ECLI:NL:RBGEL:2014:2123

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 maart 2014
Publicatiedatum
28 maart 2014
Zaaknummer
05/703289-10
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van terbeschikkingstelling van een 50-jarige vrouw na behandeling en advies van deskundigen

Op 28 maart 2014 heeft de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak van een 50-jarige vrouw uit Nijkerkerveen, die terbeschikkingstelling (TBS) onderging. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de TBS, ingediend door de officier van justitie, afgewezen en de TBS beëindigd. De vrouw was op 13 maart 2012 veroordeeld tot TBS vanwege poging tot moord en valsheid in geschrift. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de TBS met een jaar, maar de rechtbank oordeelde dat de vrouw de voorwaarden van de TBS goed had nageleefd en dat zij had geleerd van haar behandeling bij Reclassering Nederland.

Tijdens de zitting op 21 maart 2014 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder een medewerker van de Reclassering en een psychiater. Beide deskundigen adviseerden om de TBS niet te verlengen, omdat de vrouw had aangetoond dat zij in staat was om hulp te vragen en haar problemen aan te pakken. De rechtbank heeft de rapporten van de deskundigen in overweging genomen en vastgesteld dat de vrouw een goed sociaal netwerk had en dat de kans op recidive laag was. De rechtbank concludeerde dat er geen noodzaak was voor verdere behandeling onder TBS, aangezien de vrouw nu in staat was om zelf hulp te zoeken en haar problemen bespreekbaar te maken.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de vordering tot verlenging van de TBS af te wijzen en de maatregel van terbeschikkingstelling te beëindigen, met ingang van 13 maart 2014. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/703289-10
Datum zitting : 21 maart 2014
Datum uitspraak : 28 maart 2014
Beslissing van de meervoudige kamer naar aanleiding van de vordering tot verlenging van de TBS ingediend door

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

betreffende de terbeschikkinggestelde

naam: [betrokkene], hierna: betrokkene,

geboren op : [geboortedatum],
wonende te : [adres]
Raadsman : mr. J.P.J. Botterblom, advocaat te Nijkerk.

Procedure

Betrokkene is op 13 maart 2012 bij vonnis van de rechtbank te Arnhem veroordeeld tot onder meer terbeschikkingstelling onder het stellen van voorwaarden ter zake van poging tot moord en valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
De vordering van de officier van justitie in dit arrondissement van 29 januari 2014, ter griffie van deze rechtbank ingekomen op diezelfde datum, strekt tot verlenging van de bij laatstgenoemd vonnis opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling met betrekking tot betrokkene voor de duur van één jaar.
De rechtbank heeft kennis genomen van de processtukken, waaronder het adviesrapport van Reclassering Nederland d.d. 14 januari 2014 en een psychiatrisch adviesrapport d.d. 14 januari 2014, opgemaakt door dr. [psychiater].
In voornoemde adviesrapporten wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling niet te verlengen.
Ter zitting van 21 maart 2014 zijn gehoord:
- betrokkene;
- voornoemde raadsman mr. J.P.J. Botterblom;
- de deskundige[deskundige], medewerker van de Reclassering Nederland en
- de officier van justitie, mr. J.E.R. Osinga.
De officier van justitie heeft ter zitting de vordering toegelicht en daarbij gepersisteerd.
De deskundige heeft het verlengingsadvies toegelicht.
De raadsman van betrokkene heeft het woord gevoerd en gepleit voor
beëindiging van de maatregel. Zowel de reclassering als de psychiater hebben in de rapporten geconcludeerd dat betrokkene de vermijdende persoonlijkheidsstoornis zal blijven houden en dat de risico’s laag zijn. Betrokkene heeft een behandeling ondergaan en geleerd hoe zij met haar problemen om dient te gaan. De raadsman is het niet eens met de officier van justitie die teruggrijpt naar een rapport van 2011. Betrokkene blijft behandeling krijgen bij de Waag en er zijn geen redenen om de terbeschikkingstelling te verlengen.

