ECLI:NL:RBGEL:2014:2187

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
31 maart 2014
Publicatiedatum
1 april 2014
Zaaknummer
05/861632-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en steunfraude met slachtoffers in de prostitutie

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 31 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en steunfraude. De verdachte had een relatie met twee vrouwen, aangeduid als [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], die beiden in de prostitutie werkten en verslaafd waren aan drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de vrouwen onder druk zette om hun verdiensten aan hem af te geven, hen mishandelde en hen dwong om te blijven werken, zelfs tijdens hun zwangerschap. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als geloofwaardig beoordeeld, en de verdachte werd schuldig bevonden aan mensenhandel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een derde tenlastegelegde feit, maar veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van drie jaar. Daarnaast werd de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers, die ook als benadeelde partijen in het proces waren betrokken. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de immateriële schadevergoeding en de wettelijke rente werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt de ernst van mensenhandel en de impact op de slachtoffers, evenals de noodzaak van een passende straf voor dergelijke delicten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/861632-13
Data zittingen : 20 januari 2014, 17 maart 2014
Datum uitspraak : 31 maart 2014
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Turkije)
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
raadsman : mr. J.B. Nijenhuis, advocaat te Velp.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 13 juni 2013 in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland,
een ander, genaamd [slachtoffer 1],
(lid 1, onder 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing, fraude en/of door misleiding dan
wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd
en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van
uitbuiting van die [slachtoffer 1],
en/of
(lid 1, onder 4°)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde
middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere)
feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie, die [slachtoffer 1], heeft gedwongen en/of bewogen zich
beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
(bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan
wel onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten door
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing,
misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie enige
handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs
moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar
zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de
prostitutie) van die [slachtoffer 1],
en/of
(lid 1, onder 9)
(telkens) een ander, genaamd [slachtoffer 1], door dwang en/of
geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met
geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude
en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie die
[slachtoffer 1], heeft gedwongen dan wel bewogen, verdachte te
bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handeling(en) met of voor een
derde,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- ( terwijl die [slachtoffer 1] verslaafd was aan drugs en/of alcohol en/of een
eetprobleem had en/of bordeline had en/of niet meer thuis woonde en/of op
straat zwierf en/of geen uitkering had)
- die [slachtoffer 1] leren kennen op de tippelzone in Nijmegen en/of
- een (liefdes)relatie aangegaan met die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] bedreigd met o.a. de woorden "je brengt maar geld, anders
krijg je klappen" en/of die [slachtoffer 1] een mes op de keel gezet en/of tegen die
[slachtoffer 1] gezegd dat hij haar kapot zou maken en dat zij haar kind niet meer
te zien zou krijgen en/of
- die [slachtoffer 1] meerdere malen mishandeld (door op het achterhoofd te slaan)
en/of
- die [slachtoffer 1] met de auto naar de tippelzone gebracht en/of opgehaald en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] een klant had) in de buurt en/of de nabijheid van die
[slachtoffer 1] gebleven en/of de hele avond in de nabijheid van de tippelzone De
Baan gebleven en/of die [slachtoffer 1] voortdurend "gecontroleerd" terwijl ze aan
het werk was en/of
- die [slachtoffer 1] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende
geld aan hem af te geven en/of
- die [slachtoffer 1] drugs (cocaine) gegeven en/of
- klanten voor die [slachtoffer 1] geregeld en/of (vervolgens) die klanten bewogen om
eerst aan hem te betalen alvorens ze met die [slachtoffer 1] mochten "beginnen"
en/of
- die [slachtoffer 1] bewogen/gedwongen om elke dag te werken en/of lange werkdagen te
maken en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen om door te werken terwijl ze zwanger was en/of
ongesteld was en/of
- die [slachtoffer 1] gestalkt en/of die [slachtoffer 1] (liefdes)sms-berichten gestuurd en/of
- aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of
feitelijke omgang met die [slachtoffer 1] een situatie gecreeerd en/of in stand
gehouden, waarin verdachte door de feitelijke omstandigheden een overwicht
verkreeg over die [slachtoffer 1] en/of misbruik heeft gemaakt van het uit
feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over die
[slachtoffer 1] had en/of
- door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 1] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft
kunnen bieden;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006
tot en met 31 augustus 2012 in de gemeente(n) Nijmegen en/of Gennep en/of
elders in Nederland,
een ander, genaamd [slachtoffer 2],
(lid 1, onder 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing, fraude en/of door misleiding dan
wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd
en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van
uitbuiting van die [slachtoffer 2],
en/of
(lid 1, onder 4°)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde
middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere)
feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie, die [slachtoffer 2], heeft gedwongen en/of bewogen zich
beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
(bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan
wel onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten door
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing,
misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie enige
handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs
moest vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou
stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de
prostitutie) van die [slachtoffer 2],
en/of
(lid 1, onder 9)
(telkens) een ander, genaamd [slachtoffer 2], door dwang en/of geweld
en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld
en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude en/of
door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie die
[slachtoffer 2], heeft gedwongen dan wel bewogen, verdachte te bevoordelen
uit de opbrengst van haar seksuele handeling(en) met of voor een derde,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- ( terwijl die [slachtoffer 2] drugs en/of alcoholverslaafd was en/of haar ouders
drugsverslaafd waren en/of die [slachtoffer 2] in het verleden is misbruikt
en/of die [slachtoffer 2] een prostitutieverleden heeft)
- een (gebruikers)relatie aangegaan met die [slachtoffer 2] en/of
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij schulden had bij de dealers speciaal
voor die [slachtoffer 2] en/of tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij schulden
had voor drugs en/of dat hij dingen had gekocht op de pof en/of dat die [slachtoffer 2]
medeverantwoordelijk was omdat ze had meegerookt en/of dat de
dealers haar anders zouden pakken en/of
- die [slachtoffer 2] bedreigd met een mes en/of een schaar en/of
- de pleegvader van die [slachtoffer 2] bedreigd en/of gechanteerd en/of bewogen
om aan hem, verdachte, geld af te geven of over te maken en/of dat hij,
verdachte, anders die [slachtoffer 2] zou vasthouden en/of wat aan zou doen
en/of
- die [slachtoffer 2] meerdere malen mishandeld en/of
- die [slachtoffer 2] naar de tippelzone gebracht en/of
- klanten voor die [slachtoffer 2] geregeld en/of klanten meegenomen naar de
woning van die [slachtoffer 2] om tegen betaling seks te hebben met die [slachtoffer 2]
en/of
- achter een klant en die [slachtoffer 2] aangereden (opdat ze er niet vandoor
ging) en/of (toen die [slachtoffer 2] een keer de auto was uitgevlucht/gerend)
die [slachtoffer 2] achterna gekomen en/of die [slachtoffer 2] (vervolgens) aan de
haren teruggetrokken en/of
- rondjes gereden over De Baan (tippelzone) terwijl ze aan het werk was,
althans die [slachtoffer 2] voortdurend "gecontroleerd" en/of in de gaten
gehouden en/of
- die [slachtoffer 2] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden
verdiende geld aan hem af te geven en/of
- de klanten bewogen dat ze (vooraf) aan hem, verdachte, geld betaalden voor
de seks met die [slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] drugs gegeven en/of
- meermalen, tegen de wil/gedwongen seks met die [slachtoffer 2] gehad en/of
- die [slachtoffer 2] gestalkt en/of
- aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of
feitelijke omgang met die [slachtoffer 2] een situatie gecreeerd en/of in stand
gehouden, waarin verdachte door de feitelijke omstandigheden een overwicht
verkreeg over die [slachtoffer 2] en/of misbruik heeft gemaakt van het uit
feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over die [slachtoffer 2]
had en/of
- door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 2] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft
kunnen bieden;
3.
