In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, staat centraal de vraag of er sprake is van een recht van buurweg. De eisers, eigenaren van een woning aan [adres 1], hebben in kort geding gevorderd dat de gedaagden, eigenaren van een aangrenzend perceel, twee hekwerken verwijderen die de toegang tot hun woning belemmeren. De eisers stellen dat zij sinds eind 2012 eigenaar zijn van de woning en dat het toegangspad, dat hen verbindt met de [weg], al decennialang door hen en hun rechtsvoorgangers is gebruikt. De gedaagden hebben het toegangspad sinds 1995 in eigendom en gebruiken het voor hun bloemenhandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een langdurig gebruik van het toegangspad door de eisers heeft plaatsgevonden, wat een vermoeden van een recht van buurweg oplevert. De rechtbank overweegt dat de gedaagden niet voldoende bewijs hebben geleverd om dit vermoeden te weerleggen. De eisers hebben een spoedeisend belang bij het gebruik van het toegangspad, terwijl het belang van de gedaagden om de toegang te blokkeren niet opweegt tegen het belang van de eisers. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers toegewezen, met de verplichting voor de gedaagden om de hekwerken te verwijderen en de toegang te herstellen. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.