Overwegingen

In bovengenoemd adviesrapport van Reclassering Nederland staat - onder meer - het volgende vermeld:
“(…)Mevrouw [betrokkene] was in 2010 niet in staat adequaat te reageren op de financiële problemen van hun bedrijven. Om te voorkomen dat duidelijk zou worden dat zij de grip op de problemen volkomen kwijt was, drogeerde zij haar man en zijn broers om in ieder geval op korte termijn wat lucht te krijgen. De intramurale en ambulante behandeling hebben haar autonomie versterkt en ze is nu in staat zich meer kwetsbaar op te stellen en hulp te vragen én te accepteren bij problemen. Belangrijk is dat zij nu verantwoordelijkheid neemt voor haar toenmalig en huidig gedrag. Zoals zij de confrontatie met haarzelf aanging in de behandeling, gaat ze nu met open vizier het contact aan met haar omgeving. Ze neemt initiatief tot gesprekken om tot een nieuwe fase in haar leven te komen. Mocht ze al in een vergelijkbare situatie komen als in 2010, dan is ze nu in staat wel hulp te vragen en/of verantwoord te reageren. De kans op recidive is daarmee voldoende geweken om tot een beëindiging van de terbeschikkingstelling te komen.
Advies reclassering
De reclassering adviseert om de maatregel tbs niet te verlengen.”
Ter zitting heeft de deskundige het rapport aangevuld in die zin dat betrokkene nu geleerd heeft om wel hulp te vragen indien er problemen zijn en dat betrokkene openheid heeft gegeven in haar problemen. Zij zal niet meer terugvallen in haar oude patroon en de deskundige acht haar dan ook in staat om hulp in te roepen indien dit nodig zal zijn.
In bovengenoemd psychiatrisch rapport van dr. [psychiater] staat - onder meer - het volgende vermeld:
“[…]
DIFFERENTIAAL DIAGNOSTISCHE OVERWEGINGEN
“(…)Bij betr. staat de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis op de voorgrond. De kenmerken van de vermijdende persoonlijkheidsstoornis leidden vooral tot problemen toen zij niet meer in staat was om op normale wijze het tot doen toe probleemloze gezin vol te houden en te manifesteren voor de buitenwereld en voor haar eigen kinderen. Zij ontwikkelde een angst voor schande schade en gevoel te falen en tekort te komen tegen man en kinderen. Daardoor was zij zo in beslag genomen dat ze niet meer tot aangepaste oplossingen in staat was maar dat ze tot oplossingen kwam die in strijd waren met haar geweten. Zij splitste het af vanuit extreme gevoelens van falen en zocht er inadequate oplossingen voor als extreme vermijding om met de problemen geconfronteerd te worden terwijl er tegelijkertijd extreme vermijding was van het zich bewust worden van de gevolgen van haar inadequate handelen.
(…)
Onderzoeker schat in dat het recidiverisico laag is, als de tbs met voorwaarden voortgezet
wordt. Zonder tbs is de verwachting dat de kans op herhaling laag blijft binnen aanvaardbare
proporties. Er is zonder tbs wel een risico dat ze de hulpverlening staakt terwijl de beschreven problemen in de interactie met de familie nog een rol spelen. Zij neigt tot vermijding van emoties daarover. Daarmee is de kans dat het goed blijft gaan minder als ze nu met de hulpverlening zou stoppen als de tbs eindigt. Ze is er ambivalent over of ze dan de
hulpverlening zal voortzetten. Onderzoeker heeft de indruk dat ze dat vermijdt, maar
onderzoeker verwacht ondanks dat niet dat ze in recidive zal vervallen. Zij richt zich op
recidivepreventie en er is voldoende steunend en signalerend netwerk.
(…)
2.
Wat is de inschatting van de kans op herhaling op het plegen van soortgelijke strafbare feiten als waarvoor de maatregel terbeschikkingstelling werd opgelegd op korte en op lange termijn,
a. binnen de huidige omstandigheden en b. na een eventuele beëindiging van de maatregel terbeschikkingstelling
Zoals aangegeven bij de forensische overwegingen is de kans op herhaling van de
indexdelicten binnen de tbs laag. Zowel de historische als de klinische en toekomstige
factoren zijn laag terwijl de vermijdende persoonlijkheidsstoornis aanwezig blijft. Zij heeft
geleerd om er mee om te gaan en om meer adequate coping te hebben ondanks een blijvende
neiging tot vermijding. Het is niet te verwachten dat daar verbetering in komt. Zij is goed