hij op of omstreeks 22 oktober 2012 te Ottersum in de gemeente Gennep tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van
(een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte en/of
zijn mededader zijn/hun penis(sen) gebracht/geduwd in de mond en/of de vagina
en/of de anus van die [slachtoffer 2] en bestaande dat geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte en/of zijn
mededader
- ( terwijl de voordeur van haar woning openstond) ongevraagd de woning van die
[slachtoffer 2] is/zijn binnenlopen en/of direct is/zijn doorgelopen naar de
slaapkamer en/of
- ( nadat die [slachtoffer 2] ook naar de slaapkamer was gelopen) tegen die [slachtoffer 2]
heeft/hebben gezegd "leg iets op bed" en/of heeft/hebben, verdachte
zijn/hun, broek en/of onderbroek omlaag/naar beneden gedaan en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 2] ook haar joggingbroek en onderbroek uit had gedaan
en/of op de rand van het bed zat) voor en/of tegen die [slachtoffer 2] is aan
gaan staan en/of
- zijn penis heeft geduwd/gebracht in de mond van die [slachtoffer 2] (zgn.
pijpen) en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd "omdraaien" (met de knieen
op het bed) en/of
- ( vervolgens) zijn penis heeft geduwd/gebracht in de vagina van die [slachtoffer 2]
en/of
- zijn penis (keihard) heeft geduwd/gebracht in de anus van die [slachtoffer 2]
en/of (aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft/hebben
doen ontstaan en/of voor die [slachtoffer 2] een zodanige psychische druk
heeft/hebben doen opleveren dat zij, [slachtoffer 2], daaraan geen weerstand
kon bieden;
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 oktober 2007
tot en met 1 augustus 2012,
in de gemeente Nijmegen, en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een geschrift, (elk) zijnde een
geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- ( telkens) een aanvraagformulier/statusformulier van de gemeente Nijmegen ten
behoeve van een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand (WWB),
waarop opgave moest worden gedaan van (onder meer) wijzigingen in zijn,
verdachtes, inkomsten uit arbeid en/of andere inkomsten en/of andere feiten en
omstandigheden die van invloed zijn op de verlenging van de uitkering en/of de
voortzetting van de verleende uitkering en/of de hoogte van de uitkering -
(telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft verdachte (telkens) valselijk op een of meer van voornoemde
formulier(en) niet ingevuld en/of vermeld dat hij, verdachte,
- in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 augustus 2012, inkomsten heeft
genoten uit (prostitutie)werkzaamheden van [slachtoffer 1] en/of meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 1] en/of deze inkomsten en/of
geldbedragen niet heeft aangegeven op het aanvraagformulier WWB-uitkering
en/of
- in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 1 augustus 2012, inkomsten heeft
genoten uit (prostitutie)werkzaamheden van [slachtoffer 2] en/of meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 2] en/of deze inkomsten en/of
geldbedragen niet heeft aangegeven op het aanvraagformulier WWB-uitkering
en/of (telkens) dat aanvraagformulier/statusformulier WWB-uitkering
ondertekend, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt
en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
5.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 oktober
2007 tot en met 1 augustus 2012,
in de gemeente Nijmegen, en/of elders in Nederland,
in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde
verplichting, te weten artikel 17 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand (WWB),
(telkens) opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te
verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf
of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden
dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens
anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering
ingevolge de Wet Werk en Bijstand, dan wel voor de hoogte of de duur van die
verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij, verdachte, (telkens)
opzettelijk in strijd met eerder genoemde verplichting verzwegen dat hij,
verdachte,
- in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 augustus 2012, inkomsten heeft
genoten uit (prostitutie)werkzaamheden van [slachtoffer 1] en/of meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 1] en/of
- in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 1 augustus 2012, inkomsten heeft
genoten uit (prostitutie)werkzaamheden van [slachtoffer 2] en/of meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 2] en/of
- " zwart" taxi heeft gereden.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 17 maart 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.B. Nijenhuis, advocaat te Velp.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2].
