In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe. Eiseres, een 54-jarige alleenstaande vrouw, ontving een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van haar eigen aangepaste auto, maar deze vergoeding werd per 1 januari 2014 beëindigd. De rechtbank oordeelde dat eiseres beperkt is in haar zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, en dat het college zich niet op het standpunt kan stellen dat eiseres zelfredzaam is enkel omdat zij in het bezit is van een auto. De rechtbank constateerde dat de beëindiging van de vervoerskostenvergoeding in strijd was met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De rechtbank oordeelde dat de cirkelredenering van verweerder niet houdbaar was, aangezien eiseres de auto nodig heeft om zelfredzaam te zijn. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde de situatie door de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto met terugwerkende kracht voort te zetten. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.