] met verdachte afgesproken naar aangeefster te gaan voor seks. [klant] zou hiervoor 60 á 70 euro aan verdachte betalen.[klant] heeft aangeefster een keer zijn telefoonnummer gegeven. Aangeefster had dat tegen verdachte gezegd. Verdachte belde [klant] toen op en zei dat hij niet meer achter verdachtes rug contact op mocht nemen met aangeefster.
Uit bovenstaande bewijsmiddelen blijkt dat ook bij dit feit dat aangeefsters verklaringen worden ondersteund door zowel verklaringen en eigen waarnemingen van getuigen binnen de familiekring van verdachte ([betrokkene 3]) als verklaringen en waarnemingen van onafhankelijke getuigen.De rechtbank acht dan ook de verklaringen van aangeefster geloofwaardig.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit bovenstaande bewijsmiddelen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, waarbij de rechtbank ten aanzien van de periode uitgaat van de eerste verklaring van aangeefster op 16 november 2011, waarin zij verklaart dat zij sinds juni 2011 door verdachte wordt gestalkt. De rechtbank acht het eerste feit dan ook wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2011tot en met 31 augustus 2012 in de gemeenten Nijmegen en Gennep
een ander, genaamd [slachtoffer 2],
(lid 1, onder 1)
telkens door door dwang geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden en door afpersing, en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft en vervoerd
en met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2],
(lid 1, onder 4°)
telkens met de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden, door afpersing, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie, die [slachtoffer 1], heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling),
(lid 1, onder 6)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de prostitutie) van die [slachtoffer 2],
(lid 1, onder 9)
telkens een ander, genaamd [slachtoffer 2], door dwang geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden, door afpersing door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie die [slachtoffer 2], heeft gedwongen dan wel bewogen, verdachte te bevoordelen
uit de opbrengst van haar seksuele handeling(en) met of voor een derde,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- terwijl die [slachtoffer 2] drugs en alcoholverslaafd was en haar ouders drugsverslaafd waren en die [slachtoffer 2] in het verleden is misbruikt en die [slachtoffer 2] een prostitutieverleden heeft
- een (gebruikers)relatie aangegaan met die [slachtoffer 2] en
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij schulden had bij de dealers speciaal voor die [slachtoffer 2] en tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij schulden had voor drugs en dat hij dingen had gekocht op de pof en dat de dealers haar anders zouden pakken en
- de pleegvader van die [slachtoffer 2] bedreigd en bewogen om aan hem, verdachte, geld af te geven of over te maken en dat hij, verdachte, anders die [slachtoffer 2] zou vasthouden en wat aan zou doen
en
- die [slachtoffer 2] meerdere malen mishandeld en
- die [slachtoffer 2] naar de tippelzone gebracht en
- klanten voor die [slachtoffer 2] geregeld en klanten meegenomen naar de woning van die [slachtoffer 2] om tegen betaling seks te hebben met die [slachtoffer 2] en
- achter een klant en die [slachtoffer 2] aangereden (opdat ze er niet vandoor
ging) en toen die [slachtoffer 2] een keer de auto was uitgevlucht/gerend die [slachtoffer 2] achterna gekomen en die [slachtoffer 2] (vervolgens) aan de haren teruggetrokken en
- rondjes gereden over De Baan (tippelzone) terwijl ze aan het werk was, althans die [slachtoffer 2] voortdurend "gecontroleerd" en in de gaten gehouden en
- die [slachtoffer 2] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geld aan hem af te geven en
- de klanten bewogen dat ze (vooraf) aan hem, verdachte, geld betaalden voor de seks met die [slachtoffer 2] en
- die [slachtoffer 2] drugs gegeven en
- meermalen, seks met die [slachtoffer 2] gehad en
- die [slachtoffer 2] gestalkt en [slachtoffer 2] en misbruik heeft gemaakt van het uit
feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over die [slachtoffer 2]
had en
- door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 2] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft
kunnen bieden;
Ten aanzien van het onder 4 en 5 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 17 oktober 2007 tot en met 1 augustus 2012 genoot verdachte in Nijmegen een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand. Op de maandelijkse statusformulieren, die hij zelf altijd invulde en ondertekende, heeft verdachte in genoemde periode nooit aangegeven dat hij inkomsten had of werk verrichtte.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht aan de hand van haar schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak. Volgens de verdediging bevat het dossier onvoldoende bewijs dat verdachte inkomsten heeft genoten uit prostitutie door aangeefsters of uit taxi rijden.
Beoordeling door de rechtbank
Nu onder feit 1 en 2 bewezen is verklaard dat verdachte voordeel heeft getrokken uit de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] en Van Seelant acht de rechtbank beide feiten wettig en overtuigend bewezen.
Voorts heeft verdachte verklaard dat hij zwart taxi heeft gereden voor bekenden en onbekenden, in weekends en daarmee geld heeft verdiend.Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat het taxi rijden niet was gelukt omdat hij direct door de politie werd aangehouden. De rechtbank heeft echter geen reden om te twijfelen aan de geloofwaardigheid van de eerste, bekennende, verklaring van verdachte. Ook dit onderdeel van de tenlastelegging acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen. Nu de inkomsten van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een aanvang namen in januari 2010, zal de rechtbank dit als uitgangspunt nemen bij de bewezenverklaring van dit feit.
De rechtbank acht dus feit 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 augustus 2012,
meermalen, telkens een geschrift, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- telkens een statusformulier van de gemeente Nijmegen ten behoeve van een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand (WWB),
waarop opgave moest worden gedaan van (onder meer) wijzigingen in zijn,
verdachtes, inkomsten uit arbeid en/of andere inkomsten en/of andere feiten en
omstandigheden die van invloed zijn op de verlenging van de uitkering en/of de
voortzetting van de verleende uitkering en/of de hoogte van de uitkering -
telkens valselijk heeft opgemaakt
immers heeft verdachte telkens valselijk op voornoemde formulieren niet ingevuld en/of vermeld dat hij, verdachte,
- in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2012, inkomsten heeft
genoten uit prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] en meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 1] en deze inkomsten en
geldbedragen niet heeft aangegeven op het aanvraagformulier WWB-uitkering
en
- in de periode van juni 2011 tot en met 1 augustus 2012, inkomsten heeft
genoten uit
(prostitutie
)werkzaamheden van [slachtoffer 2] en meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 2] en deze inkomsten en
geldbedragen niet heeft aangegeven op het aanvraagformulier WWB-uitkering
en telkens dat statusformulier WWB-uitkering ondertekend, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken;
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 augustus 2012,
in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand (WWB), telkens opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf
of een ander, terwijl verdachte redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkeringingevolge de Wet Werk en Bijstand, dan wel voor de hoogte of de duur van dieverstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij, verdachte, telkens
opzettelijk in strijd met eerder genoemde verplichting verzwegen dat hij,
verdachte,
- in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2012, inkomsten heeft
genoten uit
(prostitutie
)werkzaamheden van [slachtoffer 1] en meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 1] en
- in de periode van 1 juni 2011 tot en met 1 augustus 2012, inkomsten heeft
genoten uit prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 2] en meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 2] en
- " zwart" taxi heeft gereden;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.