De officier van justitie, mr. G.L.M. Verstegen, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit feit vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 1 januari 2010 tot en met 13 juni 2010 heeft verdachte een relatie gehad met aangeefster [slachtoffer 1] (verder: [slachtoffer 1]). [slachtoffer 1] werkte in die periode als prostituee op de tippelzone in Nijmegen en was verslaafd aan cocaïne. [2] Verdachte reed [slachtoffer 1] naar de tippelzone. [3] Als ze daar werkte bleef hij in de buurt. [slachtoffer 1] heeft geld dat zij met prostitutiewerkzaamheden verdiende aan verdachte gegeven. Verdachte gaf [slachtoffer 1] cocaïne. [4]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht aan de hand van haar schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak. Volgens de verdediging bevat het dossier onvoldoende bewijs dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft het volgende verklaard:
- Zij heeft verdachte leren kennen op de tippelzone in Nijmegen. Zij was toen verslaafd aan cocaïne. [5]
- Ze is verslaafd geraakt toen ze 16 was. Ze woonde toen niet meer thuis en zwierf op straat. [6]
- Na ongeveer een maand kreeg zij met verdachte een relatie. [7]
- Al het geld dat zijn van haar klanten kreeg bracht zij naar verdachte. [8]
- Verdachte eiste geld van haar. Hij zei “je brengt maar geld anders krijg je klappen”. [9]
- Als zij niet wilde werken gaf verdachte haar klappen. Hij sloeg haar dan altijd op het achterhoofd. [10]
- Zij elke dag moest werken. Van maandag tot en met zondag van acht uur ‘s avonds tot meestal een uur, half twee ’s nachts. [11]
- Als ze ongesteld was moest ze werken van verdachte. [12]
- Als ze het geld van de klant niet aan verdachte gaf kreeg ze weer klappen op het achterhoofd. Ze moest alles aan verdachte geven. Als ze ‘s avonds niet genoeg geld naar hem bracht begon hij gelijk te slaan. [13]
- Verdachte bracht haar naar de baan en haalde haar weer op. Hij kwam in het begin wel eens op de baan. Later bleef hij achter de muur van de baan en bij het hek. [14]
- Met het geld dat ze aan verdachte gaf haalde hij een of twee bolletjes cocaïne voor haar. De rest stak hij in zijn zak. [15]
- Verdachte regelde soms zelf een klant voor haar. Die klanten moesten eerst aan verdachte betalen voordat ze met haar mochten beginnen. Het geld hield hij zelf. [16]
- Verdachte dwong haar te werken tijdens haar zwangerschap. [17] Zij was al langer dan 6 maanden zwanger toen zij daarmee stopte. [18]
- Zij verdoofde zich met alcohol en drugs om haar werk als prostituee te kunnen doen. [19]
- Verdachte zei dat hij haar kapot zou maken en dat zij haar kind niet meer te zien zou krijgen als zij niet wilde tippelen. [20]
De verklaringen van aangeefster worden ondersteund door de volgende bewijsmiddelen:
- Aangeefsters zus [betrokkene 1] heeft als volgt verklaard:
Aangeefster heeft een drugsprobleem, alcoholprobleem en eetprobleem. Aangeefster heeft haar verteld dat verdachte haar verdiensten afnam. Verdachte had een auto van zijn broer en loste het geld af met de verdiensten van aangeefster. Ook reparaties en velgen moest aangeefster betalen. Verdachte sloeg aangeefster. Aangeefster had vochtblazen op haar hoofd en blauwe plekken op de armen. Verdachte houdt aangeefster 24 uur per dag in de gaten. [21] Aangeefster had haar verteld dat zij door verdachte op haar kop wordt geslagen. Hij slaat haar tegen haar achterhoofd als ze te weinig verdient. [22]
- Aangeefsters moeder [betrokkene 2] heeft als volgt verklaard:
Aangeefster heeft borderline. Ze was in de prostitutie gegaan omdat ze verslaafd was en drugs nodig had. Verdachte sloeg aangeefster als ze niet genoeg klanten had in de prostitutie. Ze weet van aangeefster dat verdachte aangeefsters geld van de prostitutie afpakte en haar sloeg. Als aangeefster op de tippelzone werkt gaat verdachte bij de friettent op het Joris Ivensplein zitten. Aangeefster moest toen zij 7,5 maand zwanger was nog tippelen van verdachte. Aangeefster vertelde haar dat verdachte haar meestal op haar hoofd sloeg zodat je dan niets zag. Zij voelde dan ook wel bulten op haar hoofd. Aangeefster heeft haar verteld dat ze bang was voor verdachte, dat verdachte haar stalkte, dat verdachte altijd drugs bij zich had waarvan hij een beetje aan aangeefster gaf. Aangeefster moest dan haar geld afgeven. [23]
- [getuige 1], toezichthouder bij de tippelzone heeft als volgt verklaard:
Verdachte is de uitbuiter van aangeefster. Hij was haar chauffeur en ving veel geld van haar, zo heeft aangeefster hem verteld. Het zou gaan om ongeveer 200 euro per dag. De relatie van verdachte en aangeefster ontwikkelde zich naar uitbuiting. Getuige hoorde haar door de telefoon zeggen “ja ik kom zo met geld”. Ze klaagde tegen de getuige dat ze verdachte steeds meer geld moest geven. Verdachte moest steeds geld hebben voor de reparatie van zijn auto. De getuige heeft verdachte een keer tegen aangeefster horen zeggen dat hij geld moest hebben voor een dergelijke reparatie [24] .
- Voormelde getuige [getuige 1] hield logstaten bij over wat er op de tippelzone gebeurde. In die logstaten staat onder meer het volgende:
(datum 28 januari 2010):
“01.02 [slachtoffer 1] klopt op de deur en ziet er gehavend uit. Haar uitbuiter heeft haar hard op het hoofd geslagen en aan haar haren getrokken, bulten op haar hoofd en loshangende pluk haar duidelijk waarneembaar, naast totaal ontredderde toestand. Zij vertelde dat ze terug aan het werk was gestuurd en uit de rijdende auto was geduwd, beschadigingen aan haar laarzen duidelijk waarneembaar. Ook vertelde zij dat ze in paniek 112 had gebeld.
1.16
Politie kwam langs omdat zij een oproep hadden ontvangen van [slachtoffer 1] in paniek”. [25]
(datum 8 juli 2010)
“23.11 [verdachte] komt op de baan om [slachtoffer 1] haar paspoort terug te geven, dat hij van haar had afgenomen. Zij moest hem echter wel eerst geld geven”. [26]
(datum 19 november 2011)
“21.24 [slachtoffer 1] komt bij mij en vertelt dat [verdachte] haar net gebeld heeft met de mededeling dat hij haar wel met rust wil laten als ze hem maar geld geeft” [27]
(datum 25 november 2011)
“23.10 Politieman [verbalisant 1] en collega komen op de baan en gaan even in gesprek met [slachtoffer 1] die de situatie uitlegt waarin zij verkeert nl het feit dat zij thuis, op haar werk en telefonisch wordt lastig gevallen door [verdachte] omdat hij geld van haar eist”. [28]
(datum 29 november 2011)
21.03
[verdachte] komt de baan opgereden in zijn rode VW [kenteken] en stopt waar [slachtoffer 1] staat en begint haar uit te schelden. [slachtoffer 1] schreeuwt terug dat ze niets meer met hem te maken wil hebben en draait zich om en loopt weg. Ik loop naar [verdachte] toe en zeg tegen hem dat ik hem niet meer op de baan wil zien en dat hij dus moet weggaan, onder gescheld rijdt hij weg. (…)”. [29]
Over het voorval van 19 november 2011 heeft getuige [getuige 1] voorts verklaard dat aangeefster hem heeft verteld dat ze haar paspoort tegen betaling terug kon krijgen van verdachte en dat hij zelf heeft gezien dat aangeefster papier dat leek op bankbiljetten aan verdachte gaf waarna verdachte haar een paspoort gaf [30] .