geresocialiseerd en is in behandeling bij FPP De Waag. Daar wordt nu vooral gewerkt aan het bespreken van de familieproblemen. Zij heeft geleerd om hulp in te schakelen.
Het is de verwachting dat zij zonder tbs kader met de hulpverlening bij De Waag zal stoppen
eveneens vanuit haar neiging tot vermijding; volgens betr. is het ook niet duidelijk of haar
man nog begeleiding wil. De omstandigheden in het gezin zijn nu zo geregeld dat er
voldoende delictpreventie is. Men kent de presignalen of de situaties waarin zich eventueel
probleemgedrag van betr. kan voordoen. Dat betekent dat het maximale aan recidivepreventie nu bereikt is. Als de behandeling bij De Waag voortgezet wordt kan meer stabiliteit bereikt worden met name ten aanzien van de familiebetrekkingen en haar positie daarin. Tevens kan ze dan begeleid worden als vinger aan de pols contact in de moeilijkheden omtrent het vinden van dagactiviteiten en de financiële situatie thuis. Maar het is geen voorwaarde om het recidiverisico laag te houden.
(…).
4.
Adviseert u de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen en zo ja, met een jaar of met twee jaar?
Op grond van bovenstaande rapportage acht onderzoeker geen reden aanwezig om de tbs te
verlengen. Onderzoeker adviseert om de tbs niet te verlengen.”
De officier van justitie is van mening dat de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd moet worden en wijst daarbij op het Multidisciplinair Gedragskundig Triple-onderzoek van 7 april 2011 waaruit blijkt dat bij betrokkene blijvende problemen spelen en dat langdurige behandeling noodzakelijk wordt geacht. De officier van justitie is voorts van mening dat de nazorg thans te beperkt is om de terbeschikkingstelling te kunnen beëindigen.
De rechtbank is van oordeel dat uit de rapporten blijkt dat betrokkene de bij vonnis van 13 maart 2012 opgelegde voorwaarden goed heeft nageleefd en dat zij heeft geleerd van de behandeling bij de Waag. Betrokkene heeft ook nu nog twee keer per jaar gesprekken bij de Waag. Betrokkene kent de signalen of de situaties waarin zich eventueel probleemgedrag kan voordoen. Zij heeft een goed sociaal netwerk dat haar helpt bij het herkennen van dit probleemgedrag. Zij heeft tijdens de behandeling ook goed geleerd om haar vermijding enigszins te overwinnen en daardoor is er nu meer openheid naar haar echtgenoot en kinderen. Financieel is er nog een problematische situatie maar er is openheid over in het gezin. Er zijn nu nog problemen met acceptatie door kinderen en schoonfamilie maar dit maakt betrokkene bespreekbaar. Het financiële beheer ligt nu bij haar man; de zaken zijn opgeheven; internetbankieren is voor haar afgesloten. Daarmee zijn nu de externe belastende factoren opgeheven. Zij heeft nog wel problemen met het vinden van werk maar dit vormt volgens de rapporteurs geen reden om de terbeschikkingstelling te verlengen. Uit het voorgaande blijkt dan ook dat een verlenging van de terbeschikkingstelling geen toegevoegde waarde zou hebben. Betrokkene heeft geen andere behandeling meer nodig dan de gesprekken bij de Waag, die twee keer per jaar zullen plaatsvinden. Dit was ook bekend bij de psychiater, die niettemin adviseert de terbeschikkingstelling te beëindigen. De psychiater stelt ook geen andere behandeling(en) voor dan thans is afgesproken. Voorts blijkt uit de rapporten dat betrokkene er goed van doordrongen is dat zij, gelet op haar problematiek, zo spoedig mogelijk hulp zoekt indien zij problemen ervaart. Gelet op het voorgaande en nu het recidiverisico aanvaardbaar laag is, is de rechtbank dan ook van oordeel dat een beëindiging van de terbeschikkingstelling in dit geval aangewezen is.
De rechtbank zal dan ook de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afwijzen.

BESLISSING:

Wijst afde vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling;
Beëindigtde maatregel van terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met ingang van 13 maart 2014.
Aldus gegeven door mr. W.L.J.M. Duijst als voorzitter, mr. A.M. van Gorp en mr. J.M. Hamaker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.G. Wessels-Harmsen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 28 maart 2014.