- [klant], klant van aangeefster, heeft als volgt verklaard:
Verdachte heeft aangeefster een paar keer bij hem thuis gebracht. Na een ruzie heeft verdachte hem gezegd dat hij geen contact meer met aangeefster mocht zoeken. Verdachte was zeer handtastelijk tegen aangeefster als ze ruzies hadden. Hij schudde haar door elkaar. Buiten verdachte om is hij twee keer met aangeefster naar bed gegaan. Daar kwam verdachte achter en hij zei dat getuige dat niet mocht doen. [31]
- [getuige 2] heeft als volgt verklaard:
Verdachte kwam met de vraag of hij een kamertje had voor aangeefster. Ze had niet veel geld en kon hem 50 euro aan het eind van de week geven. Hij heeft aangeefster diverse malen gevraagd om de huur te betalen, aangeefster zei dan dat ze wel wilde betalen maar niet kon betalen omdat verdachte haar geld had. Verdachte gaf aangeefster soms ’s avonds geen drugs meer en dan bewaarde hij een bolletje coke. Als aangeefster ’s ochtends nuchter was en niet wilde gaf hij haar dat bolletje en was ze “helemaal te hebben”. Verdachte reed in een Volkswagen die door aangeefsters geld was bekostigd. Verdachte moest voor die auto 300 euro per maand aflossen bij zijn broer. Hij vroeg dan aan aangeefster 300 euro per dag om het af te lossen. Als aangeefster een klant had gehad zag getuige dat ze naar de auto van verdachte liep en het geld aan verdachte gaf. Aangeefster gebruikte op de baan en verdachte reed om dat spul te halen. Ze gebruikte minder dan ze verdiende maar had geen cent op zak. Verdachte ging altijd de drugs halen met het geld van aangeefster. [32]
- Aangeefster was onder behandeling bij Iriszorg. In door Iriszorg vastgelegde documentatie is onder meer het volgende te lezen:
26-10-2011: (…) [verdachte] blijkt haar te bedreigen, geld te willen. [slachtoffer 1] is meerdere malen bij de keel gegrepen, de striemen heeft Aafje gezien. (…)
12-11-2011: [slachtoffer 1] gaat aangifte doen van bedreiging richting [verdachte]. Hij blijft haar lastigvallen thuis. (…)
14-11-2011: vanochtend was [verdachte] aan de deur die [slachtoffer 1] begon te bedreigen. [slachtoffer 1] heeft 112 gebeld en de politie is langs geweest. [33]
16-11-2011: [slachtoffer 1] was laat op de baan voor haar doen, [verdachte] was als een dolle tekeer gegaan bij haar woning. Vanavond is hij verschillende malen op de baan gesignaleerd door toezicht. (…)
20-11-2011: heeft last van [verdachte] die haar continu lastig valt tijdens het werk. (…)
30-12-2011: [verdachte] had haar en haar zus achterna gereden toen ze hiernaartoe kwamen gereden. [34]
- Een proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3], met onder meer de volgende inhoud:
Aangeefster vertelde op 25 februari 2010 aan verbalisanten dat ze door verdachte wordt mishandeld en bedreigd. Dat ze al haar geld moet afstaan dat zij verdient met prostitutie.
Verbalisanten probeerden een gesprek met verdachte te voeren. Zij hoorden dat hij moeilijk bleef doen om geld dat hij nog van aangeefster zou krijgen. Zij zagen en hoorden dat hij agressief en erg grof deed als hij over aangeefster sprak. Zij hoorden dat verdachte steeds indirecte bedreigingen uitsprak die gericht waren tegen aangeefster. Zij hoorden hem zeggen dat hij haar zou gaan opzoeken vanavond om het geld te halen, te weten 100 euro, en anders zou hij het wel op een andere manier regelen. Omdat verbalisanten geen goed gevoel bij de situatie hadden zijn ze naar Leuvensbroek gereden. Binnen vijf minuten kwam verdachte de straat ingereden. [35]
Uit bovenstaande bewijsmiddelen blijkt dat aangeefsters verklaringen worden ondersteund door zowel verklaringen en eigen waarnemingen van getuigen binnen de familiekring van verdachte als verklaringen en waarnemingen van onafhankelijke getuigen en verbalisanten.
Gelet op deze bewijsmiddelen acht de rechtbank de verklaringen van aangeefster geloofwaardig.
Verdachte heeft ter terechtzitting het volgende verklaard met betrekking tot het geld dat hij kreeg van aangeefster:
Ze verdiende soms 800 a 900 euro per dag en dat ging allemaal op aan drugs. Ik kreeg van haar alleen geld om drugs te halen, dat was honderden euro’s. Haar drugsgebruik ging de hele nacht door, om de twee uur ging ze voor 100 euro drugs halen, de hele dag door. Ze probeerde wat over te hebben maar dat lukte niet. Gemiddeld per dag had ze 300 tot 500 euro en dat gaf ze allemaal uit aan drugs. Het klopt dat ik heb verklaard dat ik 35.000 euro aan haar heb besteed. Ook van dat geld zijn drugs gekocht. Ik moest van haar het geld bij me houden dat zij verdiende. Ze was bang dat ze haar anders zouden beroven. Dat geld gaf ik aan haar als ze daar om vroeg. [slachtoffer 1] zei tegen mij ‘dit geld is voor jou’, maar de volgende dag pakte ze het weer terug. [36]
De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig, gelet op de enorme hoeveelheden drugs die aangeefster in dat geval iedere nacht zou hebben gebruikt. Gelet op de bedragen die zowel aangeefster als verdachte aangeven dat aangeefster heeft verdiend, zou dit betekenen dat aangeefster derhalve over ruim voldoende contant geld zou beschikken, als zij daadwerkelijk haar geld steeds terug zou pakken van verdachte. Echter, uit de verklaring van [getuige 2] blijkt dat zij geen geld had om de huur te betalen en ook verdachte geeft aan dat [slachtoffer 1] geen geld had voor beltegoed.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit bovenstaande bewijsmiddelen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, zij het dat uit het dossier niet is af te leiden dat het feit zich ook nog na 1 januari 2012 heeft afgespeeld. Aangeefster heeft namelijk in april 2012 verklaard dat zij toen vier tot vijf maanden uit elkaar waren en zij tot ze uit elkaar waren geld aan hem verdachte had gegeven. De rechtbank acht het eerste feit dan ook wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2012 in de gemeente Nijmegen,
een ander, genaamd [slachtoffer 1],
(lid 1, onder 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden en door afpersing, en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft en vervoerd
en en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1],
en/of
(lid 1, onder 4°)
telkens met de onder 1° van dit artikel genoemde iddelen, te weten door dwang en geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden, door afpersing, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie, die [slachtoffer 1], heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling),
en/of
(lid 1, onder 6)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de prostitutie) van die [slachtoffer 1],
en/of
(lid 1, onder 9)
telkens een ander, genaamd [slachtoffer 1], door dwang geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden, door afpersing door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie die [slachtoffer 1], heeft gedwongen dan wel bewogen, verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handeling
(en
)met of voor een
derde,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- ( terwijl die [slachtoffer 1] verslaafd was aan drugs en alcohol en een
eetprobleem had en borderline had en niet meer thuis woonde en op
straat zwierf en geen uitkering had)
- die [slachtoffer 1] leren kennen op de tippelzone in Nijmegen en
- een (liefdes)relatie aangegaan met die [slachtoffer 1] en
- die [slachtoffer 1] bedreigd met o.a. de woorden "je brengt maar geld, anders
krijg je klappen" en tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij haar kapot zou maken en dat zij haar kind niet meer te zien zou krijgen en
- die [slachtoffer 1] meerdere malen mishandeld (door op het achterhoofd te slaan)
en
- die [slachtoffer 1] met de auto naar de tippelzone gebracht en opgehaald en
- ( terwijl die [slachtoffer 1] een klant had) in de buurt en de nabijheid van die [slachtoffer 1] gebleven en de hele avond in de nabijheid van de tippelzone De Baan gebleven en die [slachtoffer 1] voortdurend "gecontroleerd" terwijl ze aan het werk was en
- die [slachtoffer 1] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende
geld aan hem af te geven en
- die [slachtoffer 1] drugs (cocaïne) gegeven en
- klanten voor die [slachtoffer 1] geregeld en (vervolgens) die klanten bewogen om
eerst aan hem te betalen alvorens ze met die [slachtoffer 1] mochten "beginnen"
en
- die [slachtoffer 1] bewogen om elke dag te werken en lange werkdagen te maken en
- die [slachtoffer 1] gedwongen om door te werken terwijl ze zwanger was of ongesteld was en
- die [slachtoffer 1]
- aldus in de communicatieve en feitelijke omgang met die [slachtoffer 1] een situatie gecreëerd en in stand
gehouden, waarin verdachte door de feitelijke omstandigheden een overwicht verkreeg over die [slachtoffer 1] en misbruik heeft gemaakt van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over die [slachtoffer 1] had en
- door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 1] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft kunnen bieden;
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van juni 2011 tot en met 31 augustus 2012 heeft verdachte een (gebruikers)relatie gehad met aangeefster [slachtoffer 2]. Verdachte had meerdere malen seks met [slachtoffer 2]. Aangeefster was verslaafd aan drugs en verdachte kocht drugs voor aangeefster. Aangeefster werkte in genoemde periode als prostituee en verdachte bracht haar wel eens naar de baan. [37]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht aan de hand van haar schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak. Volgens de verdediging bevat het dossier onvoldoende bewijs dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster heeft als volgt verklaard:
- Sinds juni 2011 wordt zij gestalkt door verdachte. [38]
- Zij is verslaafd geweest aan drugs en gebruikte alcohol. [39]
- Zij moest in haar jeugd gedwongen voor haar stiefvader in de prostitutie werken. [40]
- Verdachte nam iedere keer als hij haar bezocht drugs zoals cocaïne en base meehoewel zij clean wilde blijven. [41]
- Verdachte was aanvankelijk aardig. Hij nam drugs voor haar mee en wilde daar seks voor hebben. Op een gegeven moment wilde hij daar geld voor hebben. [42]
- Verdachte zei altijd tegen haar dat hij schulden had bij de dealers speciaal voor haar. [43]
- Verdachte haalde voor minder geld drugs dan aangeefster hem gaf. Zij was afhankelijk van cocaïne en durfde er niets van te zeggen. [44]
- Verdachte wist dat aangeefsters ouders drugsverslaafd waren en dat aangeefster was misbruikt door haar stiefvader omdat aangeefster hem dat had verteld. Hij wist ook dat ze een verslavingsachtergrond had. [45]
- Verdachte sms-te de pleegvader van aangeefster, [betrokkene 3], dat hij geld moest hebben, anders zou hij aangeefster wat aandoen. Verdachte zei dat hij schulden had bij dealers en dat die anders aangeefster zouden pakken. [46]
- Als aangeefster in de prostitutie werkte was het werken, de auto in en het geld aan verdachte afgeven. Een keer probeerde ze met een klant weg te rijden maar toen reed verdachte achter de klant aan. Al het geld uit de prostitutie gaf ze aan verdachte. Verdachte zei dat hij schulden had voor drugs of dingen op de pof had gekocht. Hij kwam agressief over. Als aangeefster ging pinnen kwam hij achter haar staan. [47]
- Als aangeefster werkte had verdachte de auto op het pleintje schuin tegenover de baan staan of hij reed rondjes over de baan. [48]
- Twee of drie keer heeft aangeefster geweigerd om geld dat ze met prostitutie had verdiend aan verdachte te geven. Aangeefster was toen de auto uit gevlucht. Verdachte kwam haar toen achterna en trok haar aan de haren terug. [49]
- Aangeefster moest van verdachte werken in Nijmegen op de baan of bij de Gelderlander of in Ottersum. Als ze in Ottersum werkte nam verdachte mannen mee naar haar huis. Verdachte regelde de prijzen en kreeg het geld van de klanten. [50]
- Verdachte gebruikte geweld tegen aangeefster: slaan, haren trekken, keel dicht knijpen, blauw oog slaan. Hij deed dat als ze niet wilde werken. [51]
- Aangeefster gaf al het geld dat ze in de prostitutie verdiende aan verdachte. [52]
De verklaringen van aangeefster worden ondersteund door de volgende bewijsmiddelen:
- Aangeefsters pleegvader [betrokkene 3] heeft als volgt verklaard:
Aangeefster was verslaafd aan cocaïne en gebruikte methadon. Aangeefster heeft hem verteld dat verdachte bij haar met mannen aan de deur kwam. Zij moest van hem seks hebben met die mannen voor geld. Daarmee moest ze verdachte afbetalen voor cocaïne. Ze was bang voor verdachte. Verdachte begon hem te bedreigen via smsjes. Aangeefster vertelde dat ze gebruikt had en moest betalen aan dealers. Als ze dat niet zou doen zou verdachte haar in elkaar slaan. In de zomer van 2012 zei verdachte tegen [betrokkene 3] “als jij niet betaalt kom ik het wel ophalen. Ik weet je te wonen”. Verdachte zei dat als [betrokkene 3] niet betaalde aangeefster eraan ging. Aangeefster had een keer een blauw oog en dat had verdachte gedaan. Ook heeft hij blauwe plekken bij haar gezien. Aangeefster vertelde dat zij geld aan verdachte gaf. De bedragen die zij in november 2011 aan verdachte gaf weet hij zeker want verdachte belde hem daarvoor. Van aangeefster heeft hij gehoord dat verdachte haar ophaalde om als prostituee op de baan te gaan werken in Nijmegen en dat verdachte mannen mee nam naar aangeefster zodat aangeefster zich daar ook moest prostitueren. [53]
- [getuige 3], buurvrouw van aangeefster, heeft als volgt verklaard:
Ze wist dat aangeefster gestalkt werd. Ergens in 2011 of 2012 stond aangeefster ineens voor haar deur. Ze liet [getuige 3] een sms lezen van een man waar in stond dat hij naar haar toe kwam. Aangeefster was ontzettend bang van hem. Toen er werd gebeld en op de ramen gebonsd kroop aangeefster achter de bank. Aangeefster zei dat hij in een klein rood autootje reed. [getuige 3] had nog nooit iemand zo bang en in paniek gezien. Toen de man weg was zei aangeefster dat ze hem uit Nijmegen kende en dat hij degene was voor wie ze heeft moeten werken in de prostitutie. [getuige 3] heeft bij aangeefster blauwe plekken op haar bovenarmen en gezicht en een blauw oog gezien. [54]
- [getuige 4] heeft als volgt verklaard:
Vanaf 2007 is zij casemanager van aangeefster bij Iriszorg. Aangeefster had haar verteld dat een Turk genaamd [verdachte] bij haar aan de deur bleef komen en rond het huis zwerven. Uiteindelijk liet ze hem dan binnen en gebruikten ze samen cocaïne. Voor de betaling daarvan moest ze bijvoorbeeld 750 euro betalen. Dan moest aangeefster zorgen dat haar pleegvader [betrokkene 3] dat geld op haar rekening stortte zodat ze kon pinnen. Ze heeft een blauw oog gezien bij aangeefster. Aangeefster vertelde haar dat [verdachte] dat had gedaan omdat zij geen geld had of geen geld kreeg. Als ze geen geld gaf sloeg [verdachte] aangeefster in elkaar. [55]
- [getuige 5] heeft als volgt verklaard:
Zij is verslavingsarts bij Iriszorg en aangeefster is haar patiënt. Zij heeft bij aangeefster wel eens een blauw oog gezien. Aangeefster had haar verteld dat ze verkracht, gestalkt, lastiggevallen en bedreigd is door een man. Ze liet hem binnen omdat anders de buren er last van hadden. [56]
- Een formulier medische informatie over aangeefster, datum onderzoek 31 oktober 2011, waargenomen letsel blauw oog rechts ter hoogte van jukbeen. [57]
- [klant] heeft als volgt verklaard:
Verdachte had ruzie met [slachtoffer 1] en heeft toen voor [klant] een andere dame geregeld. [klant] is twee keer met verdachte bij aangeefster geweest en heeft toen seks met haar gehad tegen betaling. Verdachte was een soort bemiddelaar en reed [klant] naar aangeefster toe. Op 21 oktober 2012 had [klant] met verdachte afgesproken naar aangeefster te gaan voor seks. [klant] zou hiervoor 60 á 70 euro aan verdachte betalen. [58] [klant] heeft aangeefster een keer zijn telefoonnummer gegeven. Aangeefster had dat tegen verdachte gezegd. Verdachte belde [klant] toen op en zei dat hij niet meer achter verdachtes rug contact op mocht nemen met aangeefster.
Uit bovenstaande bewijsmiddelen blijkt dat ook bij dit feit dat aangeefsters verklaringen worden ondersteund door zowel verklaringen en eigen waarnemingen van getuigen binnen de familiekring van verdachte ([betrokkene 3]) als verklaringen en waarnemingen van onafhankelijke getuigen.De rechtbank acht dan ook de verklaringen van aangeefster geloofwaardig.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit bovenstaande bewijsmiddelen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel, waarbij de rechtbank ten aanzien van de periode uitgaat van de eerste verklaring van aangeefster op 16 november 2011, waarin zij verklaart dat zij sinds juni 2011 door verdachte wordt gestalkt. De rechtbank acht het eerste feit dan ook wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2011tot en met 31 augustus 2012 in de gemeenten Nijmegen en Gennep
een ander, genaamd [slachtoffer 2],
(lid 1, onder 1)
telkens door door dwang geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden en door afpersing, en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft en vervoerd
en met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2],
en/of
(lid 1, onder 4°)
telkens met de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden, door afpersing, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van de kwetsbare positie, die [slachtoffer 1], heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling),
en/of
(lid 1, onder 6)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting (in de prostitutie) van die [slachtoffer 2],
en/of
(lid 1, onder 9)
telkens een ander, genaamd [slachtoffer 2], door dwang geweld en andere feitelijkheden en door dreiging met geweld en andere feitelijkheden, door afpersing door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie die [slachtoffer 2], heeft gedwongen dan wel bewogen, verdachte te bevoordelen
uit de opbrengst van haar seksuele handeling(en) met of voor een derde,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens):
- terwijl die [slachtoffer 2] drugs en alcoholverslaafd was en haar ouders drugsverslaafd waren en die [slachtoffer 2] in het verleden is misbruikt en die [slachtoffer 2] een prostitutieverleden heeft
- een (gebruikers)relatie aangegaan met die [slachtoffer 2] en
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij schulden had bij de dealers speciaal voor die [slachtoffer 2] en tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij schulden had voor drugs en dat hij dingen had gekocht op de pof en dat de dealers haar anders zouden pakken en
- de pleegvader van die [slachtoffer 2] bedreigd en bewogen om aan hem, verdachte, geld af te geven of over te maken en dat hij, verdachte, anders die [slachtoffer 2] zou vasthouden en wat aan zou doen
en
- die [slachtoffer 2] meerdere malen mishandeld en
- die [slachtoffer 2] naar de tippelzone gebracht en
- klanten voor die [slachtoffer 2] geregeld en klanten meegenomen naar de woning van die [slachtoffer 2] om tegen betaling seks te hebben met die [slachtoffer 2] en
- achter een klant en die [slachtoffer 2] aangereden (opdat ze er niet vandoor
ging) en toen die [slachtoffer 2] een keer de auto was uitgevlucht/gerend die [slachtoffer 2] achterna gekomen en die [slachtoffer 2] (vervolgens) aan de haren teruggetrokken en
- rondjes gereden over De Baan (tippelzone) terwijl ze aan het werk was, althans die [slachtoffer 2] voortdurend "gecontroleerd" en in de gaten gehouden en
- die [slachtoffer 2] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geld aan hem af te geven en
- de klanten bewogen dat ze (vooraf) aan hem, verdachte, geld betaalden voor de seks met die [slachtoffer 2] en
- die [slachtoffer 2] drugs gegeven en
- meermalen, seks met die [slachtoffer 2] gehad en
- die [slachtoffer 2] gestalkt en [slachtoffer 2] en misbruik heeft gemaakt van het uit
feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte over die [slachtoffer 2]
had en
- door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 2] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte heeft
kunnen bieden;
Ten aanzien van het onder 4 en 5 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de periode van 17 oktober 2007 tot en met 1 augustus 2012 genoot verdachte in Nijmegen een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand. Op de maandelijkse statusformulieren, die hij zelf altijd invulde en ondertekende, heeft verdachte in genoemde periode nooit aangegeven dat hij inkomsten had of werk verrichtte. [59]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht aan de hand van haar schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak. Volgens de verdediging bevat het dossier onvoldoende bewijs dat verdachte inkomsten heeft genoten uit prostitutie door aangeefsters of uit taxi rijden.
Beoordeling door de rechtbank
Nu onder feit 1 en 2 bewezen is verklaard dat verdachte voordeel heeft getrokken uit de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] en Van Seelant acht de rechtbank beide feiten wettig en overtuigend bewezen.
Voorts heeft verdachte verklaard dat hij zwart taxi heeft gereden voor bekenden en onbekenden, in weekends en daarmee geld heeft verdiend. [60] Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat het taxi rijden niet was gelukt omdat hij direct door de politie werd aangehouden. De rechtbank heeft echter geen reden om te twijfelen aan de geloofwaardigheid van de eerste, bekennende, verklaring van verdachte. Ook dit onderdeel van de tenlastelegging acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen. Nu de inkomsten van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een aanvang namen in januari 2010, zal de rechtbank dit als uitgangspunt nemen bij de bewezenverklaring van dit feit.
De rechtbank acht dus feit 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
4.
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 augustus 2012,
in de gemeente Nijmegen,
meermalen, telkens een geschrift, zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
- telkens een statusformulier van de gemeente Nijmegen ten behoeve van een uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand (WWB),
waarop opgave moest worden gedaan van (onder meer) wijzigingen in zijn,
verdachtes, inkomsten uit arbeid en/of andere inkomsten en/of andere feiten en
omstandigheden die van invloed zijn op de verlenging van de uitkering en/of de
voortzetting van de verleende uitkering en/of de hoogte van de uitkering -
telkens valselijk heeft opgemaakt
immers heeft verdachte telkens valselijk op voornoemde formulieren niet ingevuld en/of vermeld dat hij, verdachte,
- in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2012, inkomsten heeft
genoten uit prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] en meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 1] en deze inkomsten en
geldbedragen niet heeft aangegeven op het aanvraagformulier WWB-uitkering
en
- in de periode van juni 2011 tot en met 1 augustus 2012, inkomsten heeft
genoten uit
(prostitutie
)werkzaamheden van [slachtoffer 2] en meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 2] en deze inkomsten en
geldbedragen niet heeft aangegeven op het aanvraagformulier WWB-uitkering
en telkens dat statusformulier WWB-uitkering ondertekend, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken;
5.
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 augustus 2012,
in de gemeente Nijmegen,
in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand (WWB), telkens opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf
of een ander, terwijl verdachte redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkeringingevolge de Wet Werk en Bijstand, dan wel voor de hoogte of de duur van dieverstrekking of tegemoetkoming, immers heeft hij, verdachte, telkens
opzettelijk in strijd met eerder genoemde verplichting verzwegen dat hij,
verdachte,
- in de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2012, inkomsten heeft
genoten uit
(prostitutie
)werkzaamheden van [slachtoffer 1] en meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 1] en
- in de periode van 1 juni 2011 tot en met 1 augustus 2012, inkomsten heeft
genoten uit prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 2] en meerdere
geldbedragen heeft ontvangen van [slachtoffer 2] en
- " zwart" taxi heeft gereden;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 telkens:
Mensenhandel
Ten aanzien van feit 4:
Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 5:
In strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op een verstrekking of een tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, meermalen gepleegd
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 3 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 4 en 5 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 3 februari 2014; en
 een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, d.d. 15 januari 2014, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee gevallen van mensenhandel, waarbij hij op intimiderende wijze de slachtoffers, die hij bewust uitzocht op hun kwetsbare persoonlijkheid, ertoe bewoog om zich te prostitueren en vrijwel al het geld dat zij verdienden aan hem te geven. Verdachte heeft zijn persoonlijk gewin uitdrukkelijk gesteld boven de lichamelijke integriteit en vrijheid van deze vrouwen. Daarnaast heeft verdachte ook nog steunfraude gepleegd door deze inkomsten niet op te geven terwijl hij een uitkering genoot.
Mensenhandel is een ernstige vorm van criminaliteit. Het leed en de gevolgen voor de slachtoffers zijn groot. Naar het oordeel van de rechtbank is voor dergelijke feiten alleen een gevangenisstraf passend.
De rechtbank zal een aanzienlijk lagere straf opleggen dan door de officier van justitie geëist, gelet op de omstandigheid dat de rechtbank een aanzienlijk kortere periode acht bewezen en gelet op hetgeen doorgaans in soortgelijke gevallen wordt opgelegd.
6a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de respectievelijk onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een bedrag van € 66.386,32, waarvan € 10.000,- immateriële schade betreft.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 340 dagen hechtenis.
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren omdat vrijspraak is gevraagd. Subsidiair betoogt de verdediging dat de vordering niet van eenvoudige aard is en bij de civiele rechter moet worden aangebracht.
De rechtbank overweegt als volgt.
Ten aanzien van de materiële schade:
De door de benadeelde partij gederfde inkomsten zijn met een berekening onderbouwd, waarbij aansluiting is gezocht bij het proces-verbaal van berekening geschatte inkomens van de financiële recherche. Deze berekening is door de verdediging niet weerlegd en de rechtbank acht deze plausibel. Dit bedrag zal worden toegewezen.
Ook de herstelkosten van het uitzetten uit haar woning is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd zodat ook deze post wordt toegewezen.
Ten aanzien van de immateriële schade:
Aan de benadeelde partij is door het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. De rechtbank acht het gevorderde bedrag voldoende onderbouwd en zal dit toewijzen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 1 januari 2010.
De benadeelde partij
[slachtoffer 2]vordert een bedrag van € 185.180,00, waarvan € 25.000,- immateriële schade betreft.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe te wijzen, in die zin dat het materiële gedeelte geheel kan worden toegewezen en het immateriële gedeelte voor € 15.000,- kan worden toegewezen. Voor het overige verzoekt de officier van justitie de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren. De officier van justitie verzoekt tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag (€ 175.180,-) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 365 dagen hechtenis.
De officier van justitie verzoekt tevens toewijzing van de wettelijke rente over dit bedrag.
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren omdat vrijspraak is gevraagd. Subsidiair betoogt de verdediging dat de vordering niet van eenvoudige aard is (de rechtbank verstaat: onevenredig belastend voor het strafproces) en bij de civiele rechter moet worden aangebracht.
De rechtbank overweegt als volgt.
Ten aanzien van de materiële schade:
In de vordering wordt bij de berekening van schade uitgegaan van de tenlastegelegde periode van bijna 6 jaar. Nu de rechtbank slechts tot een bewezenverklaring ten aanzien van de periode vanaf 1 juni 2011, dus ruim 1 jaar, dient het deel dat ziet op de periode daarvoor niet-ontvankelijk te worden verklaard.
In de vordering wordt uitgegaan van 2 dagen per week waarop benadeelde geld aan verdachte zou hebben moeten afstaan, hetgeen over de bewezenverklaarde periode neer zou komen op ruim 100 maal.
De benadeelde partij noemt in haar verklaringen zelf echter lagere aantallen dagen waarop zei voor verdachte heeft moeten werken. Zij heeft op 5 oktober 2012 tegenover de politie verklaard dat zij zeker 40 á 50 keer door verdachte naar de tippelzone is gebracht. De rechtbank zal bij de berekening van de gederfde inkomsten uitgaan van die verklaring.
In het proces-verbaal van berekening geschatte inkomens van de financiële recherche is becijferd dat de benadeelde partij gemiddeld € 250,- per dag verdiende op de baan. Dit leidt tot de volgende berekening:
45 x € 250,- = € 11.250,-.
Voor wat betreft de klanten die de benadeelde partij thuis heeft ontvangen gaat de rechtbank uit van het door de financiële recherche in genoemd rapport becijferde € 2700,-.
Hetzelfde geldt voor de door [betrokkene 3] aan verdachte verrichte betalingen. De financiële recherche heeft uitgerekend dat deze € 750,- bedragen. De rechtbank neemt deze bedragen over.
De kosten voor telefoon en porto en de parkeerkosten (samen € 50,-) acht de rechtbank voldoende onderbouwd. Deze zullen worden toegewezen. De kosten voor kleding zal de rechtbank niet toewijzen nu deze zullen worden teruggegeven aan de benadeelde partij.
De rechtbank acht voorts de reiskosten voor Iriszorg onvoldoende onderbouwd. De overige reiskosten acht de rechtbank voldoende onderbouwd. Deze zullen worden toegewezen
(€ 267,84).
Ten aanzien van de immateriële schade:
Aan de benadeelde partij is door het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan.
De rechtbank heeft een aanzienlijk korter periode bewezenverklaard dan ten laste is gelegd. Om die reden zal de rechtbank de immateriële schade beperken. De rechtbank begroot deze schade op € 7500,-.
Voor het overige zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 1 juni 2011.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partijen, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De gevorderde en toegewezen rente is daar niet bij inbegrepen.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 57, 63, 225, 227b en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 3 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 1] te betalen
€ 66.386,32 (zesenzestigduizenddriehonderdenzesentachtig euro en tweeëndertig cent) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2010 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], te betalen € 66.386,32 (zesenzestigduizenddriehonderdenzesentachtig euro en tweeëndertig cent) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2010 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 340 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
  • Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer 2] te betalen € 22.517,84 (tweeëntwintigduizendvijfhonderdentweeënveertig euro en vierentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
  • Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
  • Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] te betalen € 22.517,84 (tweeëntwintigduizendvijfhonderdentweeënveertig euro en vierentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2011tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 365 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. M.M.L.A.T. Doll (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen en mr. J. Barrau, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 maart 2014.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant A.M.G.T.J. Mannie van de Team Opsporing Mensenhandel, Eenheid Oost Nederland, district Gelderland-Zuid[district], opgemaakte proces-verbaal, nummer 2012004029-0030, gesloten op 28 november 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2014.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 87.
4.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2014.
5.Proces-verbaal van aangifte, p. 374.
6.Proces-verbaal van aangifte, p. 386.
7.Proces-verbaal van aangifte, p. 375.
8.Idem.
9.Idem, p. 376.
10.Idem.
11.Idem, p. 379.
12.Idem, p. 380.
13.Idem, p. 380 en 384.
14.Idem, p. 380.
15.Idem, p. 381.
16.Idem.
17.Idem.
18.Idem, p. 379.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 393.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 372.
21.Proces-verbaal van verhoor [betrokkene 1], p. 499.
22.Idem, p. 503.
23.Proces-verbaal van verhoor [betrokkene 2], p. 505-507.
24.Proces-verbaal van verhoor [getuige 1] p. 510
25.Logstaat gemeente Nijmegen tippelzone, p. 516
26.Idem, p. 517.
27.Idem, p. 519.
28.Idem, p. 520.
29.Idem, p. 521.
30.Proces-verbaal van verhoor [getuige 1] p. 510
31.Proces-verbaal van verhoor [klant], p. 524-526.
32.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2], p. 528-530.
33.Documentatie Iriszorg, p. 117.
34.Idem, p. 118.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 332.
36.Proces verbaal verhoor verdachte p. 88.
37.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 maart 2014; proces-verbaal van aangifte, p. 552.; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 130.
38.Proces-verbaal van aangifte, p. 349.
39.Idem.
40.Proces-verbaal van aangifte p. 564.
41.Idem.
42.Proces-verbaal van aangifte, p. 552.
43.Idem.
44.Idem.
45.Idem, p. 553.
46.Idem.
47.Idem, p. 557.
48.Idem.
49.Idem
50.Proces-verbaal van aangifte, p. 558 en 563
51.Idem.
52.Idem, p. 562
53.Proces-verbaal van verhoor [betrokkene 3], p. 577-580.
54.Proces verbaal verhoor [getuige 3], p. 588
55.Proces-verbaal van verhoor [getuige 4] , p. 594-595.
56.Proces-verbaal van verhoor [getuige 5], p. 597-598.
57.Formulier medische informatie, p. 603
58.Proces-verbaal van verhoor [klant], p. 197-199.
59.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 732-733; Statusformulieren Afdeling Werk en inkomen gemeente Nijmegen, p. 257-349.
60.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 735.